collectieve zon

4. Collectieve zonprojecten

 

 

Zonnepark. Foto: Energie Samen

Energiecoöperaties realiseren nog steeds veel zonnedaken. Ze hebben in 2024 op bijna 100 daken zonnepanelen gelegd. Dat zijn er aanzienlijk minder dan in de voorgaande jaren. Het collectieve vermogen (MWp) neemt echter wel verder toe door nieuwe zonneparken op land en water en een groot zonnedak in Zeeland. Dit zijn grotere projecten waarin coöperaties en marktpartijen steeds vaker samenwerken.

In het kort

De situatie eind 2024 is als volgt:

  • In totaal zijn 1.359 collectieve zonprojecten gerealiseerd sinds 2008.
  • Hiervan zijn 111 nieuwe projecten gerealiseerd in 2024.
  • Er is 404,2 megawattpiek (MWp) collectief zonvermogen operationeel (totaal tot en met 2024).
  • Hiervan is 81,0 MWp bijgeplaatst in 2023.
  • Het collectieve vermogen is 25% toegenomen ten opzichte van 2023. Dat is meer dan de toename in 2023 ten opzichte van 2022 (18%).  
  • Dit levert een hoeveelheid zonnestroom op van ongeveer 364 miljoen kilowattuur (kWh) per jaar. Dit is vergelijkbaar met het elektriciteitsverbruik van ongeveer 121.000 huishoudens.1
  1. Gemiddeld 3.000 kWh per huishouden, 900 vollasturen.

Achtergrondinformatie

Bijstelling ten opzichte van de Lokale Energie Monitor 2023

De resultaten van de voorgaande jaren tot en met 2023 kunnen afwijken van de eerdere monitors. We stellen de dataset jaarlijks bij. Niet alle projecten worden tijdig gemeld in de enquête of zijn uit andere bronnen bekend. Als ze in een volgend jaar alsnog op de radar komen, dan voegen we ze toe.  

Het kan ook zijn dat een project aan het eind van het jaar operationeel is geworden; dit was nog niet bekend toen de monitor werd samengesteld (december van elk jaar).  

Er zijn uiteindelijk acht extra projecten en 5,7 MWp meer vermogen gerealiseerd dan we in de vorige monitor (2023) in het vizier hadden. Dit betreft voornamelijk zonnepark Leveroysedijk van Weert Energie (5,4 MWp).  

In dit hoofdstuk geven we inzicht in de ontwikkeling van collectieve zonprojecten van en met lokale energiecoöperaties. Voor meer duiding vind je hieronder de gebruikte definitie en toerekeningsregels. 

Definitie collectieve zon

Met collectieve zonprojecten bedoelen we alle zonnedaken, zonneparken, drijvende zonnevelden en andere zonne-energieprojecten die burgers in collectief verband ontwikkelen, beheren en in eigendom hebben, waarin zij financieel participeren en waarbij de zonnepanelen zijn geplaatst op het dak of de grond van een derde partij. 

Crowdfundingprojecten waar geen bewonerscollectieven met een rechtsvorm bij zijn betrokken, laten we buiten beschouwing. 

Definitie projectfasen voor pijplijnprojecten

  • Bouwfase: deze projecten gaan zeker door. Ze zijn eind 2024 in aanbouw en begin 2025 operationeel.
  • Gepland: deze projecten gaan vrijwel zeker door. Ze hebben een subsidiebeschikking (SDE, SCE). Voor de grondgebonden en drijvende zonneparken betekent dit dat de vergunning is verleend en er (redelijke) zekerheid bestaat dat een aansluiting op het elektriciteitsnetwerk mogelijk is (transportindicatie). De financiering is zo goed als rond. In een aantal gevallen wachten de initiatiefnemers op een besluit van de Raad van State. De Raad van State kan de vergunning nog vernietigen. 

    Voor de dakgebonden projecten betekent dit dat de SCE-subsidie is toegekend. Helemaal zeker is het niet, want afspraken met dakeigenaren en de netbeheerders zijn nog niet 100% vastgelegd.  

  • In voorbereiding: de realisatie van deze projecten is minder zeker. De vergunningsprocedure is in voorbereiding of opgestart, maar er zijn nog geen vergunningen verleend. Voor de zonneparken kan het twee tot vier jaar duren voordat ze operationeel zijn. Voor de zonnedaken kan dat sneller gaan.

Toerekeningsregels: coöperatief eigendom, lokaal eigendom

In de monitor rekenen we het vermogen (en de productie) toe aan de eigenaren van een wind- of zonnepark naar rato van de aandelenverhoudingen. Als er sprake is van gedeeld eigendom en één van de eigenaren-aandeelhouders is een lokale coöperatie, dan rekenen we het coöperatief eigendom toe op basis van de hoeveelheid aandelen van de coöperatie.  

Als er ook andere lokale partners mede-eigenaar zijn, zoals een agrariër, ondernemer, gemeente of waterschap, dan telt hun aandeel mee als lokaal eigendom.  

Voorbeelden toerekening:
  • Een zonnepark dat voor 50% eigendom is van een lokale coöperatie met leden uit de omgeving en voor 50% van een private niet-lokale ontwikkelaar, is 50% coöperatief eigendom en 50% lokaal eigendom.   
     
  • Een zonnepark dat voor 50% eigendom is van een lokale coöperatie met leden uit de omgeving en voor 50% van een lokale partner (bedrijf, gemeente, waterschap, e.d.), is 50% coöperatief eigendom en 100% lokaal eigendom. Alle eigenaren zijn lokaal én iedereen uit de omgeving kan meedoen, inclusief omwonenden via de coöperatie.    

Pijplijn

Er zitten 172 (361,1 MWp) projecten in de pijplijn. We verwachten dat deze in 2025-2026 operationeel kunnen zijn (met een uitloop naar 2027). Daarnaast is voor een vermogen van 276 MWp aan projecten in voorbereiding. Hiervan is de realisatie minder zeker. 

Stopgezet

In 2024 zijn wederom relatief veel plannen stopgezet of uitgesteld, die in 2023 nog redelijk zeker leken. De initiatiefnemers hebben bijvoorbeeld een SCE-beschikking (Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking) ingetrokken of de subsidietermijn niet gehaald (zie verderop de paragraaf gestopte plannen en projecten). 

Projectoverzicht

Een overzicht van de collectieve zonprojecten en de ontwikkeling van het aantal projecten en het gerealiseerde vermogen zijn zichtbaar in de figuren 4.1 en 4.2 hieronder, en in tabel 4.1. In de bijlage is een uitgebreid projectoverzicht beschikbaar in Excel. 

Vergelijking met totale zonvermogen

Het aandeel van door burgercollectieven gerealiseerd zonvermogen in het totale zonvermogen in Nederland is in 2024 1,3%.  

Kijken we meer in detail naar het Nederlandse zonvermogen, dan zien we dat collectieve projecten in 2021-2023 een aandeel hebben van 2,4% in het totale Nederlandse ‘groot vermogen’ (installaties groter dan 15 kWp). Vrijwel alle collectieve zonprojecten vallen binnen deze categorie. Dit aandeel blijft dus relatief stabiel de afgelopen drie jaren. In 2020 was het grootvermogen collectief eigendom wel hoger, namelijk 3,2%.  

 

Verdeling over Nederland

Het aantal collectieve zonprojecten verschilt per provincie en RES-regio. Figuur 4.3 laat per provincie het aantal projecten én het vermogen zien. In figuur 4.4 is een verdeling naar RES-regio gemaakt.  

Provincies

De provincie Noord-Brabant valt op dit jaar. Het gerealiseerde zonvermogen is bijna verdubbeld ten opzichte van 2023, van 40 MWp naar 70 MWp. Er zijn 11 nieuwe projecten gerealiseerd waarvan 6 relatief grote zonneparken. De helft van het Brabantse collectieve vermogen is te vinden in de RES-regio Hart van Brabant.

In Overijssel is vrijwel evenveel collectief vermogen te vinden als in Noord-Brabant (69 MWp). Er zijn 28 nieuwe projecten gerealiseerd in 2024, maar relatief weinig nieuw vermogen (3,9 MWp). Het zijn vooral nieuwe zonnedaken. 60% van het Overijsselse collectieve vermogen is gerealiseerd in de RES-regio West-Overijssel.  

In Gelderland zijn de meeste collectieve projecten gerealiseerd (227). Dit zijn voornamelijk (kleine) zonnedaken, waardoor het totale zonvermogen lager is dan bij de Noord-Brabant of Overijssel (58,4 MWp).  

Het gemiddeld vermogen per project is 297 kWp, maar dat verschilt sterk per provincie. Zo telt Drenthe relatief weinig, maar wel grootschalige projecten; het gemiddelde ligt daar op 980 kWp per project. Opvallend is het grote aantal projecten met relatief kleine vermogens in Noord-Holland en Zuid-Holland: het totale collectieve vermogen is relatief laag in verhouding tot het aantal projecten en dus ook het gemiddelde per project (respectievelijk 144 en 120 kWp per project).  

RES-regio's

Van de RES-regio’s is het meeste collectieve zonvermogen nog steeds te vinden in West-Overijssel en Friesland. De regio Hart van Brabant is Groningen voorbij gestreefd. Ook is het collectief zonvermogen in de metropoolregio Eindhoven flink toegenomen.  

De RES-regio die in deze ranglijst het meest is geklommen, is Noord- en Midden Limburg. In 2024 telde het collectieve zonvermogen in deze regio op tot 22,1 MWp, terwijl dat in 2023 7,2 MWp was. Dat is deels het gevolg van een bijstelling: het zonnepark Leveroysedijk van Weert Energie (5,4 MWp) is eind 2023 gerealiseerd maar was nog niet meegeteld in de vorige ronde.  

Houden we rekening met het verschil in inwonersaantallen, dan is het meeste collectieve zonvermogen per inwoneraantal gerealiseerd in de provincies Overijssel en Friesland, respectievelijk 58 en 68 kWp per 1000 inwoners. Het landelijk gemiddeld 22,5 kWp collectief zonvermogen per 1000 inwoners.  

Verdeling dak, grond, water

In de figuren 4.5, 4.6 en 4.7 is de ontwikkeling van aantallen en vermogens van projecten op dak, grond en water te zien.  

De meeste collectieve zonprojecten (91,6%) worden nog steeds op daken gerealiseerd; een veel hoger aantal dan de zonnevelden op land (7,6%) en water (0,5%). Dit is dezelfde verdeling als in afgelopen jaren.  

Als we puur kijken naar vermogen (MWp), dan ziet dat beeld er anders uit. Het vermogen van de zonneparken op land en water (239,5 MWp) is inmiddels aanzienlijk groter dan het vermogen op daken (162,8 MWp). In 2024 werd 40% van het collectieve zonvermogen op daken gerealiseerd, terwijl dat in 2023 nog 46% was. Deze verhoudingen zie je terug in de onderstaande figuren.  

Opvallend voor 2024: er zijn substantieel minder nieuwe zonnedaken gerealiseerd dan in 2023, namelijk 93 ten opzichte van 131 in 2023. Deze trend was al eerder ingezet. Sinds 2019 zien we het aantal zonnedaken afnemen.    

Het aantal solar carports is gelijk aan 2023 (3). Deze ontwikkeling verloopt op een vergelijkbare manier als bij de zonneparken; er is vaak een planologische procedure en een bestemmingsplanwijziging voor nodig.  

Grote verschillen tussen de provincies 

Als we wat verder inzoomen op de provincies, dan zien we grote verschillen (figuur 4.7). In de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Zeeland is bijvoorbeeld het meeste coöperatieve vermogen op daken geplaatst. Het stedelijk karakter van die eerste drie provincies verklaart het grote aandeel zon-op-dak. Het grote aandeel zonnedaken in Zeeland is te verklaren door een bijzonder productieve coöperatieve projectontwikkelaar die veel Zeeuwse zonnedaken heeft gerealiseerd.  

In Limburg (76%), Noord-Brabant (70%) en Groningen (70%) vinden we juist veel collectief vermogen bij zonneparken op land in coöperatief (mede-)eigendom.  

Overijssel, Friesland en Drenthe worden gekenmerkt door een groot aandeel drijvende zonneparken dat (mede-)eigendom is van coöperaties.  

In Flevoland is het eerste coöperatieve zonnepark op land gerealiseerd (zonnepark Het Zonnewoud). 

Gerealiseerde zonnedaken

In 2024 hebben coöperaties en bewonersinitiatieven in totaal 93 nieuwe projecten op daken gerealiseerd (bij elkaar: 14,7 MWp). Het totaal gerealiseerde zonvermogen op daken is daarmee toegenomen tot 162,8 MWp op 1.245 daken. Dit levert zonnestroom op voor 48.870 huishoudens. De zonnedaken hebben een vermogen van gemiddeld 131 kWp.  

Zoals eerder benoemd, is het aantal nieuwe zonnedaken in 2024 substantieel lager is dan in 2023 (met een totaal aantal 131 nieuwe zonnedaken). Toch is het totaal van het zonvermogen (14,7 MWp) van de 93 nieuwe zonnedaken in 2024 hoger dan het vermogen van de 131 daken in 2023 (bij elkaar: 12,3 MWp). Dit is een gevolg van de realisatie van een grootschalig dak op een anodefabriek in Zeeland dat is gerealiseerd met Zeeuwind. Dit is het grootste coöperatieve zonnedak van Nederland. 

Achtergrondinformatie

Aanpak van de ontwikkeling van nieuwe zonnedaken

De aanpak van de dakprojecten is inmiddels redelijk gestandaardiseerd:  

  1. De coöperatie ontwikkelt het project.  
  2. De coöperatie maakt afspraken met de dakeigenaar over dakgebruik en recht van opstal. 
  3. De coöperatie maakt afspraken met de netbeheerder over de aansluiting.  
  4. De coöperatie werft leden om te investeren.  
  5. De coöperatie vraagt een SCE- (of SDE-)subsidie aan om tot een rendabel project te komen.  
  6. De leden financieren samen de investering, waarbij vaak een lening wordt afgesloten bij een bank of het Realisatiefonds.  
  7. De winst van het dakproject wordt vervolgens jaarlijks uitgekeerd aan de deelnemende leden.   

 

Multifunctionele daken

Multifunctioneel gebruik van zonnepanelen, door bijvoorbeeld zonnepanelen op waterbassins te plaatsen, valt ook onder de definitie van een zonnedak. 

Voorbeelden uit de praktijk

Zie voor een overzicht van alle projecten de bijlage.

Zeeuwind: het grootste coöperatieve zonnedak van Nederland

Coöperatie Zeeuwind staat bovenaan de lijst met het meest gerealiseerde coöperatieve zonvermogen op daken. De coöperatie startte in 2016 met het plan ZonOffensief Zeeland waarbij de coöperatie verschillende daken bundelt tot één grootschalig zonproject. In voorgaande jaren werd in totaal 4,0 MWp geplaatst.  

In 2024 werd het grootste zonnedak tot nu toe gerealiseerd van maar liefst 3,2 MWp, op de anodefabriek in het Sloegebied. Dit is tevens het grootste coöperatieve zonnedank van Nederland.

Zeeuwind gaat voorlopig door, al is de pijplijn momenteel marginaal, vertelt de projectleider. Hij noemt verschillende redenen: de marktprijzen voor zonne-energie zijn te laag om de kosten te dekken, de SDE-subsidie is te laag om de onrendabele top te dekken en/of bedrijven krijgen geen aansluiting voor invoeding van stroom, vanwege netcongestie.  

Het ZonOffensief Zeeland model

Met het ZonOffensief Zeeland worden de ondernemers volledig ontzorgd. De coöperatie laat de onderzoeken doen, vraagt de subsidie aan, organiseert de plaatsing van de panelen en verzorgt het beheer. Zeeuwind is 100% eigenaar van de zonnepanelen. De ondernemer ontvangt 16 jaar lang een vergoeding voor het verhuren van het dak en draagt bij aan het verduurzamen van Zeeland.  

Na 16 jaar wordt de zonne-installatie eigendom van de ondernemer. Deze gaat dan nog zeker 10 jaar mee. Zeeuwind biedt hiernaast ook leaseconstructies aan, waarbij de zonnepanelen in eigendom blijven van de coöperatie, maar worden verhuurd voor eigen verbruik van de ondernemer.  

Coöperatie Duurzaam West Betuwe

Deze Betuwse coöperatie nam dit jaar vier nieuwe zonnedaken in gebruik en beheert inmiddels acht daken. Nog eens twee daken staan klaar. Het model is eenvoudig: deelnemers financieren vrijwel het gehele project met een lening en een SCE-subsidie zorgt voor een rendabele business case. De coöperatie keert 4-5% rente per jaar uit aan de deelnemers en lost de lening (annuïtair) af.  

Het grootste project is het zonnedak op het lokale bedrijf Hermeta (500 kW), dat gespecialiseerd is in bouw- en interieurproducten en duurzaamheid hoog in het vaandel heeft staan. Sinds 2020 neemt het bedrijf 100% groene windstroom af van zustercoöperatie Betuwewind, mede-eigenaar van twee windparken in Deil en Geldermalsen.  

Duurzaam West Betuwe is daarnaast actief met energiebesparing en is partner van Energieloket Rivierenland, een samenwerking van acht gemeenten en lokale coöperaties in de regio. Een goed voorbeeld van een lokale energiecoöperatie met een breed palet aan activiteiten.  

Energiecoöperatie Voorne-Putten Energie (VPE): zon op waterbassin (Zuid-Holland)

In 2024 zijn 1.380 panelen geplaatst op een waterbassin bij de biologische tuinder Ben Noordermeer. De panelen zijn eigendom van de lokale coöperatie VPE.  

Het betreft een pilotproject van Greenport West-Holland en de regio RES Rotterdam Den Haag waarin tuinders, gemeenten en lokale energiecoöperaties samenwerken aan de 'Versnellingsaanpak zon op waterbassins'. 

De tuinder had al een vergelijkbare opzet geprobeerd met een commerciële partij die zijn bassins wilde huren, maar dat kwam niet verder van de grond. Via de pilot ‘Zon op waterbassins’ kwam hij in contact met Energie Samen Zuid-Holland, het projectbureau ter ondersteuning van energiecoöperaties in Zuid-Holland. Zo kwam Voorne-Putte Energie (VPE) in beeld en is het eerste project gerealiseerd.   

Energie Coöperatie Holten: vliegende start

Deze Overijsselse coöperatie is in 2024 opgericht en kan zich in datzelfde jaar al eigenaar noemen van drie zonnedaken. Er zitten nog eens tien nieuwe projecten in de pijplijn (totaal: 1 MWp). Alle zonnedaken zijn en worden gerealiseerd op daken van agrariërs. Duidelijk een vruchtbare samenwerking.

Coöperaties voor en met huurders

In voorgaande jaren zagen we de opkomst van collectieve zonnedaken op een of meerdere panden van woningcorporaties. Huurders kunnen via een geringe bijdrage meedoen en delen in de opbrengst van de coöperatie. Deze projecten zijn het initiatief van vier ontwikkelaars:  

  • Innax is een dienstverlener in gebouwverduurzaming. De zonnedaken zijn eigendom van meerdere productiecoöperaties waarvan de huurders lid zijn.  
  • In 2024 heeft Innax de projecten overgenomen van Delen Duurzame Energie, een gespecialiseerde dienstverlener van SCE-projecten met woningcorporaties met meerdere productiecoöperaties.    
  • ZonSamen is een samenwerking tussen Wocozon en Energie Samen.  
  • Zonnebuur is een initiatief van LENS, een gespecialiseerde dienstverlener voor woningcorporaties en residentieel vastgoed.  
  • Woonwaarts is een woningcorporatie in Nijmegen.  

Voor zover bekend is in totaal 6,7 MWp operationeel, waarvan maar een klein deel gerealiseerd in 2024 (0,3 MWp). Er zit nog 3,3 MWp in de pijplijn.  

 

Solar carports

Er zijn drie coöperatieve solar carports in bedrijf (gelijk aan 2023). De ontwikkeling hiervan verloopt op een vergelijkbare manier als bij de zonneparken, omdat er vaak een planologische procedure en een bestemmingsplanwijziging voor nodig is. We beschouwen ze echter als aparte categorie.  

Toch neemt de interesse in solar carports (met zonnepanelen overdekte parkeerterreinen) toe onder coöperaties. Een coöperatie in Culemborg (zie LEM 2021, pagina 31) ontwikkelde de eerste in 2019, in combinatie met een laadplein. In 2022 volgden twee carports in het Groningse Zuidhorn en Harderwijk.  

Inmiddels is in Bussum de vierde carport gebouwd: solar carport De Kuil. Deze solar carport wordt naar verwachting begin 2025 aangesloten op het net. Ook in Baarn gaat er rond diezelfde tijd een van start, de eerste van tien geplande solar parkings in Utrecht. In totaal zijn er 13 coöperatieve solar carports in voorbereiding. Voor de Lokale Energie Monitor 2024 tellen deze nog niet mee. 

Solar carport De Kuil van Wattnu: vier keer lokaal!

Dit is de vierde Solar Carport in coöperatieve handen en het tiende project van Wattnu uit de Gooise Meren. Naast theater ’t Spant zijn 846 panelen geplaatst. Begin 2025 is het zonnedak aangesloten op het net.  

De stroom wordt onder andere verkocht aan Total Energies NL, die deze stroom gebruikt voor de laadpalen in de gemeente. Deze Franse firma heeft een concessie voor de exploitatie van laadpalen in de Metropool Regio Amsterdam (MRA) en neemt de stroom tegen een vaste prijs (kostprijs-plus) af voor een periode van 15 jaar. Ook het theater en de gemeente nemen nog een deel van de stoom af. De coöperatieve leverancier om | nieuwe energie faciliteert deze vorm van zelflevering.  

Het was een complex project, meldt voorzitter Miel Janssen. “Er was een bestemmingsplanwijziging nodig en er waren maar liefst 11 partners bij betrokken, waaronder de provincie, gemeente, theater, voetbalclub en omwonenden!”

Financiering

Het project was alleen rendabel te exploiteren met een investeringssubsidie van de provincie Noord-Holland (ongeveer 25% van de investering). Het Realisatiefonds verstrekte een lening, de eerste voor een solar carport (60% van de investering). In totaal investeerden meer dan 100 mensen in de solar carport, waarbij de directe buren voorrang kregen. Ze verdienen hun inleg terug via een uitkeringsrecht met een vaste prijs van 3,1 cent per kWh (naar rato van deelname).  

Het 'vier keer lokaal'-principe staat centraal bij WattNu: “We wekken lokaal energie op, door lokale participatie, voor lokaal verbruik en tegen lokale prijzen”. 

Solar parkings, tien solar carports in vijf gemeenten

De provincie Utrecht nam het initiatief voor de realisatie van tien Solar Carports in vijf Utrechtse gemeenten (Wijk bij Duurstede, Bunnik, Stichtse Vecht, Baarn en Montfort). Vijf coöperaties uit die gemeenten werken samen met ontwikkelaar We Drive Solar om in totaal 2.800 zonnepanelen en 70 laadpunten te plaatsen.  

Het eerste project start eind 2024 bij een van de twee carpoolplaatsen langs de A1 bij Baarn. Stichting BaarnDuurzaam - met de dochter-coöperatie BijZONderBaarn – is de lokale trekker van het project. Het beheer wordt ondergebracht in een nieuwe coöperatie (Coöperatie Solar Parkings U.A.) waarin alle vijf coöperaties samenwerken

Bidirectioneel laden

De laadpalen van We Drive Solar zijn extra bijzonder omdat ze bidirectioneel zijn. Hiermee kunnen autoaccu’s ook als lokale opslag worden ingezet; ze leveren terug als de stroomprijs hoog is en laden als de prijs laag is. In de gemeente Utrecht gaan de accu’s van deelauto’s gebruikt worden als lokale opslag om daarmee het elektriciteitsnet te ontlasten.   

Gerealiseerde zonneparken

In 2024 zijn 18 nieuwe collectieve zonneparken in gebruik genomen, waarvan één op water. In totaal is 66,3 MWp bijgeplaatst. Hoewel het aantal nieuwe zonneparken minder is dan 2023, is het totaal bijgeplaatste zonvermogen op land ruim verdubbeld ten opzichte van 2023. Hiermee komt het totale aantal uit op 110 collectieve zonneparken (totaal coöperatief vermogen: 198,6 MWp op land en 40,8 MWp op water).  

Deze zonneparken zijn groter dan de projecten op zonnedaken en dragen daarom per project sterker bij aan het totale collectieve zonvermogen.  

De gemiddelde omvang van de grondgebonden en drijvende zonneparken van coöperaties is 2,4 MWp per project. Ze zijn relatief klein in vergelijking met het landelijk gemiddelde van alle zonneparken gerealiseerd tot en met 2023 in Nederland (8,4 MWp per zonnepark)1.

Gedeeld eigendom 

Dit jaar zijn 13 van de 18 projecten (72%) ontwikkeld met een (commerciële) partner. In deze gevallen is er dus sprake van gedeeld eigendom. In 2023 waren dat 12 van de 20 (60%), en in 2022 vier van de 15 (27%). In 2021 was de helft ontwikkeld samen met een partner. Er is dus nog geen duidelijke trend zichtbaar voor wat betreft samenwerking met (commerciële) partners.  

In de monitor rekenen we alleen het coöperatieve vermogen mee, toegerekend naar rato van de aandelenverhoudingen. 

  1. Financiële Participatiemonitor 2023

Voorbeelden uit de praktijk

Zonnepark Assen-Zuid Energietuin

Zonnepark Assen-Zuid (21 MWp) is de vierde energietuin van Nederland. De andere Energietuinen zijn te vinden in Overijssel, Limburg en Utrecht. In het door de Natuur en Milieufederaties (NMF) ontwikkelde concept is ruim oog voor biodiversiteit, landschap, recreatie en educatie. Van de 50 hectare zijn 19 hectare bestemd voor het zonnepark.  

In het gebied zijn wandelroutes, picknickplekken, uitzichtpunten en mogelijkheden voor educatie gecreëerd. “De energietuin is ontworpen en gemaakt samen met de omgeving. Zo ontstaat er een beleefbaar landschap dat meerwaarde levert voor Assen”, aldus de lokale coöperatie Asser Energie. 

Drie keer lokaal 

Het gebied langs de spoorlijn Assen-Zwolle, dat oorspronkelijk was bedoeld als bedrijventerrein, kwam in 2017 beschikbaar voor een zonneveld. De afspraak met de gemeente was ‘drie keer lokaal’: lokaal produceren, lokale stroom leveren en de opbrengsten lokaal investeren. Energiebedrijf ENGIE, de lokale coöperatie Asser Energie en NMF Drenthe pakten de ontwikkeling samen op, met als doel om er een energietuin van te maken. Nadat ENGIE besloot om uit het project te stappen, nam de Windunie de ontwikkeling over (2019).  

De lokale coöperatie is voor de 50% eigenaar, in eerste instantie met tussenkomst van de coöperatieve ontwikkelaar Bronnen Van Ons (BVO). De bedoeling is dat Asser Energie uiteindelijk voor 75% eigenaar wordt, door 25% van de Windunie aandelen over te nemen. De Windunie houdt dan 25% van de aandelen. De Windunie en de coöperatie delen de zeggenschap. Die overdracht heeft nog niet plaatsgevonden, dus we rekenen nu met 50% coöperatief eigendom.  

Geen eigen vermogen, toch eigenaar 

Asser Energie brengt zelf geen eigen vermogen in. Financiering voor het coöperatieve aandeel komt van het Energiefonds Drenthe. Dat verstrekt een achtergestelde lening. De rest van de financiering komt van de bank. Bewoners kunnen stroom afnemen en krijgen waarschijnlijk nog de mogelijkheid om mee te investeren.  

 

Zonnepark Hooibroeken

Zonnepark Hooibroeken (36 MWp) is een initiatief van EnergiekHeusden en ontwikkelaar Sunvest. Beide partijen werken vanaf het begin gelijkwaardig samen.   

Leden van de coöperatie (totaal 330) investeerden samen 850.000 euro. De gemeente stond garant voor het geval er onvoldoende geld zou worden opgehaald bij de omgeving, maar dat bleek niet nodig.  

De volledige winst gaat - na aftrek van de rentevergoeding en aflossing - naar twee duurzaamheidsfondsen, die door de coöperatie worden beheerd onder toezicht van de gemeente. De initiatiefnemers schonken al 25 zonnepanelen aan de lokale voetbalclub om de hoge energiekosten te verlagen.  

Organisatie  

De coöperatie richtte een aparte BV (besloten vennootschap) op waarvan zij 100% eigenaar is. Deze BV geeft de certifiaten uit en is voor 50% eigenaar van Zonnepark Hooibroeken BV, samen met Sunvest. Zeggenschap hebben de deelnemers door lidmaatschap van de coöperatie.  

Zonnepark Hazenwinkel

Zonnepark Hazenwinkel (17,7 MWp) in Geldrop-Mierlo is een initiatief van de familie Verhoeven. De familie stopte met hun varkenshouderij en zocht een nieuwe bestemming voor de grond. Voor de ontwikkeling van het zonnepark ging de familie een samenwerking aan met ontwikkelaar Greenchoice/KiesZon en de lokale coöperatie Morgen Groene Energie.  

De drie partijen zijn samen eigenaar: 20% coöperatie, 15% familie en 65% Greenchoice/KiesZon. Voor dit zonnepark is een nieuwe coöperatie opgericht: Morgen Groene Energie Gulbergen, vernoemd naar de nabijgelegen voormalige vuilstortplaats De Gulbergen. 

Ongeveer 100 omwonenden hebben samen 625.000 euro geïnvesteerd. Het zonnepark is in juli 2024 in gebruik genomen.  

Zonnepark Dorst

Zonnepark Dorst (8,1 MWp) is een initiatief van ontwikkelaar Groendus. De lokale coöperatie Oosterhout Nieuwe Energie bood omwonenden de mogelijkheid om mee te investeren. De coöperatie wordt eigenaar van 4.000 van de 24.000 zonnepanelen (17%). Hiervoor is eind 2024 een SCE-aanvraag gedaan. Het zonnepark deelt een aansluiting met een nabijgelegen zonnepark dat ook eigendom is van Groendus.   

Zonnepark Het Zonnewoud Zeewolde

Zonnepark Het Zonnewoud in Zeewolde (10 MWp) is een initiatief van ontwikkelaar Sunvest, die een aanbesteding won van Staatsbosbeheer in 2019. Coöperatie Zeenergie werd gevraagd om mee te ontwikkelen. De coöperatie startte met een aandeel van 10%, maar is inmiddels 50% eigenaar. Eind 2023, begin 2024 werd ruim 950.000 euro ingebracht door 52 leden.   

Het zonnepark heeft een recreatieve dubbelfunctie als ‘een energieke beleving in het bos’. Er is een uitkijktoren, een kabelbaan en een laadpunt met zonnestroom voor fietsen en telefoons. Met QR-codes wordt informatie over het park, de werking van de zonne-installatie en de energietransitie inzichtelijk gemaakt. 

Zonnepark Nieuwland

Zonnepark Nieuwland (350 kWp) is een kleine kavel in het grootschalige zonnepark Hollandscheveld van ontwikkelaar Powerfield (54 MWp). De Drentse coöperatie De Groene Wieken is eigenaar van 648 panelen, ofwel 0,6%. Het is het eerste coöperatieve zonnepark van de gemeente Hoogeveen.  

 

Financiële participatie & gebiedsfonds 

We hebben in totaal 23 projecten op de radar waarbij coöperaties betrokken zijn, maar waar uiteindelijk geen coöperatief eigendom is gerealiseerd (349 MWp). Vijf zijn gerealiseerd in 2024 (160 MWp), de overige in de jaren daarvoor. Zie de bijlage voor een overzicht van alle projecten

Niet alle projecten waarbij coöperaties betrokken zijn, leiden tot coöperatief eigendom. Een coöperatie kan - behalve eigenaar - ook andere rollen op zich nemen. Ze kunnen hun leden, inwoners en bedrijven bijvoorbeeld wijzen op de mogelijkheid om financieel te participeren in een zonnepark van een ontwikkelaar, of ze treden op als begunstigde en beheerder van een omgevingsfonds. Vaak zijn ze daarvoor - in de ontwikkelfase - betrokken bij het ontwerp. In deze situaties is sprake van (financiële) participatie, maar niet van coöperatief (lokaal) eigendom.  

Het aantal projecten waar wordt afgezien van lokaal eigendom groeit. De redenen hiervoor lopen uiteen:   

  • De overnameprijs is te hoog (in situaties dat de coöperatie pas later instapt) 
  • De financiële risico’s zijn te groot voor de coöperatie 
  • Het verwachte rendement is te laag 
  • Het eigen vermogen van de coöperatie schiet tekort, onder andere omdat er onvoldoende geld is opgehaald in de omgeving 

 

Voorbeeld uit de praktijk

Zonnepark Fledderbosch

In Ten Boer (ten noorden van de stad Groningen) heeft landbouwgrond plaatsgemaakt voor nieuwe natuur en zonnepanelen. Dit biodiverse zonnepark is met de lokale coöperatie ontwikkeld, maar uiteindelijk zonder lokaal eigendom. Het is op 6 juni 2024 feestelijk geopend. Naar eigen zeggen is het het grootste natuurinclusieve park van Nederland. 

Inzet 50% lokaal eigendom  

De inzet was 50% lokaal eigendom. Het bleek echter lastig om geld op te halen uit de omgeving, waardoor de financiering een probleem was. Nadat een crowdfundingsactie onvoldoende belangstelling op leverde, wilde de gemeente Groningen 50% van de aandelen overnemen. Hiervoor kon de gemeente geen overeenstemming bereiken met de ontwikkelaar Ecorus. In 2023 verkocht Ecorus het zonnepark aan de Duitse CEE Group. Het waterschap is eigenaar van de grond.  

Het waterschap, de coöperaties en de ontwikkelaar werkten sinds 2018 samen aan dit zonnepark. Bronnen VanOns (BVO) trad sinds 2019 op als ontwikkelaar namens de lokale coöperatie Energie Coöperatie Ten Boer (ECTB). BVO is in 2024 gestopt omdat de werkzaamheden niet rendabel uit te voeren waren.  

Profijt voor de omgeving 

Vanaf 2025 komt er een eenmalige bijdrage van 40.000 euro vrij voor de omgeving. Daarnaast kan de omgeving gedurende 25 jaar rekenen op een jaarlijkse bijdrage van 100.000 euro. De helft van dit budget krijgt een duurzame bestemming via ECTB.  

Het resterende bedrag wordt via de onafhankelijke Stichting Duurzaamheidsfonds Fledderbos besteed. Deze stichting gebruikt het geld wordt voor de verlaging van de energierekeningen van dorpsgenoten met een kleine beurs. Ook hebben direct omwonenden een vergoeding ontvangen.  

Zonnepark De Ronde Blesse

Dit zonnepark is een initiatief van een Drentse ondernemer die de samenwerking aanging met de lokale coöperatie Duurzaam Willemsoord. In 2022 spraken de twee partners af dat de coöperatie twee van de 20 hectare coöperatief zou ontwikkelen. Daarnaast verkreeg zij het eigendom van 1,5 hectare grond. 

Na veel wikken en wegen en met extern onderzoek, besloot het bestuur van de coöperatie om af te zien van deelname in het zonnepark. Het werd hen namelijk duidelijk dat dit nauwelijks of geen rendement zou opleveren. In dit geval kon het bestuur wel kiezen voor 400.000 euro compensatiegeld voor duurzame initiatieven in Willemsoord en omstreken. Het landje van 1,5 hectare krijgt een bestemming als locatie voor ontmoeting en zal onder andere bestaan uit een voedselbos, open ruimte, hagen, een poel en sport en spel gelegenheid.   

Geplande projecten

Er zitten nog enkele honderden projecten in de pijplijn. Ze zijn gepland, of al in aanbouw, of in voorbereiding.  

  • Gepland: 172 projecten (in totaal 361 MWp) 
  • In voorbereiding: 134 projecten (in totaal bijna 276 MWp) 

Voor de geplande projecten die wij op de radar hebben, is de subsidiebeschikking binnen, zijn de vergunningen verleend (in het geval van zonneparken) en is de financiering zo goed als rond. Het is vrij zeker dat deze projecten zullen worden gerealiseerd in 2025-2026 (met uitloop naar 2027). Een kink in de kabel is echter nooit uitgesloten. Zie ook gestopte plannen en projecten verderop in dit hoofdstuk.  

Van de geplande projecten bestaat het merendeel, zo’n 68%, uit zonnedaken. De grootste toename van het collectieve zonvermogen (MWp) wordt niettemin verwacht op land of water (95%), omdat het vermogen van zonneparken groter is (per project). Er zijn 48 nieuwe zonneparken op land gepland, en 4 op water. 

In de bijlage vind je de lijst met alle collectieve zonprojecten. Hierin zijn alle bij ons bekende pijplijnprojecten opgenomen. 

Voorbeeld uit de praktijk

Zonnepark D’Aasdonken

Dit zonnepark ontstond als initiatief van de gemeente Cranendonck. De gemeente wil energieneutraal worden en besloot om 80 hectare zonneparken te ontwikkelen in 2020. Een investeringsfonds en projectontwikkelaar (Klimaatfonds Nederland/ EnergieXP) wonnen de aanbesteding voor een zonneveld van 12 MWp. De gemeente stelde als voorwaarde dat er sprake zou zijn van 50% lokaal eigendom. Hieruit ontstond een samenwerking met Energie Coöperatie Cranendonck, die de belangen van de omwonenden behartigt en de participatie verzorgt. 

De intentie is dat de coöperatie voor 50% eigenaar wordt van het zonnepark. Voorlopig is de Brabantse Ontwikkelmaatschappij (BOM) voor 50% aandeelhouder. De coöperatie neemt de aandelen over na realisatie begin 2025. 

Opwek op rijksgronden

Het Rijk stelt gronden langs Rijkswegen beschikbaar voor duurzame energieopwekking. Deze worden via een openbare inschrijving/tenderprocedure door het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) in de markt gezet. Ontwikkelaars kunnen intekenen via het Biedboek. De beoogde locaties, afspraken en werkwijze zijn vastgelegd in het Programma Opwek van Energie op Rijksvastgoed (OER).

Energiecoöperaties en lokaal eigendom 

Energiecoöperaties bereiden zich voor om mee te dingen als coöperatieve ontwikkelaar. Deze mogelijkheid staat open voor koepels, ofwel samenwerkingen van energiecoöperaties. Daarnaast zullen samenwerkingen ontstaan met marktpartijen die meedingen op de grondaanbiedingen. Het Rijk stelt als voorwaarde dat er sprake moet zijn van een streven naar 50% lokaal eigendom

Er zijn 33 projecten gestart en er komen nog diverse projecten bij in 2025. Op twee potentiële windlocaties na, bieden deze OER-gronden ruimte voor zonneparken. Bij de meeste van deze OER-projecten zijn inmiddels coöperaties betrokken.

Voorbeeld uit de praktijk

A37 Zonneroute: zon op OER-gronden in lokale handen

Het meest ver ontwikkeld is het project Drentse Zonneroute A37, dat al in een vroeg stadium als pilot fungeerde voor het OER-programma. In dit project wordt een zonnepark gerealiseerd in de middenberm van de Rijksweg A37 over een lengte van 42 kilometer. Het doorkruist drie gemeenten - Hoogeveen, Emmen en Coevorden - en loopt tot aan de Duitse grens. Het heeft een totaal vermogen van bijna 180 MWp (gelijk aan ruim 50.000 huishoudens), waarmee het een van de grootste zonneparken van Nederland zal worden. Verkend wordt of de zonnestroom geleverd kan worden aan de gemeenten.  

Organisatie van lokaal eigendom

De invulling van lokaal eigendom krijgt vorm in een complex krachtenveld waarin vele partijen betrokken zijn. De organisatie van lokaal eigendom is uitgewerkt door drie bestaande coöperaties (o.a. De Groene Wieken), onder leiding van een extern bureau, met ondersteuning van de provinciale koepel Drentse KEI en de Natuur en Milieufederatie Drenthe, en met financiering van de drie gemeenten. 

In maart 2024 zijn vier nieuwe (project)coöperaties opgericht: één voor de elke gemeente en één (project)koepel. De koepel, genaamd Energiekoepel Zonneroute A37, wordt mede-eigenaar van het zonnepark (project-BV). De drie coöperaties delen de opbrengsten uit het zonnepark en verenigen op hun beurt lokale partijen in hun gemeenten, zoals wijkverenigingen, plaatselijk belang en al bestaande coöperaties.

Gestopte plannen en projecten

Ook dit jaar zijn weer opvallend veel plannen stopgezet. We hadden 48 zonnedaken, 8 zonneparken, 1 drijvend zonnepark en 2 solar carports op de radar staan als gepland in 2023, die in 2024 hebben afgezien van hun plannen (29 MWp).  

Daarnaast blijken in 2023 méér projecten te zijn stopgezet dan we in de vorige monitor in beeld hadden; in 2023 zijn 90 plannen uiteindelijk niet doorgegaan (19 MWp). In LEM2023 werd rekening gehouden met 82 projecten.   

Redenen om te stoppen

Veel coöperaties melden ook dit jaar dat ze hun plannen financieel niet rond krijgen. Hoge prijzen voor zonnepanelen, hogere arbeidskosten, dure verzekeringen en hogere rentes voor leningen zijn daar debet aan. Ook de netcongestieproblemen worden vaak genoemd. Dit is het geval bij de plannen voor solar carports in Almere en Houten. De coöperatie krijgt geen aansluiting.   

De initiatiefnemers noemen verschillende redenen voor plannen die niet doorgaan:  

  • Het dak is niet geschikt. 
  • Er is geen netaansluiting (meer) mogelijk als gevolg van netcongestie. 
  • Er is geen haalbare businesscase (subsidie, kosten). 
  • De subsidie is onvoldoende om een rendabel project te realiseren (met name SCE). 
  • De financieringskosten nemen toe door de stijgende rente. 
  • De grond- of dakeigenaar trekt zich terug of plaatst zelf zonnepanelen. 
  • Het pand (en dak) wordt verkocht en de nieuwe eigenaar heeft geen interesse. 
  • De grond- en arbeidskosten voor de zonne-installatie zijn te hoog. 
  • De verzekeringskosten zijn te hoog of de verzekeraar geeft geen akkoord. 
  • De hypotheekhouder van de pandeigenaar gaat niet akkoord met het recht van opstal. 
  • Het bevoegd gezag verleent geen medewerking. 
  • Het is niet gelukt om voldoende kapitaal en deelnemers te werven. 
  • En diverse andere redenen, zoals: de gemeente blaast het project af vanwege een kolonie roeken op het dak.  

Projecten uit productie 

In 2024 zijn vier zonnedaken uit productie genomen, of overgedragen aan de dakeigenaar (totaal: 0,6 MWp). 

  • In Den Haag is een van de Solar Green Point projecten gestopt, omdat de tennisvereniging de zonnepanelen niet meer op het dak wilde hebben. De panelen zijn geschonken aan een goed doel en de coöperatie is opgeheven. In Purmerend werd het pand gesloopt en moesten de panelen van het dak af. In Houten lukte het niet om de installatie rendabel te laten draaien na stormschade; de installatie is ontmanteld en de coöperatie opgeheven (zie hoofdstuk Burgercollectieven).   

Voorbeeld uit de praktijk

Energiecoöperatie Noordseveld: plannen 10 zonnedaken afgeblazen

De Drentse Energiecoöperatie uit Noordseveld had tien potentiële daken in voorbereiding, maar kreeg ze niet van de grond. Het is moeilijk om de business case sluitend te krijgen door de hoge kosten voor de PV-panelen, arbeid, verzekeringen, draagkrachtberekeningen en scope 12 inspectie. Hierin boden de SCE-tarieven onvoldoende ruimte. Ook werd de congestie problematisch, met name voor grote daken.  

Het is voor dakeigenaren uiteindelijk rendabeler om zelf panelen te plaatsen. Zo is het bijvoorbeeld goedkoper voor een dakeigenaar om de zonne-installatie op te nemen in de bestaande cascoverzekering, dan voor de coöperatie. Ook zijn de eisen voor de draagkracht minder streng voor de dakeigenaar.

Drijvend Zonnepark Krammer

De initiatiefnemers van een drijvend zonnepark van 20 MWp bij het Windpark Krammer hebben in 2024 de stekker uit het project getrokken. “We krijgen het project financieel niet rond”, vertelt de voorzitter van Deltawind. “Dit is mede vanwege het feit dat Rijkswaterstaat als grondeigenaar zegt nog niet in gesprek te kunnen gaan over verlenging van opstalrecht voor de netaansluiting voor Windpark Krammer. Die toezegging is noodzakelijk, omdat het zonnepark aangesloten moet worden op de netaansluiting van het windpark”.  

Het zonnepark leek juist kansrijk, omdat de netaansluiting gedeeld kon worden met het windpark (cable pooling). De concessie daarop verloopt echter in 2037 en dan is het zonnepark nog niet uit de kosten. Zeeuwind en Deltawind namen het initiatief voor dit project. Dit was het eerste project in het pilotprogramma ‘Hernieuwbare energie op Rijksareaal’, de voorloper van het programma ‘Opwek van Energie op Rijksvastgoed (OER)’.

Vorige hoofdstuk

< 3. Warmte 

Volgende hoofdstuk

5. Wind >

De Lokale Energie Monitor 2024 is een uitgave van klimaatstichting HIER, met medewerking
van Energie Samen

Op de hoogte blijven?

Ontvang tips, artikelen, nieuws en meer! Geef hieronder aan welk thema je voorkeur heeft.

Lijsten