warmtenet

3. Collectieve warmteprojecten

 

 

Warmtenet Muiderberg. Foto: Wattnu.

In 2024 zijn 8 nieuwe warmteprojecten gestart. Daarnaast zijn 11 projecten opnieuw actief geworden of eerder gestart, maar pas dit jaar op de radar gekomen. Eén project is stopgezet. Het huidige aantal actieve warmteprojecten is 88.

In het kort

  • Van de 702 burgerenergiecollectieven, zijn 80 bezig met een warmteproject.
  • Er zijn 12 bewonersinitiatieven die (nog) niet voldoen aan de definitie van een burgerenergiecollectief, maar wel betrokken zijn bij een warmteproject.
  • Er zijn 88 collectieve warmteprojecten bij ons bekend. Dit zijn allemaal projecten waarbij een bewonersinitiatief op een of andere manier betrokken is.
  • In 2024 zijn 8 warmteprojecten gestart, 1 project is gestopt.
  • Bij de 88 projecten is 58% van de collectieven initiatiefnemer, 24% is gelijkwaardig partner en 18% is onderdeel van een klankbordgroep.
  • Thermische energie uit oppervlaktewater (TEO) wordt in 34 projecten onderzocht of ingezet als bron.
  • Provincie Zuid-Holland heeft de meeste (16) warmteprojecten waarbij een bewonersinitiatief betrokken is.

In dit hoofdstuk onderzoeken we duurzame warmteprojecten waarin bewonersinitiatieven een actieve rol spelen. Om deze groep zo goed mogelijk af te bakenen, hanteren we de onderstaande definities. Door op het plusje te klikken kun je de definitie bekijken.

Definitie warmtecoöperaties en -initiatieven

Coöperaties die zich primair richten op de ontwikkeling en exploitatie van een lokaal warmtenet of collectief opdrachtgeverschap van warmteoplossingen, noemen we warmtecoöperaties. Ze kunnen zich doorontwikkelen tot een warmtegemeenschap (volgens de definitie van de nieuwe warmtewet). 

Buurt- en wijkinitiatieven die zich met warmte bezighouden, hebben in de beginfase nog geen formele rechtsvorm. We volgen deze initiatieven wel als ze zich duidelijk als groep in het openbaar profileren als warmte-initiatief en redelijk concrete plannen hebben voor collectieve warmteprojecten. Warmte-initiatieven tellen dus (nog) niet mee voor het totaal aan burgerenergiecollectieven in hoofdstuk 1. 

Dit wil zeggen dat de warmtecoöperaties en -initiatieven die wij in dit hoofdstuk in beeld brengen voldoen aan de volgende eisen: 

  • Ze houden zich bezig met het warmtevraagstuk. 
  • Ze maken zich bekend met een eigen naam of werktitel. 
  • Ze hebben concreet uitgewerkte plannen en hebben ten minste een verkennend onderzoek uitgevoerd of zijn hier mee bezig. 
  • Ze hebben meerdere activiteiten in de woonomgeving georganiseerd. 
  • Ze communiceren in het openbaar over de plannen. 
  • Ze informeren wijkbewoners en andere belangstellenden via een eigen website, sociale media en/of andere (lokale) media.

Definitie warmteproject & projecten voor collectieve warmtevoorzieningen

Een warmteproject is een project dat door een warmte-initiatief of warmtecoöperatie is gestart, of waarbij een warmte-initiatief betrokken is. We kijken in de Lokale Energie Monitor naar projecten met een collectieve warmtevoorziening. Daarbij is er vrijwel altijd sprake van een systeem (warmteketen) met drie onderdelen: 

  • Eén of meerdere aardgasvrije bronnen.  
  • Een warmtenet voor het transport van de warmte.  
  • Aansluitsets voor de levering van de warmte aan huishoudens en/of utiliteitsgebouwen.

Definitie projectstatus: actief, niet actief en stopgezet

We houden bij wat de status van een project is. We verdelen projecten in actief, niet-actief en stopgezet. 

  • Actief betekent dat er in het afgelopen jaar gecommuniceerd is over het project, of dat er ontwikkelingen zijn geweest. 
  • Niet actief betekent dat een project niet definitief is stopgezet, maar bijvoorbeeld langdurig is vertraagd of het afgelopen jaar geen ontwikkelingen heeft doorgemaakt. We geven de niet-actieve projecten niet weer in de monitor, maar houden deze wel bij. We zien bij deze projecten gedurende langere tijd geen activiteit op de website of in de LEM-enquête. 
  • Stopgezet betekent dat er expliciet is vermeld dat het project is stopgezet. Dit kan bijvoorbeeld zijn omdat het project niet haalbaar is gebleken in verkennend onderzoek of een haalbaarheidsonderzoek. Er zijn ook gevallen waarbij het project is stopgezet na realisatie.

Definitie schaalverdeling warmtenetten

In Nederland hanteert men twee verschillende schaalverdelingen met betrekking tot warmtenetten: de juridische kadering van de warmtewet (Wcw) en een informele indeling die gebruikt wordt om de omvang van warmtenetten aan te duiden. In figuur 3.2 hebben we deze kaders samengebracht voor een overzichtelijke weergave van alle schalen. Hieronder vind je een gedetailleerd overzicht van deze schaalverdelingen en hoe ze zijn geïntegreerd. 

Juridisch kader Wcw: 

  • Beperkt gereguleerd: ≤10 aansluitingen  

  • Klein collectief: 11 - 1500 aansluitingen  

  • Basis: ≥1500 aansluitingen 

Informeel kader schaalindeling 

  • Mini-warmtenet: 2 - 50 aansluitingen  

  • Kleinschalig warmtenet 51 - 1500 aansluitingen  

  • Regulier warmtenet ≥1500 aansluitingen 

Schaalindeling Lokale Energie Monitor 

  • Mini-warmtenet: ≤10 aansluitingen 

  • Mini-warmtenet: 11 - 50 aansluitingen 

  • Kleinschalig warmtenet: 51 - 1500 aansluitingen 

  • Regulier warmtenet: ≥1500 aansluitingen 

Nieuwe ontwikkelingen

Trend mini-warmtenetten 

Dit zijn collectieve verwarmingssystemen met niet meer dan 50 aansluitingen. Deze systemen zijn eenvoudiger te beheren. Er zijn verschillende concepten geschikt. Denk bijvoorbeeld aan gedeelde bodemcollectoren of een collectieve luchtwarmtepomp. Daarnaast kunnen verschillende bronnen worden gebruikt. Denk bijvoorbeeld aan aquathermie, zonthermie of restwarmte. 

De monitor heeft een aantal projecten die binnen de definitie van mini-warmtenet passen. Deze projecten zijn in een vroege verkennende fase. We houden deze ontwikkelingen de komende tijd in de gaten.  

Het NPLW schreef een handreiking over mini- en kleinschalige warmtenetten. Zie Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie | Kleine warmtenetten

Achtergrondinformatie

Wet collectieve warmte (Wcw)

Er wordt door het ministerie van Klimaat en Groene Groei gewerkt aan een opvolger voor de warmtewet: de Wet collectieve warmte (Wcw). Het wetsvoorstel is in juni 2024 ingediend bij de Tweede Kamer. In de nieuwe warmtewet is opgenomen dat een collectief warmtesysteem (warmtenet) voor meer dan de helft in handen moet zijn van een publieke organisatie. De wet zou op 1 januari 2025 in werking treden, maar dit gaat meer tijd kosten. 

Aanwijzing warmtekavel door gemeenten 

De gemeente kan een warmtebedrijf aanwijzen dat verantwoordelijk is voor het leveren en transporteren van warmte binnen een vastgesteld gebied, een warmtekavel. 

Rol energiecoöperatie in warmtegemeenschap 

In het wetsvoorstel is een belangrijke rol weggelegd voor energiecoöperaties. In de vorm van een warmtegemeenschap kunnen zij worden aangewezen als publieke partij, die het merendeel van het eigendom van een collectief warmtesysteem mag hebben.  

Het warmtesysteem komt dan bijvoorbeeld in handen van een Warmtebedrijf B.V., dat voor meer dan 50% in eigendom is van een Coöperatie U.A. Het zeggenschap is dan in de coöperatie geborgd.  

Uitzondering bij kleine warmtesystemen  

Voor kleine collectieve warmtesystemen met maximaal 1.500 aansluitingen gelden voor het ontwikkelen en gebruiken van een warmtenet andere regels. Elk warmtebedrijf, ook een commercieel warmtebedrijf, kan in deze situatie ontheffing vragen. Het warmtebedrijf hoeft dan voor het leveren en transporteren van warmte niet door de gemeente aangewezen te worden en hoeft ook niet te voldoen aan de eis voor meer dan 50% in publieke handen. 

Juridisch kader en schaal 

De Wcw hanteert een schaalverdeling om te bepalen welk juridisch kader van toepassing is op het warmtenet. Onderstaand is hier een overzicht van gegeven. Voor meer informatie zie de handreiking mini- en kleinschalige Warmtenetten op Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie | Kleine warmtenetten 

Basis: ≥1500 aansluitingen 

  • Gemeente wijst warmtebedrijf aan 
  • ≥50% publiek eigendom 
  • Jaarlijkse toetsing ACM 

Klein collectief: 11 - 1500 aansluitingen 

  • Ontheffing gemeente 
  • Eigendom bewoners of markt mogelijk 
  • Volwaardig warmtebedrijf nodig 
  • Toetsing ACM eens per drie jaar 

Beperkt gereguleerd: ≤10 aansluitingen 

  • Eigen initiatief mogelijk 
  • Slechts basisregels van toepassing 
  • Alleen reactieve toetsing tarieven door ACM 

Governancemodellen voor warmtegemeenschappen

Energie Samen heeft afgelopen jaar onderzoek gedaan naar verschillende governancemodellen die de mogelijkheid bieden om te voldoen aan de definitie warmtegemeenschap uit de Wcw. 

Er zijn drie modellen onderzocht: 

  • De coöperatie als eigenaar 
  • De coöperatie als meerderheidsaandeelhouder 
  • De coöperatie met een joint venture 

Wil je hier meer over weten? Kijk dan op de website van Energie Samen: De Warmtegemeenschap - Energie Samen Academie 

Vooruitblik coöperatief eigenaarschap warmtenetten 

In de Lokale Energie Monitor volgen we alle projecten waar coöperaties of inwoners bij betrokken zijn, die zich bezighouden met de ontwikkeling van een collectieve warmtevoorziening of hier onderzoek naar doen. Het is in het begin nog niet altijd duidelijk of projecten daadwerkelijk voor collectief eigendom zullen kiezen. In deze vooruitblik kijken we alleen naar de projecten waarbij het al zeker is dat bewoners mede-eigenaar van het warmtenet kunnen worden.  

Er zijn 32 warmteprojecten waarbij mede-eigenaarschap van bewoners een zeker doel is. Van deze 32 projecten verwachten 27 projecten minder dan 1500 aansluitingen, maar meer dan 10 aansluitingen te realiseren. Deze groep valt onder de categorie kleine collectieve warmtesystemen van de Wcw. 2 projecten vallen onder de beperkt gereguleerde categorie. Drie projecten verwachten 1500 of meer aansluitingen te realiseren en vallen onder de Wcw-regel van ten minste 50% publiek eigendom (zie figuur 3.2).  

15 projecten bevinden zich in de verkennende of haalbaarheidsonderzoeksfase. Van deze projecten is het onzeker of ze gerealiseerd zullen worden. 17 van de 32 projecten bevinden zich in een de fase van ontwerp, aanbesteding of realisatie. Deze projecten gaan waarschijnlijk doorgang vinden, al is dat niet zeker. 

De projecten die waarschijnlijk doorgang zullen vinden (17) hebben een totaal geschatte omvang van 20.010 huishoudens en zullen, met een omrekenfactor van 27 GJ/J, voorzien in een warmtevraag van 540.270 GJ per jaar.  

Het PBL onderzocht in 2023 de transitievisies warmte. Uit de analyse bleek dat, indien alle gemeenten die warmtenetten als oplossing benoemen hun plannen daadwerkelijk realiseren, er een potentieel van 756.000 woningequivalenten is. In dat geval maken de warmteprojecten waarbij collectief eigendom als doelstelling wordt gehanteerd, zo'n 2,64% van het totale potentieel van collectieve warmtevoorzieningen uit. Het gaat om een grove inschatting. 

Projecten per fase

In figuur 3.4 vind je een overzicht van het aantal actieve en gestopte projecten per projectfase (zie ook definitie). We zien dat er veel projecten in de oriëntatiefase zitten. Bij deze projecten is het nog onzeker of ze ontwikkeld kunnen worden. 

Er zijn in 2024 geen projecten gerealiseerd. Er zijn 5 projecten in de realisatiefase, dat zijn Aardgasvrij dorp Garyp, Zandweerd Stroomt, Warmtenet Loppersum, Traais Warmtenetwerk, en Paddepoel en Selwerd.  

Het Ketelhuis WG, WOW Wageningen, Warmte uit water Poelgeest en de eerste fase van het project Wetterwarmte Baard bevinden zich in de aanbestedingsfase. Voor een overzicht van de projecten en projectfasen, zie de bijlage.  

Definitie projectfasen voor collectieve warmtevoorzieningen

We maken onderscheid tussen zes projectfasen. Wij hebben deze fasen gekozen omdat ze aansluiten bij wat wij inzichtelijk kunnen maken door middel van onlineonderzoek en de enquête: 

  1. Oriëntatie, verkennend onderzoek: er wordt onderzocht welke (collectieve) oplossingen voor duurzame warmtevoorzieningen mogelijk zijn in een wijk of dorp. Vaak worden er meerdere oplossingsrichtingen onderzocht. Deze fase wordt vaak door de initiatiefnemer uitgevoerd. 
  2. Oriëntatie, haalbaarheidsonderzoek: meestal is er nu een beeld van een voorkeursoplossing. Deze oplossing dient te worden doorgerekend op technisch en financieel vlak. In deze fase wordt vaak een ingenieursbureau ingeschakeld. 
  3. Ontwikkeling, ontwerpfase: uit het haalbaarheidsonderzoek is gebleken dat een collectieve warmtevoorziening mogelijk en gewenst is. In de ontwerpfase worden de technische en financiële ontwerpen gemaakt. Vanaf deze fase is de kans dat het project gerealiseerd wordt een stuk groter. 
  4. Ontwikkeling, aanbestedingsfase: in deze fase worden de ontwerpen voorgelegd aan de partijen die in de uitvoering kunnen voorzien. Denk aan aannemers en warmteleveranciers. 
  5. Uitvoering, realisatiefase: de bron, het net en het aansluiten van huizen worden gerealiseerd. Dit is niet altijd tegelijkertijd. 
  6. Gebruik, operationeel: het project levert warmte aan huishoudens. Hiermee is het project voor de Lokale Energie Monitor afgerond.

Voorbeelden uit de praktijk

KetelhuisWG - Wilhelmina Gasthuisterrein Amsterdam: aanbestedingsfase

Bewonerscoöperatie KetelhuisWG is initiatiefnemer in een project waarbij zoveel mogelijk woon- en utiliteitsgebouwen op het Wilhelmina Gasthuisterrein in Amsterdam aardgasvrij worden gemaakt. 

Buurtwarmte 

De coöperatie wil duurzame buurtwarmte realiseren voor 1.500 eigenaren, huurders en gebruikers van circa 30 gebouwen. Sinds 2018 zijn ze bezig met de ontwikkeling van een warmtenet met een TEO-bron (warmte uit oppervlaktewater) uit het Jacob van Lennepkanaal. Dit doen zij onder andere met een rijksbijdrage vanuit het Programma Aardgasvrije Wijken. 

Ontwikkelingen 

In 2022 werd het spannend toen de gemeente de businesscase in twijfel trok en hiermee de laatste uitkering van de 3 miljoen PAW-subsidie in het geding kwam. Gelukkig werd in april 2023 de businesscase toch sluitend bevonden en kon het project zijn doorgang vinden. 

Begin 2024 was het dan eindelijk écht zover: in januari gingen de eerste proefwerkzaamheden van start. Ook werd bepaald waar de technische ruimte in de wijk gaat komen, en werd een aannemer gekozen om de werkzaamheden uit te voeren. Sinds februari 2025 wordt gewerkt aan het bouwen van de technische ruimte waar de TEO-installatie komt te staan. Vanaf het voorjaar 2025 zal ook het buurtwarmtesysteem in de wijk aangelegd worden. Ondertussen wordt ook gewerkt aan het verzamelen van de akkoordverklaringen van de huurders van de woningcorporatie. 

Als kers op de taart werd in november 2024 duidelijk dat de gemeente Amsterdam 7,9 miljoen euro als lening uitgeeft en ook nog een subsidie van 1,5 miljoen euro uit het Amsterdamse Klimaatfonds verstrekt. Met deze financiële steun en de geplande werkzaamheden is KetelhuisWG, als een van de koplopers in coöperatieve warmtenetten, goed op weg naar een werkend buurtwarmtenet. 

Warmtenet Oost-Wageningen: aanbestedingsfase

Coöperatie Warmtenet Oost-Wageningen werkt sinds 2018 aan een warmtenet voor de Wageningse wijk Benedenbuurt. Het betreft een warmtenet op middentemperatuur (70°C), gevoed door een lucht-water warmtepompsysteem. De coöperatie heeft samen met de gemeente en warmteleverancier een warmtebedrijf opgericht in 2021: warmtebedrijf WOW.

Vooruitgang en obstakels

Het jaar 2024 bracht zowel vooruitgang als obstakels voor het warmtenet in de Wageningse Benedenbuurt. Dit jaar werden de zogenoemde ‘warme opnames’ afgerond. Alle bewoners die deelnemen aan het warmtenet, kregen een bezoek om de aansluitroute naar de woning op te nemen en ontvingen hierover een rapport.

Daarnaast gaf de gemeenteraad in juni 2024 groen licht voor de omgevingsvergunning. De bedoeling was dan ook om na definitieve vaststelling van de vergunning zo snel mogelijk te starten met de aanleg van het warmtenet.  

Tegen de omgevingsvergunning zijn drie beroepen ingediend. Hoewel de voortgang hierdoor tijdelijk stilstaat tot behandeling in de rechtbank, ziet de coöperatie de uitspraak van de rechter met vertrouwen tegemoet. De coöperatie zit niet stil en blijft bezig met het treffen van voorbereidingen, zodat ze snel van start kunnen bij een positieve uitkomst. 

Eigen Warmte Balk: ontwerpfase

Eigen Warmte Balk is een initiatief van Energie Coöperatie Gaasterland in samenwerking met gemeente De Fryske Marren, woningcorporatie Dynhus, AVK Plastics BV, plaatselijk belang en de ondernemers vereniging. In juli 2024 tekenden zij een intentieovereenkomst waarin zij de samenwerking tot en met het voorlopig ontwerp vastlegden.

Belangrijke stappen voor Balk

Uit haalbaarheidsonderzoek is gebleken dat een groot deel van de woningen in Balk aangesloten kan worden op het warmtenet. Voor enkele wijken aan de randen van het dorp zijn individuele warmtepompen een betere oplossing.

Inmiddels is het schetsontwerp met bijbehorende businesscase opgeleverd en is Eigen Warmte Balk B.V. als aankomend warmtebedrijf opgericht. Voor de zichtbaarheid is er een informatiepunt in het centrum van het dorp.

Het plan is om begin 2025 een aanbesteding te starten, zodat marktpartijen het verdere ontwerp kunnen oppakken.  

Een recente mijlpaal was de toekenning van een lening uit het Ontwikkelfonds Warmte aan Eigen Warmte Balk. Deze financiering kan onder andere worden gebruikt bij het maken van het voorlopig en definitief ontwerp. Het kennisprogramma vanuit dit fonds blijkt van grote waarde. 

Warmtenet Componistenbuurt, Zutphen: haalbaarheidsonderzoek

In de gemeente Zutphen is het project Componistenbuurt een voorloper voor het aanleggen en exploiteren van een collectief warmtenet voor ruim 700 woningen. Het warmtenet Componistenbuurt is in de fase waarin de organisatie van het project gestalte moet krijgen. 

Daarnaast worden de technische en financiële haalbaarheid van het ontwerp voor aquathermie uit de IJssel onderzocht. Ook wordt gekeken of de inlaat in de IJssel gebruikt kan worden voor een vervolgproject voor de Zuidwijken van Zutphen (>5000 woningen).

Het project Componistenbuurt is gestart in 2019. In 2021 is een proeftuinsubsidie verkregen van de Provincie Gelderland. Voor het verkrijgen van deze subsidie hebben alle betrokken partners een letter of intent getekend, gevolgd door een samenwerkingsovereenkomst. ZutphenEnergie (ZE) is één van de belangrijke aanjagers van het project, samen met de gemeente Zutphen, Rijkswaterstaat, Woonbedrijf ieder1 en later ook Firan.

ZE neemt deel aan het project Componistenbuurt om de participatie van bewoners via de coöperatieve structuur te borgen en (mede daardoor) afnemers een zo gunstig mogelijke prijs voor de verwarming van hun woning te bieden. De coöperatieve opzet van het project houdt in dat afnemers een betekenisvolle invloed hebben op besluiten in de keten warmteproductie, transport en levering. 

Rol bewonerscollectieven

Figuur 3.5 geeft weer welke rol de betrokken initiatieven op dit moment vervullen. Deze rol verandert soms over de tijd. Bijvoorbeeld wanneer blijkt dat er meer uitvoeringscapaciteit nodig is, of wanneer er juist meer moet worden ingezet op het betrekken van de bewoners.  

In 18% van de gevallen vervult het initiatief een klankbordrol. In 24% van de gevallen is het initiatief (gelijkwaardig) partner. In 58% van de gevallen wordt de rol van trekker of initiatiefnemer door de bewonersinitiatieven vervuld. 

Om dit goed te duiden, vind je hieronder de definities die we voor de verschillende rollen hanteren. 

Definitie rol bewonerscollectief in een warmteproject

Bewonerscollectieven kunnen verschillende rollen bekleden binnen een project. Tegelijkertijd veranderen de rolverdelingen binnen het project vaak wanneer het in een nieuwe projectfase beland. We hanteren de volgende rolverdelingen:

  • Initiatiefnemer: het collectief heeft een aanjagende en trekkende rol bij het project. Communicatie verloopt via de website van het collectief en de betrokken partijen werken samen aan het project in opdracht van het collectief.
  • Partner: het collectief is gelijkwaardig partner in een samenwerking tussen meerdere partijen. Het collectief kan een projectleider aanleveren, of participatievraagstukken op zich nemen. We zien in dit geval vaak dat de communicatie naar het publiek via een onafhankelijke partij verloopt. Het collectief wordt expliciet benoemd in deze uitingen.
  • Klankbordgroep: het collectief is aangehaakt bij het project, en denkt als georganiseerde groep bewoners mee met de plannen. Het collectief wordt bevraagd wanneer er belangrijke stappen in het project worden doorlopen.

Initiatiefnemers warmteproject 

Dit jaar is voor het eerst in beeld gebracht wie de initiatiefnemer (zie ook definitie) van een project is. We konden dit voor 50 projecten achterhalen. In figuur 3.6 zien we het resultaat. 

Projecten worden in 39% van de gevallen geïnitieerd door een energiecoöperatie die al actief is in het gebied. In 21% van de gevallen is het een bewonersgroep die nog niet eerder georganiseerd was. In 19% van de gevallen wordt het project gestart door een bestaande wijk- of buurtvereniging. In 17% van de gevallen is de gemeente initiatiefnemer en ontstaat een georganiseerde groep bewoners of haakt een bestaand bewonerscollectief aan. 

Definitie initiatiefnemer warmteproject

Warmteprojecten kunnen op verschillende manieren worden opgestart. We brengen in kaart wie de initiatiefnemer van het project is geweest. Hierdoor krijgen we een beter begrip van de wijze waarop warmteprojecten van start gaan.  

  • Bewonersgroep (informeel): het project is geïnitieerd vanuit een groep inwoners die niet is georganiseerd via een in de KvK ingeschreven organisatie. Ze profileren zich naar buiten toe als een groep met een eigen naam en duidelijke warmteambities. Het initiatief komt voort uit het idee van een of meerdere bewoners die een warmteproject willen realiseren. 
  • Wijk- of buurtvereniging (KvK): de initiatiefnemer is een wijk- of buurtvereniging met bestaande activiteiten in de omgeving. Dit hoeven niet enkel energie-activiteiten te zijn. De organisatie heeft vaak al bestaande contacten in de buurt en soms met de gemeente. Het initiatief voor een warmteproject komt dan van een of meerdere personen binnen of via deze organisatie. 
  • Energiecoöperatie: de initiatiefnemer is de bestaande lokale energiecoöperatie, zoals gedefinieerd in de Lokale Energie Monitor. Hieronder vallen ook initiatieven van individuen die via de lokale coöperatie worden aangemeld bij de gemeente.  
  • Gemeente: de projecten waarbij de gemeente initiatiefnemer is. Bijvoorbeeld omdat zij zijn gestart met het opstellen van een uitvoeringsplan. In sommige gevallen wordt er op initiatief van de gemeente een bewonersorganisatie of klankbordgroep opgericht.

Benutte warmtebronnen

Er kunnen verschillende bronnen op een warmtenet worden aangesloten. In figuur 3.7 hieronder geven we de warmtebronnen weer die door de 88 projecten worden onderzocht of ontwikkeld.  

Warmte uit oppervlaktewater (TEO) blijft verreweg de meest onderzochte bron in de verkennende en haalbaarheidsfase. 23 projecten in de vroege fase zien deze bron als kansrijk. Zonthermie volgt, met 9 projecten in de eerste twee onderzoeksfasen. Bodemenergie is dit jaar ook een opvallende bron, met 6 projecten die zich allemaal in de verkennende fase bevinden. Vaak gaat het om kleinschalige projecten met bodemlussen. 

Lees hier meer informatie over mogelijke warmtebronnen voor collectieve warmtevoorzieningen.

Aflevertemperatuur

Voor het indelen van warmteprojecten op basis van de aflevertemperatuur hanteren we de vier temperatuurniveaus van het NPLW: hogetemperatuur (HT) middentemperatuur (MT), lagetemperatuur (LT) en zeerlagetemperatuur (ZLT).  

Hogetemperatuur komt nog in 2% van de gevallen voor. Het gaat om twee projecten, waar allebei restwarmte wordt gebruikt.  

Verder zien we dat middentemperatuur in 33% van de projecten zal worden gebruikt. Deze systemen vereisen vaak geen extra voorzieningen voor tapwaterbereiding en de warmte kan direct worden benut zonder tussenkomst van een extra warmtepomp.  

In 11% van de projecten wordt lagetemperatuur gebruikt en in 6% van de projecten zeerlagetemperatuur (bronnet). Dit zijn systemen die warmte op een basistemperatuur naar het huis transporteren. Deze warmte moet vervolgens verhoogd worden door een warmtepomp in de woning. De warmtepomp in de woning gebruikt meestal minder energie, is vaak kleiner en maakt minder geluid dan een warmtepomp die nodig is voor een individuele, volledig elektrische oplossing.  

Projecten per provincie

In figuur 3.9 zijn de projecten per provincie weergegeven en uitgesplitst in projectfasen

Dit jaar zijn in de provincie Zuid-Holland 8 nieuwe projecten in de verkennende fase en haalbaarheidsfase in de monitor gekomen. Friesland heeft de meeste projecten die in de verder gevorderde fasen zitten. 

Overige bewonersinitiatieven

Naast de energiecoöperaties zijn er meer bewonersinitiatieven in Nederland die zich bezighouden met warmte. Deze initiatieven blijven voor een deel buiten beeld in de Lokale Energie Monitor omdat ze buiten de definitie van een ‘burgerenergiecollectief’ in de Lokale Energie Monitor vallen. Deze groep wordt dit jaar voor het eerst met aanvullend onderzoek in kaart gebracht.

Ga naar Bewonersinitiatieven in beeld >

Vorige hoofdstuk

< 2. Energiebesparing

Volgende hoofdstuk 

4. Zon >

De Lokale Energie Monitor 2024 is een uitgave van klimaatstichting HIER, met medewerking
van Energie Samen

Op de hoogte blijven?

Ontvang tips, artikelen, nieuws en meer! Geef hieronder aan welk thema je voorkeur heeft.

Lijsten