Er zijn twee nieuwe coöperatieve windparken bijgekomen, in Arnhem en Weert. Beide zijn 50% eigendom van een lokale burgercoöperatie. Ook hebben de Friese windpioniers uit Reduzum en Tzum hun dorpsmolens vervangen. Het coöperatief windvermogen is met 20,4 megawatt (MW) toegenomen ten opzichte van 2021.
In dit hoofdstuk maken we collectieve windprojecten van lokale burgercoöperaties en hun partners inzichtelijk.
- Zie ook onze definitie van 'collectieve wind'
De situatie in 2022
De situatie eind 2022 is als volgt:
- Er is 315,6 MW collectief windvermogen operationeel op land.
- Hiervan is 20,4 MW nieuw bijgeplaatst in 2022.
- Dit is een toename van 7% ten opzichte van 2021.
- Het collectieve aandeel is 5% van het totale wind-op-landvermogen in Nederland (totaal 6,3 gigawatt op land).
- Dit levert aan windstroom ongeveer 1.010 miljoen kilowattuur (kWh) per jaar op, vergelijkbaar met het elektriciteitsverbruik van 337 duizend huishoudens1.
Pijplijn
Er staat 28 MW nieuw collectief windvermogen op de planning voor de komende twee jaar. Deze windturbines zijn in aanbouw (13,5 MW) of de bouw ervan wordt voorbereid (gepland: 14,6 MW).
Verderop in de pijplijn wacht nog 36,3 MW op een uitspraak van de Raad van State en/of definitieve financiering. Als alles doorgaat neemt het totaal geplaatste, coöperatieve windvermogen tussen 2023-2025 toe tot 380,4 MW. Er is daarnaast nóg minstens 104 MW in voorbereiding; de initiatiefnemers bereiden zich voor op de planprocedure of zitten daar al middenin.
Zie voor de pijplijnprojecten ook figuur 3.2 verderop.
Vergelijking met totale wind-op-landvermogen
Van het Nederlandse windvermogen op land is bijna 5% coöperatief eigendom. In 2022 is het relatieve aandeel afgenomen ten opzichte van voorgaande jaren. Dat betekent dat het coöperatieve windvermogen minder snel toeneemt dan het niet-coöperatieve windvermogen.
- Uitgaande van gemiddeld 3.000 kWh per huishouden, 3.200 vollasturen (landelijk gemiddelde, Klimaatakkoord 2019; in de praktijk verschilt het aantal vollasturen per regio en per type turbine).
Verdeling over provincies en RES-regio’s
In de figuren 3.2 en 3.3 en in tabel 3.2 is te zien hoe het coöperatieve windvermogen is verdeeld over de provincies en RES-regio’s (Regionale Energiestrategie). In onderstaande figuur 3.2 zijn ook de projecten meegenomen die nog in de pijplijn zitten.
Verdeling over coöperaties
In figuur 3.4 is te zien hoe het coöperatieve windvermogen is verdeeld over de coöperaties. Wat hier vooral opvalt, is het relatief grote aandeel van de twee oudste coöperaties: Zeeuwind en Deltawind, beide al meer dan dertig jaar actief met windenergie.
Beide Zeeuwse coöperaties zijn samen voor 60% eigenaar van Windpark Krammer. Ze hebben verreweg het meeste coöperatieve windvermogen in handen in Nederland, namelijk 44%. De Limburgse en de Gelderse coöperaties hebben respectievelijk 14% en 15% van het coöperatief vermogen in handen.
Gerealiseerde projecten
In 2022 zijn twee nieuwe windparken in productie genomen die voor 50% eigendom zijn van een lokale burgercoöperatie. Twee dorpsmolens zijn vernieuwd. Het coöperatieve windvermogen is met 20,4 MW toegenomen ten opzichte van 2021.
Uitgelichte projecten
Zie voor een overzicht van alle projecten de bijlage.
Windpark Koningspleij (Gelderland)
Drie van de vier windmolens van dit Arnhemse windpark zijn in april 2022 in productie genomen. Er ging bijna tien jaar aan voorbereidingen aan vooraf. Het is een initiatief van Rijn en IJssel Energiecoöperatie en partners Prowind en Pure Energie. De coöperatie is voor 50% eigenaar. De vierde windturbine van Pure Energie wordt in 2023 opgeleverd en zal stroom leveren aan een nabijgelegen industriepark.
566 bewoners hebben samen 2,86 miljoen euro ingebracht en zijn zo mede-eigenaar van het windpark. Een deel van de opbrengsten is bestemd voor een omgevingsfonds voor projecten die bijdragen aan de duurzaamheid en leefbaarheid van de directe omgeving van het windpark (ca. 12.000 euro per jaar).
Zie ook:
Windpark Weert (Limburg)
In september 2022 zijn de drie windturbines van Windpark Weert opgeleverd. Eneco en burgercoöperatie Weert Energie zijn samen eigenaar (50/50). 450 leden mogen zich mede-eigenaar noemen. Zij hebben samen 2,4 miljoen miljoen euro ingebracht. In totaal duurde de ontwikkeling zes jaar, vanaf het moment dat de gemeente haar medewerking gaf in 2016 tot de realisatie in 2022.
Een omgevingsfonds, het Gries Hej Windfonds, keert rond de 30.000 euro per jaar uit aan projecten met een algemeen maatschappelijk nut of ter bevordering van duurzaamheid in de omgeving. Bewoners kunnen de windstroom afnemen via Eneco of Om | Nieuwe energie. Deze zomer leverde het windpark stroom aan het populaire festival Bospop en sinds augustus 2022 ook aan twee openbare laadpalen (‘groene stroom tanken uit eigen buurt’).
Twee nieuwe dorpsmolens: Reduzum en Tzum (Friesland)
Eind 2022 zijn twee nieuwe windmolens in gebruik genomen in de Friese dorpen Reduzum (gemeente Leeuwarden) en Tzum (Waadhoeke). Ze vervangen twee oudere dorpsmolens die begin jaren negentig door coöperatieve windpioniers waren gebouwd. Beide coöperaties maken gebruik van de Subsidieregeling Coöperatieve Energie (SCE) en zijn de enige coöperaties met een windproject.
Reduzum
De bouw van de windmolen in Reduzum was het sluitstuk van een langjarig traject. De dorpbewoners wilden in 2015 al hun oude windmolen vervangen, maar de provincie stond dat niet toe. Pas in 2019 kwam er ruimte, onder andere dankzij een door de gemeente Leeuwarden tegen de provincie aangespannen rechtzaak. De bewoners van Reduzum en het aangrenzende Friens en Idaerd gingen meteen aan de slag, maar kregen met nieuwe uitdagingen te maken: een afwijzing van de SDE-subsidie (Stimuleringsregeling Duurzame Energietransitie), prijsstijgingen en netcongestie.
De bewoners hadden begin 2021 de hoop al een beetje opgegeven. Maar er kwam er schot in de zaak door de nieuwe SCE-regeling en een Europese subsidie. In december 2021 ondertekende coöperatie Doarpsmûne Reduzum de koopovereenkomst voor de windturbine. De steun van de dorpsbewoners was toen al ruimschoots binnen. Het bleef echter spannend tot het laatste moment. Zo stelde Liander in de zomer 2022 werkzaamheden uit en lag het werk tijdelijk stil door een kabelbreuk. Eind 2022 draaide de nieuwe windmolen eindelijk.
In Reduzum zijn ruim 540 huishoudens lid van de coöperatie, waarvan ruim 200 leden samen 750.000 euro hebben ingelegd voor de aankoop. De opbrengsten komen deels ten goede aan projecten die duurzame leefbaarheid in de dorpen bevorderen en behouden. Dat gebeurt overigens al 25 jaar; in totaal is in alle jaren 100.000 euro van de opbrengsten naar het dorp gegaan.
Tzum
In het Friese dorp Tzum is de oude dorpsmolen uit 1994 verkocht in 2016. Vrij snel na de SCE toekenning in 2021 is de realisatie voor de nieuwe windmolen in gang gezet. De nieuwe Buurtmolen van 1 MW draait sinds 10 december 2022. Stichting MAST, eigenaar van de oude dorpsmolen, nam het initiatief voor de opschaling en de oprichting van coöperatie TOER die rond de 530 leden telt.
Samen legden de leden slechts 530 euro startkapitaal in. Zij nemen risicoloos deel aan het windproject. Stichting MAST financiert ruim 200.000 euro uit haar reserves. De rest, ca. 1,3 miljoen euro wordt gefinancierd door het provinciale energiefonds Fûns Skjinne Fryske Enerzjy (FSFE) en Stichting Groenfonds. Stichting MAST heeft tussen 1994 en 2021 278.000 euro aan leefbaarheidsprojecten uitgekeerd in het dorp.
Met de Verordening Ruimte Friesland uit 2019 kregen 14 dorpsmolens de mogelijkheid om op te schalen (tot 100 meter tiphoogte). Mogelijk volgen de komende tijd meer vernieuwingen van dorpsmolens in Friesland.
Windpark Zeewolde (Flevoland)
Dit windpark is een bijzondere loot aan de coöperatieve stam. Het wordt ook wel het grootste boerenburgercollectief van Europa genoemd en is eigendom van meer dan 200 boeren, bewoners en ondernemers uit de omgeving.
Burgercoöperaties De Windvogel en De Nieuwe Molenaars hebben zich aangesloten, zodat ook bewoners van Almere en Zeewolde kunnen meedoen. Het aandeel van deze burgercoöperaties is beperkt (1,2%).
Windpark Zeewolde is in fases gebouwd. Delen waren in 2021 al operationeel, maar in augustus 2022 is het officieel geopend.
Windpark Pampus Wind (Flevoland)
Dit windpark is in 2021 in productie genomen en in februari 2022 werd de burgercoöperatie Almeerse Wind formeel eigenaar van de twee windturbines. Ze zijn mede door Vattenfall ontwikkeld als onderdeel van een windpark van tien windturbines en ter vervanging van een ouder windpark.
Door de hoge prijzen op de energiemarkt zijn de verdiensten van het windpark veel hoger dan begroot. In het voorjaar van 2023 beslissen de leden voor het eerst, ieder met één stem, over de winstbestemming. De vereniging wil de winst lokaal duurzaam herinvesteren om daarmee een verdere bijdrage aan de energietransitie te geven.
De coöperatie heeft 475 leden, waarvan 165 hebben meegeïnvesteerd. Samen brachten ze 1,3 miljoen euro bijeen. De coöperatie werkt samen met coöperatieve energieleverancier Om | nieuwe energie om Almeerse stroom te leveren aan leden. In 2022 is ook de Floriade van stroom voorzien.
Projecten in de bouwfase
Er zijn twee windparken in aanbouw in 2022. Voor deze projecten is de vergunning onherroepelijk, de SDE toegekend en de financiering rond. Mogelijk zijn beiden windparken eind 2022 al operationeel, maar we tellen ze nog net niet mee voor deze Lokale Energie Monitor 2022. In totaal staat er 13,5 MW extra coöperatief windvermogen in de steigers.
Uitgelichte projecten
Twee projecten in de bouwfase. Zie voor een overzicht van alle projecten de bijlage.
Windpark Bovenwind (Staphorst, Overijssel)
Het windpark is volop in aanbouw. Naar verwachting start de energieproductie begin 2023. Daarmee is sprake van een uitzonderlijk korte doorlooptijd van ongeveer vijf jaar. De aanleiding was de verplichting die de gemeente Staphorst in 2017 kreeg opgelegd van de provincie Overijssel om 12 MW wind op haar grondgebied te realiseren vóór 2021. De gemeente wilde een 100% coöperatief windpark ontwikkelen en legde dit in 2017 vast in beleid.
Coöperatie
Een projectgroep van Staphorster burgers, agrariërs en ondernemers richtte in 2018 de lokale coöperatie Wij Duurzaam Staphorst op en kwam met een plan voor een windproject. 'Als het dan moet dan doen we het zelf' was de insteek, met als doel de winst niet de gemeentegrenzen te laten verlaten. In september 2019 was er groen licht van de gemeenteraad. De bezwaarprocedure bij de Raad van State leidde mede wegens corona tot vertraging, maar in mei 2021 was de vergunning onherroepelijk.
100% lokaal eigendom
De coöperatie ging een samenwerking aan met het Waterschap Drents Overijsselse Delta, dat in het windpark participeert en voor 20% aandeelhouder is. Beide partijen zorgen samen voor 100% lokaal eigendom. Inwoners van de gemeente kunnen binnenkort ook meedoen. Begin 2023 start de coöperatie met een campagne voor financiële participatie. Tijdens een peiling in 2019 zegden belangstellenden ruim 3,6 miljoen euro toe. De coöperatie wil tussen de 1,5 en 2,5 miljoen euro ophalen. Daarmee kan de coöperatie een deel van de lening voor Windpark Bovenwind aflossen.
Windenergie A16 (Noord-Brabant): Windmolen De Noord
Ook het windproject Energie A16 staat in de steigers. Het bestaat uit dertien verschillende initiatieven die de provincie Noord-Brabant als een samenhangend project coördineert. In totaal zijn 28 windturbines gepland aan weerszijden van de A16. Eén van de 28 windturbines wordt door een coöperatie ontwikkeld: Windmolen De Noord van het Traais Energie Collectief. Deze is onderdeel van Windpark Zonzeel (zes windturbines), waarin de coöperatie, Eneco en Pure Energie samenwerken. Realisatie wordt eind 2022/ begin 2023 verwacht.
Windmolen De Noord wordt opvallend genoeg niet op het landelijk elektriciteitsnet aangesloten. De opgewekte stroom gaat via een eigen kabel naar Terheijden en voorziet huishoudens én het Traaise warmtenet van groene stroom. In de Green Deal windenergie A16 (2017) is afgesproken dat 25% van het projectrendement ten goede komt aan de lokale gemeenschap. De ontwikkelaars van Windpark Zonzeel hebben daarnaast nog een Burenregeling voor nabije buren van de windmolens, bedoeld voor verduurzaming van woningen.
Geplande projecten
Van drie windprojecten start de bouw in 2023. Ze staan te boek als gepland, dat wil zeggen: de vergunning is onherroepelijk, de subsidie toegekend, de financiering is rond en de voorbereidingen voor de bouw zijn in gang gezet. In totaal gaat het om 14,6 MW.
Projecten in afwachting Raad van State
Vijf windparken wachten op besluitvorming van de Raad van State. De vergunning is verleend, maar nog niet onherroepelijk. In totaal gaat het om 36,3 MW. Het betreft:
- Burgerwindpark A2 Lage Rooijen (Maasdriel, Gelderland)
- Windpark Elzenburg-De Geer (Oss, Noord-Brabant)
- Windpark Grote Haar (Gorinchem, Zuid-Holland)
- Windpark IJsselwind (Zutphen, Gelderland)
- Windpark Ze-BRA (Reimerswaal, Zeeland)
Uitgelicht project
Windpark IJsselwind (Zutphen, Gelderland)
De ontwikkeling van IJsselwind was in 2021 stil komen te liggen, nadat de Raad van State de omgevingsvergunningen en het bestemmingsplan in mei 2021 had vernietigd.
De partners, vier lokale coöperaties uit Zutphen, Voorst, Brummen en Lochem en het Waterschap Rijn & IJssel, hebben na beraad een nieuwe vergunningaanvraag gedaan. Dit keer trad de provincie op als bevoegd gezag, en niet de gemeente Zutphen.
Op 16 november 2022 stelde de Provinciale Staten het inpassingsplan vast. Mogelijk stappen enkele direct omwonenden opnieuw naar de Raad van State.
Projecten in voorbereiding
Er zitten meer plannen in een vroeger stadium van ontwikkeling. Van minstens 23 plannen (circa 104 MW) weten we dat ze in voorbereiding zijn. Hiermee bedoelen we: er is een specifieke locatie in beeld, de vergunningsprocedure loopt, of de initiatiefnemers bereiden de vergunningaanvraag voor. Deze fase eindigt zodra de vergunningen onherroepelijk zijn.
In 2021 had een aantal coöperatie te maken met vertraging als gevolg van het Nevele-arrest. Dat is voorlopig opgelost, zodat deze projecten doorkunnen.
Daarnaast zijn plannen bekend die meer oriënterend van aard zijn, of onderdeel zijn van een gebiedsproces. Als voorbeeld noemen we hieronder het Rijnmondgebied.
Uitgelicht project
Vroege fase: Regionale samenwerking in het Rijnmondgebied
In het Rijnmondgebied rond de Rotterdamse haven hebben acht coöperaties de handen ineen geslagen om samen nieuwe windprojecten mogelijk te maken. Ze richten zich op locaties die in 2012 en 2017 al door de provincie zijn aangewezen, maar waar zich nog geen initiatiefnemer heeft gemeld.
Op deze locaties zijn solitaire molens mogelijk, die mogelijk alleen rendabel te exploiteren zijn als samenhangend geheel. De coöperaties richtten in 2022 een regionale coöperatie op, Energiecoöperatie Regio Rijnmond, en een projectbureau om de grootschalige ontwikkeling op zich te nemen.
Stilgelegde projecten
In 2022 zijn twee windplannen stopgezet. We beschrijven ze hieronder:
Windmolen Krabbegors (Dordrecht, Zuid-Holland)
De plannen voor een Drechtse windmolen zijn afgeblazen. Deze zou eigendom worden van energiebedrijf HVC en de gemeente Dordrecht (verenigd in de Energiecoöperatie Dordrecht) en de burgercoöperatie Drechtse Energie. Na vijf jaar voorbereiding gaf de gemeente in 2018 akkoord voor de bouw en leken de seinen op groen te staan. Maar begin 2022 trok HVC de stekker eruit.
Diverse factoren speelden mee: vertraging bij de Raad van State (corona, Nevele-arrest), een verslechterde businesscase (stijgende grondstofprijzen, lagere SDE-subsidie) en lokale weerstand.
Uiteindelijk dreigden ook de SDE-beschikking en een termijnafspraak in het grondcontract te verlopen. Drechtse Energie heeft geen kans gekregen om een alternatief uit te werken. Zeer teleurstellend, vindt de voorzitter van de coöperatie:
“Treuzelen met windmolens kan niet meer. Zonder wind zijn we nog langer afhankelijk van buitenlandse regimes. Een procedure van twee jaar voor iets dat de gemeente zelf al lang wilde kunnen we ons niet permitteren.”
Windpark Nieuw-Reijerwaard (Ridderkerk, Zuid-Holland)
De plannen voor dit windpark zijn stopgezet door energiebedrijf ENGIE. Door de stijgende grondstofprijzen van windturbines kwam het rendement teveel onder druk te staan. Coöperatie De Groene Stroom, de gemeente Ridderkerk en de ondernemers op het bedrijventerrein zoeken nog wel naar mogelijkheden voor een doorstart.
Knelpunten en uitdagingen
Voor inzicht in de knelpunten die coöperaties ervaren bij windprojecten verwijzen we door naar de knelpunteninventarisatie van HIER.