warmtenet

4. Collectieve warmteprojecten

 

Warmtenet Muiderberg. Foto: Studio Kastermans

De groei van het aantal warmte-initiatieven lijkt af te vlakken. In 2021 kwam er nog een project bij. In 2022 bleef het aantal warmteprojecten gelijk (78). Van alle warmte-initiatieven zijn er op dit moment drie operationeel.

In dit hoofdstuk gaan we in op initiatieven van bewoners die die samenwerken aan collectieve plannen en voorzieningen.

De situatie in 2022

  • 140 van de 705 coöperaties bezig met warmte-initiatieven.
  • Tenminste 31 van de 140 zijn bezig met het organiseren van informatiebijeenkomsten of hebben een website met informatie over het (individueel) opwekken van warmte.
  • 15 coöperaties geven aan bezig te zijn met de collectieve inkoop van individuele oplossingen, zoals warmtepompen.
  • Dit jaar zijn er 78 initiatieven bij ons bekend waarbij een coöperatie betrokken is bij het ontwikkelen van een collectieve warmtevoorziening.

Achtergrondinformatie

Het Deense model

Denemarken heeft sinds de oliecrisis in 1973 flink ingezet op warmtenetten. Als gevolg daarvan zijn de Denen nog steeds voorloper op dit gebied. Meer dan 64% van de huishoudens heeft een aansluiting. In Nederland is dit slechts 6%. Ook wordt in Denemarken een veel groter aandeel van de warmte duurzaam opgewekt dan in Nederland. Stadsverwarming is in Denemarken gedecentraliseerd en georganiseerd als een gemeenschappelijke voorziening. We zetten enkele verschillen in wet- en regelgeving tussen Nederland en Denemarken op een rij.

Prijs

Te beginnen de prijs. In Nederland is er een maximaal warmtetarief, gebaseerd op de prijs van gas, volgens het Niet Meer Dan Anders (NMDA) principe. Daarnaast is er sprake van een maximaal toegestaan winstpercentage. In Denemarken zijn de tarieven voor warmte gebaseerd op de kosten van het specifieke warmtenet. Dat betekent dat de tarieven per aangelegd warmtenet verschillen op basis van keuzes die zijn gemaakt in de aanleg van het net (zoals welke bron wordt gebruikt). Er mag geen winst worden gemaakt met warmtelevering.

Rolverdeling en marktordening

Ten tweede de rolverdeling en marktordening. In Denemarken is er een grote rol weggelegd voor gemeentes. Daarnaast is er ook veel mogelijkheid voor bewoners om te participeren. Van de 430 collectieve wijkverwarmingen zijn er dan ook 340 in coöperatief bezit, tegenover drie (bij ons bekende) coöperatieve warmtenetten in Nederland.

Financiering

Als laatste de financiering. Het aanleggen van een warmtenet vraagt om een grote investering. In Nederland komen coöperatieve initiatieven maar moeilijk aan geld. In Denemarken is het mogelijk om als warmtebedrijf tegen een lage rente geld te lenen van de bank.

Overschakelen vs. aanleggen

Wat wel belangrijk is om te bedenken, is dat de warmtetransitie in Denemarken voornamelijk bestaat uit het overschakelen op duurzame bronnen, omdat er al veel warmtenetten liggen. In Nederland moeten veel netten juist nog worden aangelegd. Het versoepelen van de besproken wet- en regelgeving zou dit proces kunnen versnellen.

Zie voor meer informatie:

Collectieve warmtevoorzieningen

We hebben dit jaar 78 actieve, 26 niet-actieve en negen stopgezette projecten voor collectieve warmtevoorzieningen in beeld*. Dat is één actief project meer dan vorig jaar.

De projectfasen kunnen worden onderverdeeld van ‘verkennend onderzoek’ tot ‘operationeel’. Zie figuur 4.1 voor een overzicht van de projectfasen.

  • 21 actieve projecten zijn bezig met verkennend onderzoek. Twee projecten zijn afgerond of stopgezet na onderzoek en twintig projecten zijn inactief* in deze fase.
  • 34 actieve projecten doen haalbaarheidsonderzoek naar één of meer concrete scenario’s. Van zes is bekend dat ze zijn stopgezet* en zes zijn inactief.
  • Vijf projecten zijn bezig met het ophalen van intentieverklaringen van deelnemers.
  • Vijf projecten zijn in de ontwerpfase.
  • Er zijn geen projecten bekend die zich op dit moment in de aanbestedingsfase bevinden.
  • Tien projecten bevinden zich in de realisatiefase en zijn bezig met het bouwen van de installatie.
  • Drie projecten zijn operationeel, een project is stopgezet* in de operationele fase.

 

*Zie onze definitie van actieve, niet actieve en stopgezette projecten.

Uitgelichte projecten

Een update van de warmteprojecten die in ontwikkeling zijn:

Traais Warmtenet (Noord-Brabant): bouw gestart

In Terheijden (gemeente Drimmelen) is het Traais Energie Collectief (TEC) in 2019 gestart met de aanleg van het Traais Warmtenetwerk. De werkzaamheden vorderen straat voor straat en in het najaar van 2022 zijn de eerste woningen aangesloten.

Het netwerk is een pilotproject van het PAW (3,4 miljoen euro). Ondertussen werkt de Traaise Energie Maatschappij, de werkmaatschappij van het TEC, aan de ontwikkeling van warmtebronnen. In 2025 verwachten de initiatiefnemers warmte te onttrekken aan de rivier de Mark. Ook onderzoeken ze de mogelijkheden van geothermie.

Proeftuin Oranjewijk (Friesland): stapsgewijze fase gestart

De Oranjewijk in Leeuwarden is een wijk met geschiedenis. De wijk is zo’n honderd jaar geleden gebouwd en is deels beschermd stadsgezicht. Nadat een eerdere aanvraag door de gemeente en energiecoöperatie Nieuwe Energie Oranjewijk (NEO) niet werd toegekend (voor een warmtenet op basis van aquathermie), werd hun aanvraag in de derde PAW-ronde dat wel (3,9 miljoen euro). Deze subsidie wordt ingezet om het verduurzamen van woningen in de wijk zo gemakkelijk mogelijk te maken.

De oude en soms monumentale woningen zijn een uitdaging, maar juist hier is goede isolatie en installatietechniek belangrijk omdat de aanleg van bijvoorbeeld een laag- of middentemperatuur warmtenet anders lastig wordt. Het is de bedoeling is om in 8 jaar tijd 500 huizen gereed te maken voor afkoppeling van het gas en voor een nieuwe vorm van warmtevoorziening.

NEO gaat dit doen door middel van individueel advies, centrale inkoop, het verhuren van warmtepompen, collectieve opdrachtverstrekking en professionele ondersteuning aan woningeigenaren. Gemeente en energiecoöperatie werken nauw samen en willen veel aandacht geven aan de participatie van bewoners en andere stakeholders.

Dit project is een mooi voorbeeld van deze samenwerkingsvorm en laat zien dat ook oude huizen van het gas af kunnen.

Coöperatie Warmtenet Oost-Wageningen (Gelderland): deelnemers intentieverklaringen

In Wageningen zijn verregaande stappen gezet naar de realisatie van een coöperatief warmtenet in de Benedenbuurt. Het betreft een warmtenet op middentemperatuur (70°C), gevoed door een luchtwarmtepompsysteem en warmtekoudeopslag (WKO). De inwoners is een bindende aansluit- en een leveringsovereenkomst aangeboden. Zij kunnen in de zomer van 2024 hun warmte krijgen via een nieuw warmtebedrijf.

WOW heeft samen met de Gemeente Wageningen een joint venture opgericht met een meerderheidsbelang in het warmtebedrijf. De derde aandeelhouder is Kelvin BV, dat de warmtevergunning inbrengt. De opweklocatie is aangekocht en er is opdracht gegeven voor de realisatie van de opwek. Voor de zomer van 2023 zal de aanleg van het net en de huisaansluiting vergund zijn.

WOW neemt deel aan het Programma Aardgasvrije Wijken (5,7 miljoen euro). Er is veel draagvlak voor het warmtenet in de wijk. De vereiste inschrijfdrempel van 75% van de bewoners is gehaald en het aantal inschrijvingen is zelfs 83%.

Nieuwe deelnemers ontvingen een vlaggetje in de tuin, wat de steun voor het project in de wijk zichtbaar maakte en twijfelende buren overhaalde. De aanleg van het warmtenet staat voor de zomer 2023 gepland en als alles voorspoedig verloopt, kunnen de eerste woningen het jaar daarop al van het gas af.

Zie ook:

Energiecoöperatie Heeg (Friesland): project gaat door

Duurzaam Heeg nam enkele jaren geleden het initiatief voor een collectieve warmtevoorziening voor het hele dorp. Het wil warmte halen uit het oppervlaktewater van het Hegermeer. Alle bewoners en ondernemers in het kerngebied moeten voor verwarming van hun woning of bedrijfsgebouw gebruik kunnen maken van deze voorziening.

In 2019 heeft de stuurgroep Warm Heeg een haalbaarheidsonderzoek laten uitvoeren. Hieruit bleek dat het plan financieel haalbaar was als het overgrote deel van de Hegemers mee zou doen. Voor de verdere ontwikkeling van het project richtte de coöperatie de stichting en de bv Warm Heeg op.

Na een eerdere teleurstelling is de PAW-aanvraag voor de derde ronde dit jaar toegekend. In het voorjaar van 2023 start de werving van klanten. Bewoners krijgen dan een concreet prijsaanbod en worden uitgenodigd een klantcontract af te sluiten.

Het aantal ondertekende contracten bepaalt medio 2023 of Warm Heeg doorgaat. Als alles voortvarend verloopt, kan de schop eind 2023 in de grond. De intentie is om ook een eigen warmtebedrijf op te richten om de kosten laag te houden.

Wattnu (Noord-Holland): project gaat door

Voor de verduurzaming van Muiderberg (gemeente Gooise Meren) bleek een warmtenet met oppervlaktewater uit het IJmeer als bron een interessante optie te zijn. In 2021 gingen de eerste leidingen voor het warmtenet de grond in. De gemeente verstrekte een lening van 1,5 miljoen euro om de leidingen en de ontwikkelkosten te bekostigen.

Een PAW-aanvraag om de volgende fase te helpen financieren is dit jaar niet toegekend. De initiatiefnemers laten zich echter niet uit het veld slaan. De positieve beoordeling van het project door de adviescommissie van het PAW motiveert de gemeente Gooise Meren en energiecoöperatie Wattnu om te onderzoeken hoe het warmtenet alsnog kan worden gerealiseerd.

Ondertussen houdt de coöperatie zich bezig met drie zaken: het ondersteunen van bewoners bij het aardgasvrij-klaar maken van hun woning, het verder uitwerken van ontwerpen voor de aanleg van meer warmtenetten in Muiderberg en het uitvoeren van verkenningen in andere wijken in Gooise Meren waar de Transitievisie warmte in warmtenetten voorziet.

Zo staat Wattnu in de startblokken voor wanneer er een nieuwe subsidieaanvraag kan worden gedaan.

Duurzaam Hintham (Noord-Brabant): plannen stilgelegd

De wijk Hintham in Den Bosch is door de gemeente uitgekozen als ‘proefbuurt’. In deze buurten wordt gepionierd met het vinden van oplossingen om van het gas af te gaan.

Er is in Hintham naar verschillende oplossingen gekeken. Voor Hintham-Zuid is de mogelijkheid onderzocht om een warmtenet aan te leggen met de restwarmte van het nabijgelegen datacenter Interconnect als bron. Maar uit onderzoek van een adviesbureau bleek dat het plan financieel niet haalbaar was.

Duurzaam Hintham geeft niet op onderzoekt wat er verder mogelijk is om de wijk te verduurzamen.

Achtergrondinformatie

Intentieverklaringen ten behoeve van financiering

We zien dit jaar dat een aantal projecten bezig is met het ophalen van intentieverklaringen van inwoners. Deze verklaringen zijn soms juridisch bindend, maar soms ook niet.

De verklaringen zijn bedoeld om een eventuele financier en/of de coöperatie inzicht te geven in de hoeveelheid deelnemers die ze kunnen verwachten. Daarmee kunnen de risico’s, zoals het vollooprisico, maar ook het risico van een desinvestering, in de ontwerpfase worden verlaagd. Dit is een ontwikkeling die we eerder nog niet zo expliciet bij collectieve warmteprojecten hebben gezien.

Niet-bindende vs. bindende verklaring

Het hangt van het doel van de verklaring af of er gebruik wordt gemaakt van een bindende of niet-bindende verklaring. Een bindende verklaring staat sterker wanneer er bijvoorbeeld financiering moet worden aangevraagd. Maar deze kan ook afschrikkend werken.

Niet-bindend

Initiatieven die niet-bindende intentieverklaringen verzamelen zijn Warmtenet Dauwendaele (Middelburg), Warmtenet Muiderberg (Gooise Meren), Warmte | Koude-net Panningen (Peel en Maas) en Zonnewarmte.NL Ramplaankwartier (Haarlem).

Bindend

Enkele projecten gaan een stap verder en bieden hun leden een bindende aansluit- en leveringsovereenkomst aan. Het gaat hier om Coöperatie Warmtenet Oost-Wageningen (WOW) , KetelhuisWG (Amsterdam), en Warm Heeg.

Een voorbeeld van hoe het verzamelen van intentieverklaringen kan verlopen vind je in deze projectomschrijving van WOW.

Technieken voor warmtelevering

Warmteprojecten bestaan in vele vormen. Zowel technisch, als wat betreft de aard van de warmtebron. Technieken kunnen worden gecombineerd, of meerdere technieken worden onderzocht.

Op het gebied van de techniek zien we in figuur 4.3 dat er met name warmtenetten collectief worden ontwikkeld (81). Er zijn ook collectieve initiatieven die energie via waterstof (4) of groen gas (10) leveren. Dit kan voor verschillende doeleinden worden gebruikt, waaronder het opwekken van warmte.

Er zijn ook initiatieven die inzetten op individuele oplossingen, zoals warmtepompen (6). Daarnaast zijn er combinaties (5) of is de te gebruiken techniek nog niet bekend. Bijvoorbeeld omdat het project zich in een verkennende fase bevindt.

Warmtebronnen

Op warmtenetten kunnen verschillende bronnen worden aangesloten. We hebben in figuur 4.4 een overzicht gemaakt van het type bron dat wordt onderzocht of definitief wordt gebruikt. In veel gevallen gaat het om een combinatie van bronnen die het warmtenet kunnen voeden.

We zien dat thermische energie uit oppervlaktewater (TEO, 22) als belangrijke bron van warmte wordt gezien. Ook thermische energie uit afvalwater (TEA, 9) en restwarmte (8) blijken interessante bronnen.

Daarnaast worden zonthermie (12), elektriciteit (zonder specifieke bron, 4), geothermie (middentemperatuur, 2), biomassa (2), bodemenergie (2), thermische energie uit drinkwater (TED, 1) en een aardgasturbine genoemd. Aftapwarmte van een afvalverbrandingsinstallatie of een stoom en gascentrale komt niet voor.

Warmteprojecten per provincie

In figuur 4.5 zien we dat met name in Noord-Holland (16) en Friesland (14) veel projecten hebben lopen. In Flevoland, Drenthe, Limburg en Utrecht zijn de minste projecten actief.

Veel van de collectieve warmteprojecten sneuvelen in de verkennende fase. Het is daarmee te verwachten dat de provincies die weinig actieve projecten hebben de komende jaren weinig tot geen coöperatieve projecten naar de operationele fase weten te brengen.

Programma Aardgasvrije Wijken (PAW)

Dit jaar werd de laatste ronde van de PAW bekendgemaakt. Er zijn dit jaar 47 aanvragen gedaan, waarvan niet bekend is hoeveel er van coöperaties zijn. Er zijn veertien proeftuinen geselecteerd, waarvan bij acht een coöperatie betrokken is. Hiervan zijn drie coöperaties zelf de aanvrager van de subsidie.

Voor deze laatste ronde was 50 miljoen euro beschikbaar, waarvan 31 miljoen bij initiatieven terecht is gekomen waar een coöperatie bij betrokken is. Dat is 62% van het totale budget.

Ter vergelijking: van het totale budget van het PAW (deze en voorgaande rondes) is 49% bij initiatieven terecht is gekomen waar een coöperatie betrokken is.

Gehonoreerd

In de derde PAW-ronde zijn acht initiatieven gehonoreerd: Nieuwe Energie Oranjewijk (Leeuwarden), Energie Coöperatie Oostwold (Westerkwartier), De Sintrale (Schiermonnikoog), Peel Energie (Peel en Maas), Buurtwarmte Enkhuizen, BENG! (De Bilt), Energiecoöperatie Heeg (Súdwest-Fryslân) en Zonnewarmte.NL Ramplaankwartier (Haarlem).

Ook is van tenminste vier initiatieven bekend dat de plannen niet zijn gehonoreerd. Het gaat om Ankeveen Aardgasvrij met aquathermie (Wijdemeren), Warmtenet Muiderberg (Gooise Meren), Hoogkamp Energie (Arnhem) en Valthe Aardgasvrij (VAV) in 2030 (Borger-Odoorn).

Uitdagingen

De warmtetransitie is een uitdagende opgave. Het gaat vaak om complexe en kapitaalintensieve projecten waarvoor veel specialistische kennis nodig is. Bovendien kun je warmte maar beperkt transporteren, waardoor je bent gebonden aan een relatief klein gebied.

Uit de antwoorden van de respondenten blijkt dat collectieve warmte geen veld is waarin alle energiecoöperaties zich willen ontwikkelen, met name vanwege de complexiteit en de tijd die daarvoor nodig is. Er wordt ook aangegeven dat coöperaties niet altijd over voldoende kennis denken te beschikken.

Bottom-up

Tegelijkertijd vinden veel respondenten dat de warmtetransitie juist bottom-up moet worden aangevlogen. Een aantal coöperaties geeft aan actief mee te denken met de Transitievisie warmte (TVW). Er zijn ook warmtecoöperaties ontstaan uit onvrede over de wijze waarop de gemeente de TVW heeft ontwikkeld. Vanwege de inhoud hiervan, of vanwege de lage betrokkenheid van inwoners.

De grootste uitdagingen voor coöperaties zijn de samenwerking met de gemeente en de activatie van inwoners. We krijgen vaak terug dat het samenwerkingsproces moeizaam en traag verloopt. Doelgroepen die niet gemotiveerd zijn om uit duurzaamheidsoverwegingen deel te nemen blijken lastig te activeren.

Vorige hoofdstuk

< Wind 

Volgend hoofdstuk 

Besparing > 

De Lokale Energie Monitor 2022 is een gezamenlijke uitgave van klimaatstichting HIER en Energie Samen

Op de hoogte blijven?

Ontvang tips, artikelen, nieuws en meer! Geef hieronder aan welk thema je voorkeur heeft.

Lees voor meer informatie ons privacybeleid
Lijsten