Gashydraten: dooi versterkt broeikaseffect?
Gashydraten zijn verbindingen tussen water en gas, die zowel ontstaan bij hoge druk, als bij lage temperatuur. Het belangrijkste gashydraat is methaanhydraat, dat kenmerkend op twee plaatsen op aarde voorkomt: de diepe oceaanbodem, waar de grote waterkolom zorgt voor grote druk, en in koude gebieden, waar methaan zich bindt aan bevriezend water.
Hoeveel hebben we ervan?
De totale hoeveelheid methaan die ligt opgeslagen in gashydraten is gigantisch groot. Sommige onderzoekers denken dat de totale voorraad gashydraten op aarde zo groot is, dat deze in theorie het gehele wereldenergiegebruik voor 3000 jaar zou kunnen dekken. Economische toepassingen zijn tot nog toe echter niet gevonden vanwege de slechte winbaarheid.
Invloed op het klimaat
Maar het methaan uit gashydraten kan wel vrijkomen in de atmosfeer, bijvoorbeeld door bewegingen van de oceaanbodem, of door het smelten van de permafrost. Met die laatste ontwikkeling moet onder invloed van de huidige klimaatverandering rekening worden gehouden. Voor elke graad temperatuurstijging zal namelijk een strook permafrost van 100 kilometer breedte (en vele duizenden kilometers lengte) ontdooien. De methaan die daardoor vrijkomt in de atmosfeer kan het broeikaseffect verder versterken. Methaan is immers een bijzonder krachtig broeikasgas, wel twintig keer zo sterk als CO2.
Versterkend effect
Het is nog onduidelijk of de gashydraten in de diepe oceaan kunnen vrijkomen ten gevolge van de huidige klimaatverandering. Als dit desondanks gebeurt zijn de gevolgen absoluut rampzalig en komt het voortbestaan van de mensheid in direct gevaar. Het versterkte broeikaseffect ten gevolge van het vrijkomen van gashydraten uit smeltende permafrost is een van de gevreesde positieve terugkoppelingen van temperatuurstijging. Een ander zichzelf versterkend klimaateffect is verkleining van het albedo van de smeltende Noordpool. Ook dat kan bijdragen aan versterkte opwarming van het noordelijk halfrond.
Ook hoge CO2-concentraties kunnen een positieve terugkoppeling hebben: een grotere oplossing van CO2 leidt tot verzuring van de oceanen. Hierdoor kunnen kalksteenpakketten oplossen, waarbij extra CO2 vrijkomt.