Routekaart Nationale Biogrondstoffen kijkt naar beschikbaarheid biomassa komende tien jaar

Hout

Biomassa is een moeilijk en gevoelig onderwerp. In het recent uitgekomen SER rapport wordt duidelijk verteld hoe biomassa drie lastige transities in onze maatschappij en economie moet begeleiden. Hoogwaardige inzet daarvan is dan de insteek – maar is er dan wel genoeg biomassa? Of in het geval van warmtevoorziening: hoeveel biomassa is er beschikbaar voor warmtecentrales?

Routekaart Nationale Biogrondstoffen geeft aan: ruimte voor groei

In 2030 kan Nederland tienmiljoen ton biogrondstoffen extra beschikbaar maken, bovenop de dertigmiljoen ton die nu beschikbaar is voor voedsel, veevoer en materialen en energie. Met tienmiljoen ton meer kan Nederland investeren in biomaterialen en in bio-energie van eigen bodem. Er kan 1,3 miljard kuub biogas geproduceerd worden ter vervanging van aardgas of van fossiele brandstoffen in de transportsector. Dat is de conclusie van de Routekaart Nationale Biogrondstoffen, opgesteld door de gelijknamige stuurgroep. De aanleiding voor de routekaart is het Klimaatakkoord.

In totaal is er een kleine 24 Mton aan reststromen beschikbaar, zoals mest (30%), reststromen uit de voedings- en genotmiddelenindustrie (20%), gewasresten (10%) en hout (11%). Bij hout gaat het om hout uit bos, landschap en gebouwde omgeving, resthout uit industrie, en oud en bewerkt hout.

Houtige biomassa voor warmtecentrales

Houtige reststromen die niet kunnen worden gerecycled of voor bijvoorbeeld geschikt zijn om spaanplaat te maken, komen voor ongeveer de helft uit de bebouwde omgeving: beheer van bomen in parken, straten en langs wegen. De andere helft komt voor het grootste deel uit beheer van natuur en landschap.

0,41 Mton extra beschikbaar voor energie

De huidige beschikbaarheid van houtige biomassa uit bos, natuur en landschap en de bebouwde omgeving wordt geraamd op totaal: 0,78 Mton waarvan circa 80% reeds wordt benut. Daarnaast is  0,69 Mton nu niet beschikbaar omdat deze stroom als haardhout wordt gebruikt door particulieren. Van de beschikbare 0,78 Mton gaat ongeveer de helft naar kleinschalige centrales in Nederland voor de opwekking van vooral warmte. Bijna een derde deel wordt geëxporteerd, terwijl 20% onbenut blijft. Dit betekent volgens de stuurgroep dat 0,41 Mton houtige reststromen extra in Nederland beschikbaar te maken is voor energietoepassingen.

Haardhout efficiënter inzetten

De stuurgroep wijst er bovendien op dat de 0,69 Mton die particulieren gebruiken als haardhout gezien kan worden als een vorm van onderbenutting. Door brandhout efficiënter in te zetten in houtkachels (in plaats van open haarden) of houtgestookte verwarmingsketels verbetert het energetisch rendement. Ook worden emissies waaronder fijnstof fors verlaagd.

Bos aanleggen voor biomassa is zinloos

De stuurgroep wijst er ook op dat het aanleggen van bossen voor biomassaproductie voor warmte niet zinvol is. Andere producten, zoals  miscanthus, riet, bermgras of bietenteelt leveren veel meer biomassa op. Bossen plant je voor hun bijdrage aan de kwaliteit van het landschap, biodiversiteit, grondstoffen en CO2-opslag. De houtige reststromen uit bos zijn niet meer dan een bijproduct.

Lees de hele publicatie

Download 

Bekijk alle artikelen over:

Op de hoogte blijven?

Ontvang tips, artikelen, nieuws en meer! Geef hieronder aan welk thema je voorkeur heeft.

Lees voor meer informatie ons privacybeleid
Lijsten