Nieuwe windparken in de pijplijn
De Lokale Energie Monitor 2019 laat zien dat er nog 33 windparken in de pijplijn zitten, waarvan een aanzienlijk aantal waarschijnlijk in de eerste helft van 2020 kan starten met de bouw. We beschrijven in dit artikel vier van deze projecten.
1. Windenergie A16
Het project Windenergie A16 bestaat uit tien verschillende initiatieven die de provincie Noord-Brabant als een samenhangend project coördineert. In totaal zijn 28 windturbines gepland aan weerszijden van de A16. De provincie Noord-Brabant, de gemeenten Moerdijk, Drimmelen, Breda en Zundert en de inwoners (uit wijk- en dorpsraden, stichtingen en coöperaties) werken nauw samen. De projecten zijn in afwachting van de uitspraak van de Raad van State (verwacht begin 2020).
Eén van de 28 windturbines wordt door een coöperatie ontwikkeld. Daarnaast wordt 25% van het eigendom van alle andere windturbines ondergebracht bij het Brabantse Energietransitiefonds ten behoeve van de lokale gemeenschap. De intentie is om het eigendom op termijn over te dragen aan de lokale gemeenschappen. Dit was een voorwaarde van de provincie en gemeenten om medewerking te verlenen (zie: tekstkader).
Convenant Energie A16: lokale participatie
Lokale (sociale) participatie was vanaf het begin een belangrijke voorwaarde van de overheden die betrokken zijn bij dit project. Zij hebben dit in 2015 vastgelegd in het Convenant Windenergie A16. In 2017 hebben ontwikkelaars en gemeenten in een Green Deal afgesproken dat 25% van het economisch en juridisch eigendom van de windmolens ten goede moet komen aan de lokale gemeenschap. Inwoners waren hier actief bij betrokken. Ook zijn afspraken gemaakt over een landschapsregeling en een omgevingsbijdrage. In april 2019 is het convenant tussen de overheden vernieuwd.
2. Windpark IJsselwind
Windpark IJsselwind (3 windturbines, 9 MW, 66% eigendom) is al een aantal jaren in ontwikkeling. Vier energiecoöperaties ontwikkelen het samen met het Waterschap Rijn en IJssel. De realisatie is een flinke stap dichterbij gekomen met het akkoord van de gemeenteraad van Zutphen op het bestemmingsplan (september 2019).
Het traject verloopt niet zonder stevig debat. Directe omwonenden in Eefde hebben bezwaar tegen de komst van het windpark en kondigden aan naar de Raad van State te stappen om het besluit aan te vechten. IJsselwind kan wel verder en doet dit najaar een SDE-aanvraag.
Twee van de drie turbines (66%) komen in handen van de coöperaties en één van het waterschap. Coöperaties uit Lochem, Zutphen, Brummen en Voorst ontwikkelen met eigen risicodragend kapitaal, bijeengebracht met ledenfinanciering en risicodragende leningen van de provincie en gemeenten Zutphen en Brummen, voor een beperkt deel aangevuld met EFRO- en ECCO-subsidie.
Liever pachten
In 2018 raakte IJsselwind verwikkeld in een geschil met de provincie over de aankoopprijs van een boerderij en grond van de provincie. De coöperaties wilden de grond liever pachten, maar de provincie wilde uitsluitend verkopen. De provincie calculeerde de waardestijging van de windmolens al mee, waardoor de verkoopwaarde bijna 200.000 euro hoger was dan getaxeerd. Dat was een tegenvaller voor de coöperaties.
Inmiddels is de grond toch aangekocht voor de door de provincie gestelde prijs en door middel van kortlopende ledenobligaties volledig gefinancierd met ledenkapitaal. Als de windturbines worden gebouwd, mogen deelnemers deze obligaties omzetten naar participaties in de turbines. Dit vindt mogelijk 2021 plaats.
Procesparticipatie IJsselwind
De projectleider van IJsselwind: "In de Omgevingsadviesraad worden met het bewonersplatform en de dorps- en wijkverenigingen afspraken gemaakt over het beperken van hinder, zoals slagschaduw, geluid en licht en een bewonersregeling waarmee direct omwonenden meedelen in de winst."
3. Windpark Bovenwind
Nieuw op de radar van de Lokale Energie Monitor 2019 is het plan voor Windpark Bovenwind (Staphorst, Overijssel). Het windpark wordt mogelijk al in 2020 in productie genomen. Als dit lukt dan is er sprake van een uitzonderlijk korte doorlooptijd.
Het initiatief is ontstaan bij de gemeente Staphorst die de verplichting opgelegd kreeg van de provincie Overijssel om 12 MW wind te realiseren op haar grondgebied vóór 2021. De gemeente stelde zich als doel om een 100% coöperatief windpark te ontwikkelen en legde dit vast in beleidsuitgangspunten en richtlijnen in 2017.
'Als het moet dan doen we het zelf'
Een lokale projectgroep van burgers, agrariërs en ondernemers uit Staphorst pakte de handschoen op en richtte de lokale coöperatie Wij Duurzaam Staphorst (WDS) op in maart 2018. ‘Als het dan moet dan doen we het zelf’ was de insteek met als doel dat ‘de winst de gemeentegrenzen niet verlaat’. Een onafhankelijke commissie van de gemeente koos in mei 2018 voor het door de coöperatie ingediende plan om een nieuw coöperatief windpark te realiseren (uit in totaal vijf ingediende plannen).
Een projectgroep van de coöperatie ging vervolgens voortvarend aan de slag, liet een milieueffectrapportage uitvoeren, organiseerde inloopavonden, een klankbordgroep, stelde met grondeigenaren in het omliggende gebied een vergoedingsmodel vast, en werkte een omgevingsfonds uit voor direct omwonenden en een maatschappelijk fonds voor de hele gemeente.
Begin 2019 werd een vergunningaanvraag ingediend en in september 2019 was er groen licht van de gemeenteraad. Ondertussen was door de coöperatie een samenwerking aangegaan met het Waterschap Drents Overijsselse Delta (WDODelta) dat participeert in het windpark.
Tegenstanders en medestanders
Niet iedereen is voorstander van het windpark Bovenwind en een aantal bewoners maakt mogelijk nog bezwaar tegen deze beschikking. Ook is er binnen de raad discussie gevoerd over de locatie en het proces.
Tegelijkertijd werd de coöperatie verrast door de uitkomst van een peiling in de zomer van 2016 naar de interesse in financiële participatie: meer dan 200 bewoners van de gemeente Staphorst zegden 3,6 miljoen euro toe. De ontwikkelkosten zijn en worden volledig door eigen inwoners opgebracht. De coöperatie vraagt in het najaar 2019 SDE+-subsidie aan en werkt de plannen verder uit.
4. Windpark Oeverwind
Het Vlaardings Energie Collectief (VEC) en De Windvogel zijn samen initiatiefnemers van Windpark Oeverwind bij Vlaardingen. De coöperaties willen twee windmolens laten bouwen in het Oeverbos. De grond is eigendom van Staatsbosbeheer. De nieuwe windmolens komen te liggen in het verlengde van de twee bestaande windmolens op het terrein van het waterschap De Groote Lucht, en worden in nauwe afstemming ontwikkeld met de aanleg van de Blankenburgverbinding voor de nieuwe rijksweg A24.
De gemeente speelt een belangrijke rol in het ontwikkelproces: begin 2017 stelde deze een beleidskader windenergie vast met de voorwaarde dat de opbrengsten ten goede moeten komen aan Vlaardingen. De coöperaties en gemeente hebben meerdere bijeenkomsten georganiseerd om inwoners te informeren en te betrekken. De gemeenteraad keurde de bestemmingsplanwijziging goed in oktober 2019. Als de omgevingsvergunning verleend wordt en hoger beroep uitblijft, hopen de initiatiefnemers in 2020 te gaan bouwen. Mogelijk draaien de windmolens begin 2021.
De coöperaties VEC en De Windvogel zijn samen 100% eigenaar van de burgerwindmolens. Via een lidmaatschap kunnen alle inwoners, bedrijven en instellingen meedoen en participeren in windenergie. De twee bestaande windmolens op het terrein van het waterschap zijn in 2014 ontwikkeld door Yard Energy, met participatie van investeerders via het crowdfundingplatform DuurzaamInvesteren. Een van de eerste windprojecten met crowdfunding in Nederland. In 2019 is het windpark overgenomen door het Japanse Eurus Energy die de lening bij de crowdfunders versneld heeft afgelost.
Lokale baten: Natuurwind uit het Oeverbos
Met Oeverwind willen de initiatiefnemers een duurzame bijdrage leveren door groene energie op te wekken, én de opbrengsten in te zetten voor nieuwe energieprojecten en het concept 'Natuurwind'.
De opbrengst van de verkoop van elektriciteit van de windmolens wordt gebruikt voor:
- Natuurwind: natuurprojecten die opgezet gaan worden samen met Staatsbosbeheer en lokale natuurclubs.
- Een omgevingsfonds: een richtlijn voor dit fonds is ten minste € 0,50 per MWh/jaar. De besteding van dit geld wordt bepaald door bewoners van het gebied rondom de windmolens via een bestuur van het fonds. Vaak wordt (een deel van) dit geld besteed aan natuurprojecten.
- Daarnaast komt jaarlijks per windmolen via de Coöperatie VEC geld beschikbaar voor bijvoorbeeld nieuwe energieprojecten.
- Leden die investeren in de windmolens ontvangen naar schatting maximaal 5% dividend.
Dit artikel is gebaseerd op de Lokale Energie Monitor 2019, hoofdstuk 5. Zie voor meer voorbeelden van windprojecten in de pijplijn p. 61-71.
Foto: Menno Mulder