4 lessen uit proeftuin voor aardgasvrije wijk: Van der Pekbuurt in Amsterdam-Noord
De Van der Pekbuurt in Amsterdam-Noord is een van de 27 Nederlandse proeftuinen die een rijksbijdrage hebben ontvangen om de wijk aardgasvrij te maken. De eerste ervaringen in deze wijk met vooral huurwoningen zijn inmiddels bekend. Je leest ze hieronder.
Noot: Bij de proeftuinwijk Van der Pekbuurt is geen lokale energiecoöperatie betrokken. Desondanks kunnen we natuurlijk veel leren van de ervaringen. Bekijk ook ons overzicht van proeftuinen waarbij wel een lokaal initiatief betrokken is.
Over de Van der Pekbuurt
Met behulp van de proeftuinbijdrage kunnen ongeveer 2600 woningen, scholen en een hotel in deze buurt als eerste wijk in Amsterdam met bestaande bouw van het aardgas af. De woningen in de Van der Pekbuurt zijn vooral huurwoningen en grotendeels in bezit van woningcorporatie Ymere. Ymere is al eerder begonnen met het renoveren en aardgasvrij maken van het eerste woonblok met 38 woningen (Gentiaanbuurt). Er wordt veel aandacht geschonken aan wat de overgang naar een duurzame buurt betekent voor de bewoners. De gemeente, Ymere en vastgoedpartijen werken samen een plan hiervoor. De transitie is onderdeel van een grootschalige aanpak van de buurt: de woningen worden ingrijpend gerenoveerd en ook de openbare ruimte wordt onder handen genomen.
Inmiddels zijn de eerste 38 woningen op een warmtenet aangesloten. Tijdens een recente bijeenkomst van Stichting Warmtenetwerk deelden de betrokkenen de eerste ervaringen uit de Van der Pekbuurt.
Geleerde lessen tot nu toe
1. Betrek bewoners
Tijdig en helder communiceren met bewoners is een belangrijk aandachtspunt, vertelt Bram van Beek van de gemeente Amsterdam. “De gemeente heeft de gewoonte het liefst alles uit te willen denken voordat bewoners worden betrokken. In de praktijk blijkt het vaak beter te werken als de gemeente een doel heeft en mensen oproept om mee te denken over de precieze uitvoering.” Tegelijkertijd wil de gemeente een stevige regierol op zich nemen. “Bijvoorbeeld door een ruimtelijk afwegingskader te maken waardoor ingrepen in de openbare ruimte, zoals de plaatsing van tussenstations, beter plaatsvinden.”
Het uitwisselen van ervaringen met andere steden is de moeite waard, benadrukt Van Beek. Amsterdam onderhoudt daarom nauwe contacten met onder meer Utrecht, Den Haag en Rotterdam. Een bijzondere uitdaging hierbij zijn de ideale routes om de lokale klimaatdoelstellingen te realiseren. “De gemeente Amsterdam werkt toe naar een aardgasvrije stad. Maar dat is niet hetzelfde als klimaatneutraal. De gemeente heeft de ambitie om in 2050 CO2-neutraal zijn. Dat vereist onder meer voldoende aandacht voor verduurzaming van de warmtebronnen die we nu inzetten als aardgasvrij alternatieven.”
"In de praktijk blijkt het vaak beter te werken als de gemeente een doel heeft en mensen oproept om mee te denken over de precieze uitvoering.”
- Bram van Beek, gemeente Amsterdam
2. Combineer verduurzamen met renoveren
Een van de belangrijkste uitdagingen voor woningcorporaties is de afstemming tussen de verduurzamingsopgave en het onderhoud, vult Pablo van der Laan van woningcorporatie Ymere aan. “Voor Ymere staan betaalbaarheid en beschikbaarheid van woningen voorop. Dit wordt zo duurzaam mogelijk gerealiseerd.”
In de straten rond het Gentiaanplein wordt al een kleine drie jaar gewerkt aan de voorbereidingen op het gasloos maken van de 38 woningen. Per woning wordt ruim een ton geïnvesteerd in renovatie. “Energiearmoede is een belangrijk punt van aandacht. De betaalbaarheid van de transitie is en blijft het uitgangspunt. Vooral de kosten voor het vastrecht zijn een terugkerend onderwerp van discussie geweest.” Ymere heeft de kosten voor de afleverset op zich genomen. Daarmee zijn de vastrechtkosten van stadswarmte nagenoeg gelijk aan die van gas. Toch is nog een beperkte korting op de huurverhoging noodzakelijk om het prijsverschil met gas te minimaliseren.
3. Let op no regret opties
Anticiperen op toekomstige veranderingen is essentieel, benadrukt Van der Laan. “Tien jaar geleden voorzag Ymere al een aantal veranderingen en is gekeken hoe we tijdens renovatietrajecten rekening kunnen houden met no regretopties. Denk aan het inbouwen van een dubbele meterkast om voor te sorteren op elektrisch koken. Vanwege de hoge kosten zijn dit soort aanpakken niet altijd mogelijk. We moeten ook scherpe keuzes maken. Het is bijvoorbeeld niet slim om cv-ketels die pas een paar jaar oud zijn te vervangen. De energietransitie is een marathon, geen sprint.”
Volgens Van der Laan is een intensieve samenwerking en afstemming tussen stakeholders en bewoners in de wijk in ieder geval een absolute noodzaak. “Onze planning, uitvoering en oplevering zijn in toenemende mate afhankelijk van partijen zoals de gemeente, Nuon en Alliander. Het zou daarom goed zijn om na te denken over een gezamenlijke uitvoeringsorganisatie van stakeholders.”
"De energietransitie is een marathon, geen sprint.”
- Pablo van der Laan, woningcorporatie Ymere
4. Houd rekening met een lange adem
Om in de bestaande bouw aansluitingen op het warmtenet te realiseren is het essentieel om goed na te denken over de invulling van de samenwerking tussen betrokken partijen, zeggen Henrie Visserman van Nuon en Pieter van Poelje van A. Hak. Het energiebedrijf en de aannemer zijn in 2018 een bouwcombinatie gestart om complexe maatwerktrajecten zoals in de Van der Pekbuurt in goede banen te leiden.
De bouwcombinatie stond in de Gentiaanbuurt voor diverse uitdagingen bij de aanleg van stadswarmte. Zo is er vanwege de smalle straten in de openbare ruimte weinig ruimte om netten aan te leggen. Van Poelje: “Daarom worden woningen via één aansluiting in de kruipruimte van het woonblok aan het warmtenet gekoppeld. Dan hoeft er geen secundair net om het woonblok heen te worden gelegd, met allemaal aparte aansluitingen.”
Schouwen op locatie is onmisbaar op dit soort locaties, vult Visserman aan. “Bij oudere woningen is lang niet alles goed geregistreerd. Bovendien kunnen zaken veranderen gedurende de periode waarin de engineering overgaat in de uitvoering.” Visserman schat dat in de bestaande bouw zo’n veertig procent meer tijd nodig is om warmte-aansluitingen te organiseren en voorbereiden dan bij nieuwbouwwoningen.
Bron: Warmtenetwerk, gemeente Amsterdam