Zon op de Praxis: hoe organiseer je dat?
De Amsterdamse energiecoöperatie GWL Ecostroom realiseerde een rendabel zonneproject op de lokale Praxis. Sinds augustus 2015 levert het dak stroom aan bewoners van het GWL (Gemeentelijke Water Leidingen)-terrein. De ervaringen die in dit project zijn opgedaan, gebruikt de coöperatie om ook haar nieuwe projecten in Amsterdam tot een succes te brengen.
“Onze tactiek? Eerst op zoek gaan naar een dak en er daarna geïnteresseerden bij zoeken, vertelt projectleider Noortje van Kleef. Het Praxis-dak op het GWL-terrein bleek een geschikte kandidaat voor een eerste project”. Van Kleef zocht contact met de gebouweigenaar, een private vastgoedbelegger. “Die was enthousiast en gaf vrij snel een intentieverklaring. Hij wilde wel de garantie dat hij geen financieel risico zou lopen. We hebben van tevoren duidelijk in kaart gebracht wie welke verantwoordelijkheid heeft. Dat nam koudwatervrees weg. We merkten dat een zakelijke aanpak hielp in de onderhandeling. We geven de Praxis ook een vergoeding voor het gebruik van het dak.”
Groene buurt
GWL Ecostroom financierde het project met behulp van het Amsterdams energie-investeringsfonds. Daarnaast kwam er geld binnen via crowdfunding. “We willen dat in principe iedereen in de buurt kan meedoen”, zegt Van Kleef. “Bewoners die via hun vve geen zonnedak gerealiseerd krijgen bijvoorbeeld. Mensen kunnen naar draagkracht mee doen. Instappen kan al vanaf een laag bedrag, vanaf 150 euro per paneel.”
Zachte omgeving
Voor het project waren genoeg enthousiastelingen te vinden in de buurt. Van Kleef: “Er zijn in deze wijk veel ‘groen’ georiënteerde bewoners met een aardig gevulde portemonnee. Mensen vinden het leuk om mee te doen. Ook kent de buurt al een hoge organisatiegraad, dat hielp mee. Het GWL-terrein heeft een eigen energiecommissie, een club van slimme bewoners. We landden dus in een zachte omgeving.”
Kabel te gevaarlijk
Het eerste plan - een kabel leggen van het dak naar de bewoners – was niet haalbaar. “We kregen er geen vergunning voor”, vertelt Van Kleef. “Te gevaarlijk. Toen kwam de postcoderoos in beeld: de Praxis grenst aan 60.000 bewoners en is daar dus zeer geschikt voor. Maar die regeling bleek toch te ingewikkeld, dus kozen we uiteindelijk voor SDE+. Die werd gelukkig toegekend.”
Kosten en baten
Ecostroom liet de businesscase opstellen door een expert van de Amsterdam School of Real Estate. Van Kleef: “We hebben de kosten en baten in beeld gebracht voor de komende 15 jaar, de looptijd van de SDE-subsidie. Voor zover mogelijk, want niet alles is van tevoren inzichtelijk. Het energietarief kan bijvoorbeeld nog omhoog of omlaag gaan. En sommige vaste lasten willen we niet voor 15 jaar vastleggen, zoals bijvoorbeeld een onderhoudscontract. Een deel van het onderhoud kun je best zelf doen, dat scheelt weer in de kosten.” Tot de belangrijkste kostenposten behoren de aanschaf van de PV-installatie, de dakovereenkomst en enkele juridische en fiscale uitgaven, onder meer voor het inwinnen van belastingadvies en het laten opstellen van de statuten. Daarnaast gaat er geld naar de ledenwerving.
Stakeholders in beeld
Belangrijke tip voor je begint aan een zonneproject? Van Kleef: “Breng van te voren alle stakeholders in beeld. Dat zijn er meer dan je denkt en ze zijn niet altijd even zichtbaar. Je hebt bijvoorbeeld te maken met de dakeigenaar, bewoners, landelijke en lokale overheden, de netbeheerder en energieleveranciers. Zorg dat je alle partijen in een zo vroeg stadium aan tafel krijgt. Het is makkelijker om problemen op te lossen als je de personen al kent. Zorg daarnaast ook dat je governance op orde is. Richt een coöperatie op en leg dit vast bij de notaris. En zorg voor heldere statuten.”
Nieuwe projecten
Ecostroom kan de ervaringen in het Praxis-project goed gebruiken in haar nieuwe projecten. “We zijn nu bezig een zonnedak te realiseren op de Bouwmaat in Buiksloterham met de coöperatie PEK Ecostroom. Daarvoor maken we wél gebruik van de postcoderoos. Die regeling is sinds het vorige project flink verbeterd, waardoor het mogelijk is een mooi rendement te behalen. Het postcodegebied bestaat uit maar liefst 80.000 inwoners, veel daarvan zonder eigen dak. Alle zonnepanelen waren binnen no time uitverkocht. En daarnaast diende de Gashouder in Amsterdam-West zich aan. De eigenaar van het complex kwam spontaan naar me toe of ik het dak van de Gashouder ook kon voorzien van panelen. Er komen dus steeds meer daken bij.”
Omzet gestegen
Waarom is het voor bedrijven interessant om hun dak ter beschikking te stellen? Van Kleef: “De bedrijven profiteren er ook van. Bouwmaat wil zich bijvoorbeeld graag groen profileren. Een zonnedak draagt daaraan bij. Ook levert zo’n project extra publiciteit op. De Praxis gaf aan dat haar omzet met zo’n 10 procent is gestegen sinds het zonnedak erop ligt.” Van Kleef benadert het liefst mkb-bedrijven voor haar zonneprojecten. “Dat zijn vaak platte organisaties waarbij je snel een ja of nee krijgt. Dan kun je weer verder.”
Dit artikel is geschreven naar aanleiding van de presentatie van Noortje van Kleef tijdens de kennissessie projectrealisatie zon op 4 april 2016 in Utrecht. Hieronder volgen de vragen & antwoorden uit de zaal.
Download hier de bijhorende presentatie van Noortje van Kleef.
VRAAG & ANTWOORD UIT DE ZAAL
- Hoe krijg je bewoners enthousiast voor je project?
Van Kleef: “In ons eerste project hebben we samengewerkt met de bewonersorganisatie in die buurt. Dat was een mooie manier om veel mensen te bereiken. Ook betrof het een groene omgeving waar mensen het konden betalen. Veel mensen vonden het leuk om mee te doen. We zijn actief geweest met promoten: bij mensen aangebeld, flyers uitgedeeld, een advertentie in de stadsdeelkrant. Daarnaast hielp mond-op-mond-reclame. Mensen vertellen erover aan elkaar.”
- Waarom hebben jullie gekozen voor een zonnedak en niet voor een zonneweide?
Van Kleef: “Het is lastiger om zonnepanelen te realiseren in een weide, omdat je dan te maken hebt met de omgevingsvergunning. Mensen kunnen bezwaar aantekenen en soms is er een wijziging van het bestemmingsplan nodig. Daarnaast is het realiseren van een aansluiting vaak lastiger.”
- Richt je bij elk project een nieuwe coöperatie op?
Van Kleef: “Ja, met name vanwege de projectfinanciering. We krijgen een lening van het Amsterdams investeringsfonds. Die willen de risico’s spreiden. Deze constructie maakt opschalen wel lastiger. We zijn daarom op zoek naar een structuur waarbinnen we makkelijker kunnen opschalen, maar de risico’s toch gespreid blijven.”
- Welke risico’s loopt de dakeigenaar als hij zijn dak ter beschikking stelt?
Van Kleef: “De dakeigenaar loopt weinig risico. De dakdekker heeft de garantie gegeven dat de paneelconstructie geschikt is voor het dak, qua ballast. Het is dus belangrijk dat er bij het plaatsen van een zonnedak een garantie komt van de dakdekker of van diens verzekering. Je moet uiteraard van tevoren goed nagaan of het dak geschikt is. Een checklist hiervoor zou handig zijn.”
- Hoe is het geregeld qua verzekering?
Van Kleef: “We hebben een verzekering op de zonnepanelen met secundaire dekking op dakbeschadiging. De Praxis heeft het in de eigen opstalverzekering laten opnemen.”
- Speelde rendement een belangrijk tijdens de planfase?
Van Kleef: “We hebben van tevoren de businesscase duidelijk in beeld gebracht en berekeningen gemaakt. Je moet zorgen voor een gefundeerd verhaal. Bij de Praxis kwamen we uit op een rendement van 4 tot 6 procent. Bij Bouwmaat gaan we zelfs uit van een rendement van 6 tot 8 procent.”