windmolen Almeerse Wind

5. Collectieve windprojecten

 


 

Foto: Almeerse Wind

Er zijn drie nieuwe coöperatieve windparken bijgekomen in 2023. In Staphorst, Vlaardingen en Terheijden. In het Groningse Woltersum is een kleine dorpsmolen gerealiseerd. Het coöperatief windvermogen is in een jaar met 21,7 megawatt (MW) toegenomen.

In dit hoofdstuk maken we collectieve windprojecten van lokale burgercoöperaties en hun partners inzichtelijk. Voor meer duiding vind je hieronder de gebruikte definities. 

Definitie collectieve wind

Met collectieve wind bedoelen we alle windprojecten die burgers (particulieren, bewoners) in collectief verband ontwikkelen, beheren en in eigendom hebben, en waarin ze financieel participeren.

Definitie projectfasen voor pijplijnprojecten

  • Bouwfase: deze projecten gaan zeker door. Ze zijn eind 2023 in aanbouw en begin 2024 operationeel.
  • Gepland: deze projecten gaan vrijwel zeker door. Ze hebben een subsidiebeschikking. Voor de grondgebonden en drijvende zonneparken betekent dit dat de vergunning is verleend en er (redelijke) zekerheid bestaat dat een aansluiting op het elektriciteitsnetwerk mogelijk is (transportindicatie). De financiering is zo goed als rond. In een aantal gevallen wachten de initiatiefnemers op een besluit van de Raad van State.

    Voor de dakgebonden projecten moet voor een SCE-subsidie al een redelijke mate van zekerheid bestaan over een locatie. Helemaal zeker is het niet, want afspraken met grond- en dakeigenaren en de netbeheerders zijn nog niet 100% vastgelegd en de Raad van State kan de vergunning nog vernietigen.
     
  • In voorbereiding: realisatie van deze projecten is minder zeker. De vergunningsprocedure is in voorbereiding of opgestart, maar er zijn nog geen vergunningen verleend. Voor de zonneparken kan het twee tot vier jaar duren voordat ze operationeel zijn. Voor de zonnedaken kan dat sneller gaan.

In het kort

De situatie eind 2023 is als volgt:

  • Er is 336,3 megawatt (MW) collectief windvermogen operationeel op land.
  • Hiervan is 21,7 MW nieuw bijgeplaatst in 2023.
  • Dit is een toename van 6,9% ten opzichte van 2022.
  • Het collectieve aandeel is 4,9% van het totale wind-op-landvermogen in Nederland (totaal 6,7 gigawatt (GW) op land.
  • Dit levert aan windstroom ongeveer 1.076 miljoen kilowattuur (kWh) per jaar op1, vergelijkbaar met het elektriciteitsverbruik van 358 duizend huishoudens2.
  1. Uitgaande van 3.200 vollasturen (landelijk gemiddelde, Klimaatakkoord 2019; in de praktijk verschilt het aantal vollasturen per regio en per type turbine).
  2. Uitgaande van gemiddeld 3.000 kWh per huishouden.

 

Pijplijn

Er staat 53,4 MW nieuw collectief windvermogen in de planning voor de komende twee à drie jaar. Deze windturbines zijn in aanbouw (4,0 MW) of de bouw ervan wordt voorbereid (gepland: 32,4 MW).

Verderop in de pijplijn wacht nog 16,9 MW op een uitspraak van de Raad van State en/of definitieve financiering. Als alles doorgaat, neemt het totaal geplaatste, coöperatieve windvermogen tussen 2025 en 2026 toe tot 389 MW.

Er is daarnaast nóg minstens 96 MW in voorbereiding; de initiatiefnemers bereiden zich voor op de planprocedure of zitten daar al middenin.

Zie voor de pijplijnprojecten ook figuur 5.2 verderop.

Vergelijking met totale wind-op-landvermogen

Van het Nederlandse windvermogen op land is bijna 4,9% coöperatief eigendom. In 2023 is het relatieve aandeel licht afgenomen. Dat betekent dat het coöperatieve windvermogen minder snel toeneemt dan het niet-coöperatieve windvermogen.

Verdeling over Nederland

In de figuren 5.2 en 5.3 en in tabel 5.2 is te zien hoe het coöperatieve windvermogen is verdeeld over de provincies en RES-regio’s (Regionale Energiestrategie-regio’s). In onderstaande figuur 5.2 zijn ook de projecten meegenomen die nog in de pijplijn zitten.

Verdeling over coöperaties

In figuur 3.4 is te zien hoe het coöperatieve windvermogen is verdeeld over de coöperaties. Wat hier vooral opvalt, is het relatief grote aandeel van de twee oudste coöperaties: Zeeuwind en Deltawind, beide al meer dan dertig jaar actief met windenergie.

Beide coöperaties zijn samen voor 60% eigenaar van Windpark Krammer. Ze hebben verreweg het meeste coöperatieve windvermogen in handen in Nederland, namelijk 43%.

Gerealiseerde projecten

In 2023 zijn drie nieuwe windparken in productie genomen en twee dorpsmolens. Het coöperatieve windvermogen is met 21,7 MW toegenomen ten opzichte van 2022.

Voorbeelden uit de praktijk

Zie voor een overzicht van alle projecten de bijlage.

Windpark Oeverwind (Zuid-Holland)

Half oktober 2023 was windpark Oeverwind operationeel. Samen produceren de twee windmolens genoeg stroom voor 20% van de Vlaardingers. Oeverwind is 100% coöperatief. Het Vlaardings Energie Collectief (VEC) en De Windvogel zijn samen eigenaar. 

Via een lidmaatschap van VEC konden alle inwoners, bedrijven en instellingen participeren in windenergie. De Windvogel haalde geld op bij haar eigen leden. In 2021 was het financieel rond; er was 1 miljoen euro opgehaald door leden van beide coöperaties.

Ingewikkelde klus

Door de nasleep van de coronacrisis en de oorlog in Oekraïne werd het toch nog even spannend. De bouwkosten en rentelasten namen snel toe en de bank eiste een hoger inbreng van eigen vermogen. Een tweede participatieronde bleek nodig.

“We hadden niet gedacht dat het zo’n ingewikkelde klus zou worden!”, aldus VEC.  Medio 2022 was het geld binnen en kon de bouw van start gaan. VEC is nu voor 13% eigenaar met de bedoeling dat dit toeneemt tot 50%.

Natuurontwikkeling

Het windpark draagt bij aan de natuurontwikkeling in het Oeverbos via Natuurwind, een samenwerking tussen energiecoöperaties en Staatsbosbeheer, en aan een omgevingsfonds (tenminste € 0,50 per MWh/jaar).

Windpark Bovenwind (Overijssel)

De drie windturbines van de Staphorstse coöperatie zijn gebouwd. De testfase duurt wat langer dan gebruikelijk, omdat de fabrikant Enercon gebruik maakt van innovatieve technologie. De fabrikant heeft drie nieuwe prototypes geplaatst die ze wereldwijd wil verkopen. Staphorst heeft de primeur.

Het windpark is 100% lokaal eigendom: 80% van de burgercoöperatie en 20% van het waterschap. Lokale inwoners en bedrijven hebben vanaf de ontwikkelingsfase mee gefinancierd. 

Plan

Het plan ontstond in 2017 toen de gemeente de verplichting kreeg opgelegd van de provincie Overijssel om wind op haar grondgebied te realiseren. De gemeente wilde een 100% coöperatief windpark ontwikkelen en legde dit in 2017 vast in beleid.

Aan de slag

Een groep Staphorster burgers, agrariërs en ondernemers pakte de bal op, richtte een coöperatie op en ging een samenwerking aan met het Waterschap Drents Overijsselse Delta. Zes jaar later is het windpark een feit, coöperatief én innovatief.

“De ogen zijn op ons mooie dorp gericht. En dat past bij de ondernemersgeest van Staphorst”, aldus de coöperatie. 

Windenergie A16 (Noord-Brabant): Windmolen De Noord

In 2023 is het grootste deel van het Brabantse windproject Energie A16 operationeel. Het bestaat uit dertien verschillende projecten, die de provincie Noord-Brabant als een samenhangend project coördineert. In totaal zijn 28 windturbines gebouwd aan weerszijden van de A16.

Bijzonderheid

Bijzonder aan dit project is dat 25% van het projectrendement ten goede komt aan de lokale gemeenschap (Green Deal windenergie A16, 2017). De Brabantse Ontwikkelmaatschappij (BOM) beheert 25% van de aandelen van alle windparken en bestemt de opbrengsten voor investeringen in energiebesparing en lokale energieopwekking in de omringende dorpen. BOM werkt samen met drie lokale stichtingen in Moerdijk, Zundert en Drimmelen.

Coöperatieve molen

Eén van de 28 windturbines is door een coöperatie ontwikkeld: Windmolen De Noord van het Traais Energie Collectief. Deze is onderdeel van Windpark Zonzeel (zes windturbines), waarin de coöperatie, Eneco en Pure Energie samenwerken. De coöperatie beschikt over 75% van de aandelen en BOM over 25%.

De opgewekte stroom gaat via een eigen kabel naar de 'Energiebrouwerij' in het centrum van Terheijden. Hier wordt met de lokaal opgewekte stroom warmte gemaakt voor het Traaise Warmtenetwerk. Vervolgens gaan de stroom en warmte naar de Traaise huishoudens.

Dorpsmolen Framtid: de groene toekomst (Groningen)

In het Groningse Woltersum is een kleine windmolen geplaatst op het erf van een agrarische familie. De stroom wordt geleverd aan Energie VanOns. De Woltersumse Energie Coöperatie is eigenaar en maakt gebruik van de SCE-regeling (als één van twee windprojecten). Fram verwijst naar de oude molen in het dorp en het schip van een Noorse ontdekkingsreiziger. Framtid betekent toekomst.  

Windmolen De Meermin: op reis naar Schotland (Noord-Holland)

Meerwind is een van de oudere windcoöperaties. In 2023 is de dertig jaar oude windmolen de Meermin afgebroken. De molen stond langs de snelweg A4 op grond van Rijkswaterstaat, en die verlengde de pacht niet. Jammer, vindt de coöperatie, want de molen kon nog zeker 10-15 jaar mee. De Meermin is verkocht en draait verder in Schotland.   

Projecten in de bouwfase

Er is één windpark in aanbouw in 2023 (4,0 MW).

Voorbeeld uit de praktijk

Eén project in de bouwfase. Zie voor een overzicht van alle projecten de bijlage.

Windpark Oostzeedijk (Zeeland)

Zeeuwind werkt aan de vervanging van de drie windturbines van Windpark Kats II bij het dorp Kats, Noord Beveland. Het windpark zal verder gaan onder een nieuwe naam: Windpark Oostzeedijk.

Gesloten systeem

Bijzonder is dat het windpark stroom levert aan een nabijgelegen bedrijf via een innovatief, gesloten distributiesysteem. Hierdoor is er voldoende netcapaciteit beschikbaar.

Dit windpark is voor 50% in bezit van Zeeuwind. De andere 50% is in bezit van de lokale ondernemer Camperwind. 100% lokaal eigendom dus.

Geplande projecten

Van vijf windprojecten is de bouw in voorbereiding. Ze staan te boek als gepland voor 2025-2026, dat wil zeggen: de vergunning is onherroepelijk, de subsidie is toegekend, de financiering is rond en de voorbereidingen voor de bouw zijn in gang gezet. Deze windparken vervangen bestaande windparken die worden afgebroken (gesaneerd). In totaal gaat het om 32,4 MW nieuw vermogen.  

Voorbeeld uit de praktijk

Burgerwindpark A2 Lage Rooijen (Gelderland)

Burgerwindpark A2 Lage Rooijen kreeg op 1 november het verlossende bericht: de vergunning is onherroepelijk en de bouw kan beginnen. Het project is een initiatief van een coöperatie van bewoners uit de Bommelerwaard. Ze werken samen met ontwikkelaar Green Trust. 

Het besluit van de Raad van State liet lang op zich wachten. Dat had onder andere te maken met de ontstane onzekerheid over de landelijke normen voor windparken. In 2021 had de Raad van State besloten dat de geldende normen niet meer geldig waren en dat had gevolgen voor lopende vergunningstrajecten, waaronder die van het Burgerwindpark.

Herstelbesluit

Er was in 2020 al een vergunning afgegeven waarvoor nu een herstelbesluit nodig was. De gemeente Maasdriel moest dat toetsen aan lokale normen die ze eerst nog moesten vaststellen. Dat kostte allemaal extra tijd.

Vervolgens maakten omwonenden bezwaar tegen het herstelbesluit en was het wachten op de Raad van State. Die verklaarde de bezwaren ongegrond. In 2025 kan het windpark operationeel zijn. 

Projecten in afwachting Raad van State

Drie windparken wachten al meer dan een jaar op besluitvorming van de Raad van State. De vergunning is verleend, maar nog niet onherroepelijk. Capaciteitsgebrek bij de Raad van State is de oorzaak van de vertraging. In totaal gaat het om 16,9 MW. Het betreft:

  • Windpark Elzenburg-De Geer (Oss, Noord-Brabant)
  • Windpark Grote Haar (Gorinchem, Zuid-Holland)
  • Windpark IJsselwind (Zutphen, Gelderland)

Projecten in voorbereiding

Er bevinden zich meer plannen in een vroeger stadium van ontwikkeling. Van minstens 26 plannen (circa 96 MW) weten we dat ze in voorbereiding zijn. Hiermee bedoelen we: er is een specifieke locatie in beeld, de vergunningsprocedure loopt, of de initiatiefnemers bereiden de vergunningaanvraag voor. Deze fase eindigt zodra de vergunningen onherroepelijk zijn.

Windpark Horst en Telgt stond al op de radar. De voortgang vordert gestaag: in 2024 neemt de provincie een besluit over de vergunning. Dit is een grootschalig project met 7 windturbines langs de A28. Het is een initiatief van Buurtvereniging Horst en Telg, de coöperatie Veluwe-Energie en ontwikkelaar Prowind.  

Nieuw

Nieuw op de radar in 2023: Windpark Langeveen (Tubbergen), Windpark De Lutte (Losser), Eijgen Polder Energie (’s-Hertogenbosch), Windpark Papenslagweg (Lochem), Energiepark Daarle, Windpark Noordzeeboulevard (Voorne aan Zee), Windpark Limagrain (Reimerswal) en Windenergie A67 (Deurne).

In Amsterdam werd in 2023 voortgang geboekt met de plannen voor nieuwe windmolens. In november 2023 kwam er onverwacht een kink in de kabel.

Voorbeelden uit de praktijk

Windmolens in Westelijk Havengebied (Noord-Holland)

In maart 2023 is een vergunning aangevraagd bij de provincie voor drie windturbines in het westelijk havengebied aan de Noorder IJplas en Cornelis Douwesterrein. Vier coöperaties werken samen: drie burgercoöperaties onder de vlag van Amsterdam Wind en een bedrijvencoöperatie NDSM Energie op de NDSM-werf.

De initiatiefnemers betrekken omwonenden en organisaties intensief bij de besluitvorming. In 2021-2023 zijn vijf omgevingsberaden georganiseerd en zijn effecten op de omgeving inzichtelijk gemaakt met behulp van een Milieu Effecten Rapportage.

Voorlopig geen vergunning

In november 2023 werd bekend dat de provincie voorlopig geen vergunning wil afgeven. Een onverwacht en teleurstellend besluit voor de initiatiefnemers. Wat de volgende stap wordt, is medio november nog niet bekend.

Het plan kent een lange voorgeschiedenis. Al in 2007 hadden drie Amsterdammers plannen voor een windmolen in het havengebied. Ze richten een coöperatie op in 2009. In 2013 sloten ondernemers van het NDSM terrein zich aan en richtten een bedrijvencoöperatie op: NDSM Energie. De gemeente steunde het plan in 2012, maar de provincie stelde na 2015 zulke scherpe eisen aan windmolens in Noord-Holland dat het plan stilviel.

Schot in de zaak

Pas in 2020 kwam er weer schot in de zaak, toen de gemeente en de provincie het gebied als zoekgebied in de concept Regionale Energiestrategie (RES) aanwezen en de gemeente een intentieverklaring tekende met de coöperaties. Dat leidde aanvankelijk tot verhitte gemoederen bij omwonenden. Met de omgevingsberaden is dit proces verder vormgegeven. In 2023 moeten de initiatiefnemers opnieuw pas op de plaats maken.

Windmolens in de Utrechtse polders Rijnenburg en Reijerscop (Utrecht)

In de provincie Utrecht werken coöperatie Rijne Energie en partners Eneco, De Windvogel en BHM Solar aan een windpark van vier windturbines. Een vergunningenbesluit wordt begin 2024 verwacht.

De gemeente wil in de polders Rijnenburg en Rijescop plaats bieden voor een energielandschap van maximaal acht windmolens en ongeveer 230 hectare zonnevelden. In 2020 is een uitnodigingskader opgesteld na een intensief participatietraject met de omgeving. Een van de eisen is dat er sprake moet zijn van minimaal 50% lokaal eigendom.

Vergunningsaanvraag

In 2020 dienden Rijne Energie en haar partners een plan in voor het Energielandschap. Dit is in 2021 geaccepteerd door de gemeente. In de lente van 2023 is een vergunningaanvraag ingediend voor vier windturbines, het eerste coöperatieve windpark van de provincie Utrecht.

De plannen voor een zonnepark en vier extra windturbines zijn voorlopig uitgesteld, omdat nader onderzoek hiervoor nodig is en nog niet overal overeenstemming bereikt kon worden met de grondeigenaren.

Geld ophalen

In 2023 heeft Rijne Energie geld opgehaald bij haar 900 leden. Je leest er meer over in het hoofdstuk Financieel

Rijne Energie is een initiatief van bestaande burgercoöperaties De Windvogel, Energie-U en Uwind.

Verkenningen: planvorming en regionaal beleid

Daarnaast zijn plannen bekend van coöperaties die meer oriënterend van aard zijn, of onderdeel zijn van een gebiedsproces. In meerdere regio’s zijn overheden gestart met onderzoek naar windlocaties binnen de zoekgebieden van de Regionale Energie Strategieën (RES 1.0). Coöperaties volgen deze processen en reageren daarop. Als voorbeeld noemen we de windplannen in Haarlemmermeer.

Voorbeeld uit de praktijk

Windpark Waterwolf, Haarlemmermeer Zuid

In 2021 wees de gemeente Haarlemmermeer een deel van Haarlemmermeer Zuid aan als zoekgebied. Als randvoorwaarde stelde het college dat inwoners kunnen meedoen en delen in de winst. 

Lokaal eigendom

Windcoalitie Haarlemmermeer Zuid, een samenwerkingsverband van bewoners en boeren in het gebied, werkt al langere tijd aan plannen voor een windpark in lokaal eigendom: Windpark Waterwolf. Dit kan voor 90% eigendom worden van de omgeving, waaronder meerdere grondeigenaren.

De initiatiefnemers dragen actief bij aan het beleidsproces in het zoekgebied, onder andere met een reactie op een marktconsultatie van de gemeente. In 2023 is nog geen besluit genomen of en waar windmolens geplaatst worden.

Windcoalitie

De Windcoalitie Haarlemmermeer Zuid is opgericht in 2021 en bestaat uit de coöperatie Meerwind met bijna 1000 leden, agrariërscollectief Vereniging Windpark Agri-Haarlemmermeer en De WindUnie.

Tenminste 17 grondeigenaren hebben zich aangesloten bij de coalitie. “Dat betekent dat twee derde van het zoekgebied achter ons initiatief staat”, aldus de coalitie.  

Stilgelegde projecten

In 2023 zijn voor zover bekend geen windprojecten stopgezet.

Knelpunten

Voor inzicht in de knelpunten die coöperaties ervaren bij windprojecten verwijzen we door naar het hoofdstuk Knelpunten.

Vorige hoofdstuk

< Zon

Volgend hoofdstuk

Financieel >

De Lokale Energie Monitor 2023 is een uitgave van klimaatstichting HIER, met medewerking
van Energie Samen

Op de hoogte blijven?

Ontvang tips, artikelen, nieuws en meer! Geef hieronder aan welk thema je voorkeur heeft.

Lees voor meer informatie ons privacybeleid
Lijsten