De Regionale Energiestrategieën (RES): wat betekenen ze voor bewoners?
In de afgelopen jaren stelden dertig energieregio’s een zogeheten Regionale Energiestrategie op, of kortweg RES. Dat zijn belangrijke documenten, want gezamenlijk beschrijven ze de plannen voor duurzame energieopwekking in heel Nederland. En dus ook in jouw regio. Welke informatie staat er precies in de RES? Waarom is dat belangrijk voor jou als inwoner? En hoe oefen je zelf invloed uit op de duurzame energieplannen in jouw omgeving? In dit artikel zetten we de belangrijkste punten op een rij.
De Regionale Energiestrategieën komen voort uit het Nederlandse Klimaatakkoord, dat in 2019 gepresenteerd werd. Daarin staat onder andere dat Nederland in 2030 over genoeg zonne- en windparken op land moet beschikken om 35 terawattuur (35 miljard kilowattuur) aan duurzame elektriciteit te kunnen opwekken. Hoe gaan we die enorme klus klaren? Om daarachter te komen, werden dertig energieregio’s in het leven geroepen.
Per energieregio onderzochten gemeenten, provincies en waterschappen de mogelijkheden voor duurzame energieopwekking en daar rolde een plan uit voort: de Regionale Energiestrategie (RES). Daarin worden de mogelijkheden voor duurzame energieopwekking per energieregio uitvoerig beschreven. Van de manier van duurzame energieopwekking tot de locaties waar dat moet gebeuren. Elke regio doet daarnaast een voorstel over hoeveel hernieuwbare energie het in 2030 in totaal zal opwekken.
“Tel die voorstellen bij elkaar op en je komt ruim boven de doelstelling van 35 terawattuur uit. Dat is goed nieuws, want tijdens de uitvoering van de plannen lopen we geheid tegen belemmeringen aan. Er zullen zeker nog plannen afvallen, dus een beetje speelruimte is welkom.”
Dansen tussen bestuursniveaus
Aan het woord is Els Holsappel. Ze werkt als communicatieadviseur en thematrekker lokaal eigendom bij het Nationaal Programma RES en is al jaren (en op allerlei manieren) actief in de energietransitie. Bijvoorbeeld als bestuurder van energiecoöperatie BrummenEnergie. Het Nationaal Programma RES werd in het leven geroepen om gemeenten, provincies en waterschappen te ondersteunen bij het opstellen en uitvoeren van de RES. Dat is ook hard nodig, want gemakkelijk is dat niet.
“Je bent eigenlijk voortdurend aan het dansen tussen de verschillende bestuursniveaus. Op lokaal niveau gebeurt bijvoorbeeld ontzettend veel in de energietransitie. Dat moet allemaal verankerd worden in regionale strategieën, die vervolgens op landelijk niveau worden gemonitord. En plannen die op regionaal niveau ontstaan, moeten geborgd worden in gemeentelijk beleid. De RES’en zijn wat dat betreft unieke samenwerkingsverbanden, waar constant gesprekken gaande zijn tussen de verschillende stakeholders in een energieregio, van provincies tot bewoners. Die hebben soms andere wensen en voorkeuren en dat kan het lastig maken.”
Versnellen van de energietransitie
Ondanks deze uitdagingen ligt de RES 1.0 inmiddels bij alle dertig energieregio’s op tafel. Een mijlpaal in de energietransitie, zegt Holsappel: “ Juist omdat de Regionale Energiestrategieën zulke unieke samenwerkingsverbanden zijn (tussen alle bestuursniveaus), kunnen ze de energietransitie versnellen. Ze stellen ons in staat om duurzame energieplannen op gemeentelijke niveau onderdeel te maken van regionale energiestrategieën, om vervolgens gezamenlijk te onderzoeken hoe je de plannen het beste uitvoert en wie wat doet. Zo krijgt de energietransitie van onderop vorm en vindt versnelling plaats.”
De RES 1.0 is overigens nog maar het begin. Duurzame energieplannen kunnen immers veranderen en er kunnen plannen bijkomen of afvallen. Energieregio’s zullen hun RES dan ook regelmatig bijschaven en vernieuwen. Dat wordt ook wel ‘herijken’ genoemd. Daarnaast publiceren ze om het jaar een voortgangsrapportage. “Op die manier houden de energieregio’s zicht op vragen als: waar staan we? En wat is er veranderd?”
"Elke energieregio doet wat het beste bij hen past"
– Els Holsappel, Nationaal Programma RES
Ieder op z’n eigen manier
Het valt Holsappel op dat elke regio op zijn eigen manier vorm geeft aan de RES. Op een manier die het beste bij hen past. “Sommige regio’s hebben het echt gezamenlijk en op regionale schaal aangevlogen, met de inzet van een regionale projectleider. In andere regio’s vindt de energietransitie bovenal lokaal plaats en beperkt de RES zich tot het afstemmen van de verschillende plannen met elkaar. Elke energieregio doet wat het beste bij hen past. Dat werkt stimulerend en zorgt voor meer betrokkenheid.”
Ambtelijk feest?
De Regionale Energiestrategieën klinken misschien als ambtelijke feestjes, die alleen relevant zijn voor overheden, maar niets is minder waar. Ze zijn ook voor bewoners belangrijk. De energietransitie kan juist voor hen namelijk behoorlijk ingrijpend zijn. Holsappel: “Zij zien hun land, landschap en energievoorziening veranderen, in de vorm van zonneparken, windmolens en zonnepanelen op daken. Onze energie komt straks niet meer van een centraal gelegen energiecentrale, maar van onze dorpen, wijken, buurten en weilanden. Dat kan best even wennen zijn en tot weerstand leiden.”
Daarom is het essentieel dat bewoners bij de energietransitie betrokken worden. Een belangrijk onderdeel van het Klimaatakkoord is dan ook ‘50 procent lokaal eigendom’. Dit houdt (in een notendop) in dat de helft van alle grootschalige duurzame energieprojecten op land eigendom moet worden van de lokale omgeving. Op die manier pluk je lokaal zoveel mogelijk de vruchten van de energietransitie, wat het enthousiasme voor en de betrokkenheid kan vergroten.
"Grijp de kans om de onze energievoorziening van de toekomst zélf vorm te geven"
– Els Holsappel, Nationaal Programma RES
Meepraten en meedoen
Niet verwonderlijk: ook bij de Regionale Energiestrategieën is betrokkenheid van bewoners daarom een belangrijk agendapunt. Zo zijn er energieregio’s waar ook bewoners een plek aan de RES-tafel hebben, in de vorm van een burgerberaad of andersoortig forum. Daarnaast praten energiecoöperaties (lees: bewonersinitiatieven) ook vaak op regionaal niveau mee, zegt Holsappel. “Ook moet je niet vergeten dat alles wat op lokaal en gemeentelijk niveau gebeurt, verwerkt wordt in de Regionale Energiestrategieën. En op gemeentelijk niveau hebben bewoners natuurlijk al veel meegedacht over de energietransitie. De RES’en lijken soms misschien op ambtelijke feestjes, maar dat zijn ze zeker niet.”
Máár… het kan altijd beter. De hamvraag is dan ook: hoe raak je als bewoner betrokken bij de RES en de energietransitie in het algemeen? Holsappel raadt aan om te starten met wat onderzoekswerk: “Zoek eerst uit in welke energieregio je woont en wat daar de plannen zijn. Elke gemeente heeft de RES op zijn website staan, maar op de website van het Nationaal Programma RES staan alle plannen ook gepubliceerd. Onderzoek vervolgens hoe je kan meepraten en meedoen. Meepraten kan bijna altijd bij je gemeente, dus klop daar eerst aan. Maar er zijn ook energieregio’s waar je je kan aansluiten bij een burgerberaad, ook dat is het onderzoeken waard.”
Zeggenschap over de energietransitie
Meepraten met de plannen is hartstikke belangrijk, maar meedóén met de energietransitie is natuurlijk ook een optie voor bewoners. Sterker nog: op die manier draag je echt bij aan de Regionale Energiestrategie in jouw regio. Bijvoorbeeld door een energiecoöperatie op te richten of je aan te sluiten bij een bestaand burgerinitiatief. “Het voordeel daarvan is dat je als bewoner echt zeggenschap krijgt over het hoe, wat, waar en wanneer van de energietransitie in jouw omgeving. Niet alleen over de bouw van een duurzaam energieproject, maar ook over de exploitatie en inkomsten ervan”, zegt Holsappel.
“Daar zijn al prachtige voorbeelden van” vervolgt ze. “Er zijn energiecoöperaties die zelf een duurzaam energieproject gerealiseerd hebben en met de inkomsten ervan een school overeind houden. Of glasvezel aanleggen. Of mensen met minder geld ondersteunen bij het isoleren van hun woning. Wanneer bewoners actief meedoen met de energietransitie biedt dat allerlei mogelijkheden om de lokale gemeenschap te versterken.”
Grijp die kans!
Holsappel raadt bewoners dan ook aan om zich vooral dáárop te richten, de mogelijkheden van de energietransitie. “Ja, de energietransitie verandert onze leefomgeving en dat is niet altijd prettig. Maar het levert ook veel op. Van een schone energievoorziening tot nieuwe inkomstenstromen voor de lokale gemeenschap. Dus klop aan bij je gemeente of een lokaal bewonersinitiatief en grijp de kans om de onze energievoorziening van de toekomst zélf vorm te geven.”