Analyse van provinciale akkoorden: ambities op duurzame energie lopen sterk uiteen
Na maanden van onderhandelen, hebben de provincies hun coalitieakkoorden rond. Hoe het ervoor staat met de plannen voor duurzame energie? HIER onderzocht het. Per provincie analyseerden we de belangrijkste punten voor de thema’s zon- en windenergie, bewonersparticipatie, lokaal eigendom, en natuur.
Kortgezegd blijkt uit de analyse dat bijna alle provincies achter de doelen van de Regionale Energiestrategieën (RES) staan, waarin per regio de doelen voor het opwekken van duurzame energie tot 2030 staan beschreven. Toch lopen de akkoorden erg uiteen als het gaat om hoe en met welke duurzame energiebronnen ze die doelen willen behalen. In onderstaande tabel zetten we de belangrijkste verschillen op een rij. Verderop geven we per thema een toelichting.
Overzichtstabel analyse coalitieakkoorden
Zon
Vrijwel alle provincies zijn voorstander van het plaatsen van zonnepanelen op daken, gevels, en in combinatie met een andere functie. Denk aan zonnepanelen bij industriegebieden, langs infrastructuur of boven parkeerplekken. Ze hanteren hierbij de ‘voorkeursvolgorde zon’ die voor de zomer ook door – toen nog missionair – minister Jetten werd omarmd. Dit houdt in dat de voorkeur uitgaat naar zonnedaken en dat zonprojecten op natuur- en landbouwgrond als laatste mogelijkheid en onder beperkte voorwaarden ontwikkeld mogen worden. Alleen Overijssel en Zeeland benoemen deze volgorde niet expliciet in hun akkoord.
Flevoland, Friesland, Gelderland, Groningen en Noord-Holland zijn uitgesproken tegen nieuwe zonneparken op natuur- en landbouwgrond. Groningen is tot op heden verreweg de landelijke koploper als het gaat om grootschalige zonneparken, dus dat de coalitie daar niet op inzet is begrijpelijk.
De provincie Overijssel is in principe ook tegen zon op land, maar geeft iets meer opening. “Wel bieden we ruimte aan kleinschalige lokale initiatieven van grondeigenaren als aanvulling op hun verdienmodel. Daarbij willen we voorkomen dat er door koppeling van initiatieven alsnog grote zonneparken ontstaan”, staat er in het coalitieakkoord.
Zeeland en Drenthe doen geen expliciete uitspraken over zonneparken op land. Limburg, Noord-Brabant en Utrecht zien daar nog wel kansen, al zij het onder bepaalde voorwaarden. Tot op heden zijn er nog weinig zonneparken gerealiseerd in Limburg en Utrecht.
Wind
De provincies Flevoland, Gelderland en Groningen willen de komende jaren onder geen beding nieuwe windparken toevoegen. Flevoland, koploper in opgesteld windvermogen, gaat bestaande parken wel vernieuwen. Door een deel van de oude windturbines te saneren en andere turbines te vervangen door grotere, wordt uiteindelijk meer vermogen gerealiseerd.
Dat Gelderland niet kiest voor meer wind is opmerkelijk. Hoewel het de grootste provincie is, staat slechts 4% van het totale windvermogen in Nederland opgesteld in Gelderland.
De provincies die nieuwe windparken wel zien zitten – onder bepaalde voorwaarden – zijn Friesland, Noord-Brabant, Noord-Holland, Overijssel, Utrecht en Zuid-Holland. Drenthe, Limburg en Zeeland doen er geen expliciete uitspraak over.
Wat verder opvalt is dat een aantal provincies de mogelijkheid voor kleinere windmolens wil onderzoeken. Drenthe, Flevoland, Friesland, Groningen en Zuid-Holland zien daar kansen in. Zo schrijft Drenthe in haar provincieakkoord: “We onderzoeken de mogelijkheid voor een wijziging/verruiming van het beleid voor erfmolens; kleine windmolens met een ashoogte van maximaal 25 meter.”
Noot: wat men onder kleine windmolens verstaat, kan per provincie verschillen.
Bewonersbetrokkenheid en lokaal eigendom
Het streven naar minstens 50% lokaal eigendom is opgenomen in het Klimaatakkoord en bekrachtigd in de Regionale Energiestrategieën (RES’en). Het feit dat de provincieakkoorden de ambitie van de RES ondersteunen, is ook goed nieuws voor bewonersbetrokkenheid en lokaal eigendom. Echter, doordat de meeste provincies niet expliciet maken wat ze precies onder lokaal eigendom verstaan en hoe ze bewoners gaan ondersteunen, lonkt het gevaar dat lokaal eigendom een papieren werkelijkheid wordt.
De provincie Friesland benoemt wel wat ze aan lokaal eigendom wil doen. Zo wil ze het makkelijker maken voor inwoners en bedrijven om mee te doen aan de energietransitie. Dit doen ze door een provinciaal loket in te richten. Ook moet iedereen mee kunnen profiteren van de opbrengsten uit zon en wind. Verder wordt er juridische en financiële hulp beloofd aan inwoners, energiecoöperaties, bedrijven en organisaties.
Ook de provincies Zuid-Holland, Overijssel en Groningen beloven actief bewoners te betrekken bij de energietransitie. Flevoland en Zeeland blijven geheel in gebreke. In hun akkoorden zeggen ze niets over het betrekken van bewoners, zeggenschap of financieel profijt.
Natuur
Wat betreft aandacht voor natuur, is de provincie Utrecht verreweg het meest uitgesproken. “De overgang naar duurzame energie gaat hand in hand met natuur, biodiversiteit, erfgoed, klimaatadaptatie en ruimtelijke ontwikkelingen. Waar nodig willen we dit (financieel) ondersteunen”, stelt het Utrechtse akkoord.
Alhoewel het summier is, benoemen Limburg en Zuid-Holland ook het belang van biodiversiteit bij zonneparken. De overige provincies maken geen koppeling tussen energietransitie en natuur.
Netcongestie
Wat betreft netcongestie blijkt dat acht provincies (tijdelijke) opslag van duurzame energie als een oplossing zien. Verdere uitwerking hiervan staat nog niet beschreven. Ook hebben veel provincies hoge verwachtingen van waterstof en willen ze onderzoek doen naar (kleine) kernenergiecentrales.
Meer informatie
- Zie de website van het IPO voor alle coalitieakkoorden
- Een analyse van de coalitieakkoorden op 35 verschillende punten door de Nederlandse Vereniging voor Duurzame Energie (NVDE) (Noot: Noord-Brabant is hierin niet meegenomen)
Met dank aan de Natuur en Milieufederaties (NMF) voor de analyse van het onderdeel natuur.