5 tips om te minderen met plastic
Je hebt vast de term al eens voorbij zien komen: a zero waste lifestyle. Of op z’n Nederlands: afvalvrij leven. Waarschijnlijk heb je al standaard een opvouwbare shopper in je tas zitten, want in winkels krijg je niet zomaar meer een plastic tasje mee. Maar je kunt meer doen. Collega Sanne probeert sinds 1 januari van dit jaar zo min mogelijk afval te maken. Ze vertelt hoe haar dat bevalt en geeft vijf tips voor een verpakkingsvrij(er) leven.
Waarom is plastic schadelijk voor klimaat en milieu?
Voor het produceren van plastic gebruiken we fossiele brandstoffen, zoals aardolie. Tijdens dit proces wordt bovendien enorm veel water verspild en vervuild. Volgende probleem: plastic is moeilijk te recyclen omdat het niet afbreekbaar is én omdat bij het recyclen ervan hoge kosten komen kijken. Lees hier een uitgebreidere uitleg.
21 kilo plastic
Omdat plastic zo vervuilend is, zijn we in Nederland steeds bewuster met onze afvalproductie bezig. In veel gemeentes is het al mogelijk (of zelfs verplicht) om afval, waaronder plastic, te scheiden. Plastic wordt meestal sneller gerecycled dan een paar jaar geleden. Maar het kan beter.
Nederlanders zorgen namelijk voor 21 kilo plastic per persoon per jaar (met gemiddeld zeven verpakkingen per dag), waarvan slechts 9 kilo apart wordt gerecycled (bron: Milieu Centraal). Als je je bedenkt dat plastic natuurlijk niet zoveel weegt, is 21 kilo op z’n zachtst gezegd niet weinig.
Goed voornemen
Eind vorig jaar liep ik zelf met zo’n zak vol plastic naar de container om de hoek: een van mijn wekelijkse klusjes. Wekelijks! Een zak plastic! Dat moest anders. Ik nam me voor om zo min mogelijk afval te maken. Dat is best lastig, want ga maar eens naar de supermarkt voor een gemiddeld karretje met wekelijkse boodschappen en het gaat al mis bij de groenteafdeling. Toch merkte ik al snel dat het eenvoudiger werd naar mate ik het langer volhield. Het is dan ook vooral een kwestie van 1) goed kijken en nadenken en 2) routine maken.
Ik deel mijn bevindingen in de vorm van vijf tips, die geïnspireerd zijn op de ‘5 R’s’ van Zero Waste guru Bea Johnson, die per jaar zo’n kleine hoeveelheid afval maakt dat het in een weckpot past.
Tip 1: Refuse – weiger wat je niet nodig hebt
Kijk, het is logisch dat je iets niet hoeft weg te gooien als je het niet in huis haalt. Zo simpel kan het dus al zijn: gewoon nee zeggen. Neem dus sowieso die shopper mee in je tas. Ook leuk: katoenen zakjes voor je granen, noten, groenten, fruit en brood. Stop ze thuis na het leeghalen meteen weer terug in je tas, zo heb je ze altijd bij de hand – ook als je onverwachts boodschappen haalt. Je tomaten in een doorzichtig zakje doen en dat zakje tien minuten later thuis weggooien… dat is toch eigenlijk best gek?
Tip 2: Reduce – verminder wat je wel nodig hebt
Koop alleen iets als je het echt nodig hebt en probeer zo weinig mogelijk te verspillen. In zekere zin betekent dit: versimpelen (en dat is heerlijk, geloof me). Kijk bijvoorbeeld eens naar je schoonmaakmiddelen: heb je echt voor je aanrechtblad, wc-bril, douchewand en vloer een ander product nodig? Met azijn als antibacterieel middel en baksoda als schuurmiddel heb je voor alle oppervlaktes een (heel goedkope) oplossing.
Tip 3: Reuse – gebruik herbruikbare artikelen
Dit vind ik een leuke, want ik geef mijn geld niet meer uit aan spullen die ik na (maximaal) vijf minuten regelrecht naar de prullenbak verplaats. Ga thuis eens op speurtocht. Drink je je smoothie ’s ochtends met een rietje? Dan gebruik je daarvoor waarschijnlijk elke ochtend een nieuwe. Haal je je make-up er ’s avonds af met een wattenschijfje? Die gooi je daarna natuurlijk weg. Verrassing: voor al dit soort items zijn herbruikbare vervangers te koop. RVS rietjes, wasbare wattenschijfjes van katoen, een thermosbeker voor je koffie-to-go: het bestaat allemaal!
Tip 4: Recycle – breng glas, papier en plastic gescheiden weg
Draag er zorg voor dat je producten kiest die te scheiden en recyclen zijn. Deze keuze maak je al in de winkel. Koop liever etenswaar in een glazen pot dan in een blikje. Kies karton boven plastic, enzovoorts. Dit geldt ook voor non-food. Er bestaan bamboe tandenborstels die bij het GFT kunnen, shampoobars met een papieren wikkel en beautyproducten kun je ook prima zelf maken (met ingrediënten die je meestal gewoon in je keuken kan vinden). Mijn make-upremover maak ik van een mix van amandel- en rozenolie. Ruikt zalig en het is veel goedkoper.
Tip 5: Rot (of: Return) – geef terug aan de natuur
Sommige producten kun je niet weigeren, verminderen, opnieuw gebruiken of scheiden voor recycling. Denk hierbij aan restjes voedsel. Deze stap is tegelijk het moeilijkst en simpelst: je laat het rotten. Voor mensen met een tuin en tijd over is dit prima te doen: een stel wormen aanschaffen en de boel composteren en voilà: grondstof voor je planten. Maar niet iedereen ziet zoiets zitten of heeft er simpelweg geen ruimte voor. Gelukkig is er een grote kans dat in jouw wijk wél GFT wordt opgehaald! Check hier hoe dat bij jou zit.
Conclusie
Door steeds goed te kijken naar alternatieven en er routine van te maken houd je jezelf scherp. Vraag jezelf af: kan ik plastic in de winkel al weigeren? Is er een verpakkingsvrij of -arm alternatief? Kan ik iets vaker dan één keer gebruiken? En ook niet onbelangrijk: hoe maak ik het voor mezelf makkelijk en leuk, zodat ik het blijf herhalen? Belangrijk: loop niet te hard van stapel, want de kans dat je opgeeft is dan groter. Stapje voor stapje. Heb er plezier in en bedenk dat je iets toevoegt aan een betere omgeving voor jezelf en de generaties na jou. Lekker cliché, maar alle kleine beetjes helpen toch echt.
Wil je meer tips of informatie? Stuur me een mailtje!