Douchen of in bad; wat is beter voor je portemonnee én het klimaat?
De een ligt het liefst uren in bad, de ander springt liever onder een harde douchestraal (en stelt het dichtdraaien van de kraan drie keer uit). Ga jij liever in bad of onder de douche? En wat is beter voor je portemonnee en het klimaat?
De cijfers
Douchen blijkt veel populairder dan in bad gaan: in 1995 badderden we één keer per 5 dagen, nu is dat nog maar één keer per 25 dagen.
Een douchebeurt duurt gemiddeld 7,4 minuten en kost dan 65 liter warm water, dat komt neer op €0,52* zonder waterbesparende douchekop en €0,42** met waterbesparende douchekop. Een bad vullen kost wel 120 liter per keer. Daarvoor betaal je €1,09* per bad (*=bron: NIBUD; **= berekening door HIER).
Elke dag onder de douche gaan kost dus minder water, energie en geld dan elke dag in bad liggen. Tenminste, als je van de gemiddelden uitgaat. MAAR! Tegenwoordig hebben veel mensen zo’n indrukwekkende stortdouche waar dubbel zoveel water uit klettert. Ai… Als je met zo'n douchekop langer dan 7 minuten doucht kun je dus weer beter badderen! Of het goedkoper én beter voor het klimaat is om te douchen of in bad te gaan, ligt er dus vooral aan hoe lang je doucht en welke douchekop je gebruikt.
Korter douchen
Als jij maximaal 5 minuten doucht (liefst ook nog onder een waterbesparende douchekop) scheelt dat een hoop water, energie én geld. Een gemiddeld huishouden kan daarmee op jaarbasis ruim 15.000 liter warm water en 90 kuub gas besparen. Collega Annemiek probeerde dat al eens uit, hier lees je wat zij leerde van vijf dagen douchen met een douchewekker.
Conclusie: In bad gaan is heerlijk, maar kost veel water in één keer. Een douche kun je timen en zo kort maken als je zelf wil. De beste keuze is dus een korte douchebeurt met een waterbesparende douchekop! Ben je van plan om uitgebreid de tijd te nemen? Dan kan een bad weer een betere keuze zijn.