Met participatie bereik je niet iedereen: Raad voor het openbaar bestuur ziet kansen maar ook risico’s
Hoe lukt het Nederland om drastisch minder aardgas te gaan verbruiken? Met het oog op het klimaatakkoord moeten we allemaal kijken naar alternatieven. Maar waar ligt de bal: bij de burger of bij de overheid? Of kunnen we het samen? Deze vragen stonden centraal tijdens onze kennissessie Warmte op 4 juli in Utrecht. Het thema was ‘Participatie en democratie: Besluitvorming over alternatieve warmteoplossingen’.
In een mini-college vertelt Rien Fraanje over verschuiving binnen de democratie naar steeds meer participatie. Fraanje is secretaris en directeur van de staf bij de Raad voor openbaar bestuur, die adviseert over de inrichting en het functioneren van de overheid. Hij ziet dat participatie in de warmtetransitie kansen biedt, maar stelt ook dat hier niet alle heil van mag worden verwacht. “Het is een illusie dat je hiermee de hele samenleving meeneemt.”
Steeds meer initiatief
Een verschuiving, waar hebben we het dan precies over? “De laatste tien jaar is participatie meer en meer aanwezig en ook nodig”, vertelt Fraanje. “Onze samenleving wordt steeds assertiever. Kort gezegd lag de besluitvorming eerder exclusief bij democratische instituties, zoals de gemeenteraden. Provinciele Staten en Tweede en Eerste Kamer. Nu krijgen burgers nu ook vaker de kans om initiatief te nemen, bijvoorbeeld door participatietrajecten. Het oorspronkelijke idee daarvan was dat je iedereen betrekt, dus in plaats van alleen de theoretisch opgeleide mensen bij de overheid. Al zien we in de praktijk dat bij bijvoorbeeld bewonersinitiatieven de eerste groep die aansluit vaak ook theoretisch opgeleid is.”
Spanningsveld tussen burger en overheid
Volgens Fraanje biedt onze ‘nieuwe’ participatiesamenleving mooie kansen om iedereen mee te nemen in de warmtetransitie. Maar: de lasten moeten goed verdeeld worden. Fraanje: “We hebben elkaar hard nodig. Veel kennis, enthousiasme en energie over dit onderwerp ligt bij de burgers. Veel raadsleden zijn lang niet zo goed ingelezen. Maar voor het algemeen belang, de borging van rechten, de afweging van strijdige belangen en risico’s blijft de overheid altijd nodig. Daar ligt dus een soort spanningsveld.” Een voorbeeld over de risico’s: bewoners hebben zelf een windmolen geplaatst bij een boer, met een vergunning en akkoord van de boer. Maar wie draait er op voor de gevolgen als er een stroomstoring is?
Geen representatieve afspiegeling
Er zijn bij participatietrajecten verschillende groepen burgers te onderscheiden, aldus Fraanje. “Je hebt een groep hebt die meteen enthousiast mee wil doen en voorop loopt. Maar er zijn ook mensen die bij vernieuwing sceptisch of zelfs angstig de kat uit de boom kijken. Het is de taak van de politiek om ook hen een stem te geven in de politieke arena.”
Gebruik de pioniers goed
“Een gemeente moet zich bewust zijn van de personen waarmee ze aan tafel zit. Is deze groep representatief voor bijvoorbeeld de betreffende wijk? Welke belangen liggen er bij deze groep? En gelden die belangen voor iedereen? Dat betekent trouwens niet dat je deze groep voorlopers niet kunt ‘gebruiken’. Zij zijn de pioniers om een beweging op gang te krijgen en uiteindelijk steeds meer mensen te betrekken. Aardgasvrij wonen is nu nog niet voor iedereen bereikbaar. Maar zodra dit wel zo is, heeft de groep voorlopers de ervaring om ook anderen op weg te helpen.”
Lees verder:
Lees ook onze andere artikelen n.a.v. de kennissessie Warmte van 4 juli 2019: