Onderzoeksrapport 'De energietransitie vanuit burgerperspectief'
Het Sociaal en Cultureel Planbureau onderzocht in hoeverre er onder burgers draagvlak is voor de overgang naar aardgasvrije woningen. De onderzoekers identificeren daarbij groepen en brengen hun verschillen onder de aandacht zodat hiermee in toekomstig beleid reken gehouden kan worden. Niet iedereen kan en wil namelijk op dezelfde manier meedoen aan de warmtetransitie.
76% van de respondenten vindt het in enige mate belangrijk dat we overstappen op groene energie om klimaatverandering tegen te gaan. Dat betekent echter niet direct dat ze het eens zijn met het aardgasvrijbeleid. 49% staat hier achter, 27% steunt het beleid niet.
Vijf groepen en hun houding
- Overtuigde voorlopers (6%). Er is onder deze groep veel vertrouwen in de alternatieven voor aardgas en deze groep geeft aan het niet lastig te vinden om te bepalen wat een goed alternatief is voor hun huidige warmtevoorziening.
- Voorzichtige voorlopers (46%). Zij vinden het nog moeilijk om te kiezen voor het juiste aardgasalternatief en wachten liever tot ze iets horen van de overheid.
- Twijfelaars (19%). Deze groep overweegt iets minder vaak een alternatief voor aardgas.
- Aarzelende achterblijvers (26%). Dit zijn mensen die nog niet van het gas af willen, en het lastig te bepalen vinden wat een goed alternatief is.
- Afkeurende achterblijvers (3%). Een kleine groep mensen die niet van het gas af wil en het niet lastig vindt om een goed alternatief te kiezen. Dat laatste kan erop duiden dat ze er nog helemaal niet mee bezig zijn.
Verdere bevindingen
- Mensen die makkelijk rondkomen staan vaker achter het aardgasvrijbeleid. Dit komt omdat ze relatief veel vertrouwen hebben in de regering, en omdat ze zich minder zorgen maken over de impact van klimaatmaatregelen op hun manier van leven.
- Hoe bezorgder iemand is dat het klimaatbeleid van invloed is op zijn of haar leven, hoe negatiever die persoon is over het aardgasvrij-beleid.
- Jongvolwassenen (18-34 jaar) staan gemiddeld iets positiever tegenover het beleid dan de 45-54-jarigen en de 65-74-jarigen.
- Hogeropgeleiden spreken zich gemiddeld positiever uit over het aardgasvrijbeleid dan lageropgeleiden.
- Vrouwen zijn gemiddeld positiever over het aardgasvrijbeleid zijn dan mannen.
- Mensen met een meer rechtse politieke oriëntatie zijn gemiddeld negatiever over het aardgasvrijbeleid zijn dan linksgeoriënteerden.
Aandachtspunten voor de toekomst
- Houd bij het opstellen van je Transitievisie Warmte rekening met wat bewoners willen en kunnen.
- Als men het ermee eens is dat er klimaatmaatregelen nodig zijn, betekent dat niet perse dat specifieke maatregelen direct geaccepteerd worden. Mensen hebben hier vaak eigen ideeën over.
- Kritiek gaat soms meer over het besluitvormingsproces om tot een plan te komen dan over de maatregel zelf.
- Om de groep ‘voorzichtige voorlopers’ in beweging te krijgen ligt er een taak voor de overheid om duidelijk te communiceren over verschillende betrouwbare alternatieven voor aardgas met hun voor- en nadelen.
- Groene voorlopers kunnen een belangrijke voorbeeldrol spelen, en zij krijgen nu veel aandacht. Het risico bestaat echter dat anderen die zelfs met subsidie nog niet mee kunnen doen achter blijven. De energielasten stijgen, en die rekening komt dan vooral bij mensen met minder ruimte om te investeren.
- De motivaties om tot de koplopers of juist achterblijvers te behoren kan veel verschillen. Bij de achterblijvers zitten bijvoorbeeld vaak ouderen en alleenstaanden. Dat hoeft niet te komen door een gebrek aan gevoel van urgentie, maar kan met heel andere belemmeringen te maken hebben.