Hoe ervaren woningeigenaren de warmtetransitie?
Hoe ervaren woningeigenaren de energietransitie tot dusver? Voor een antwoord op die vraag deed het Sociaal en Cultureel Planbureau onderzoek met een focusgroep. De gesprekken die werden gehouden brachten niet alleen inzicht, maar resulteerden ook in concrete adviezen voor bewonerscommunicatie.
In de studie ‘Onder de pannen zonder gas?’ werd in vier groepen met in totaal 32 deelnemers gesproken over het kabinetsbesluit om van het gas af te gaan, hoe goed ze op de hoogte zijn van de stand van zaken en hoe ze de energietransitie tot dusver beleven. In de groepen zaten zowel bewoners van pilotwijken om aardgasvrij te worden als bewoners van wijken waarvoor nog geen plannen zijn.
Het draagvlak voor aardgasvrij wonen is nog beperkt
Dat de regering heeft gekozen voor de transitie naar aardgasvrij wordt door de meeste mensen gezien als een voldongen feit. Dit zorgt er echter niet voor dat ze ook in beweging komen. Omdat er onzekerheid is over de juiste techniek, betaalbaarheid en planning van de gemeente stellen veel woningeigenaren zich afwachtend op. Ook de kleine minderheid die zelf al aan de slag wil heeft vaak nog helderdere kaders nodig om over te gaan tot actie.
Het kennisniveau wisselt, onderling delen wekt vertrouwen
Tegen de verwachting in bleek er geen duidelijk verschil in kennisniveau te zijn tussen bewoners van pilotwijken en de anderen. Ongeacht woonplaats bleken verschillende bewoners zich al verdiept te hebben. Het viel tijdens de gesprekken op dat bewoners onderling veel kennis uitwisselden, en dat deze gedeelde kennis vaak eerder vertrouwd werd dan de kennis die door de moderator ingebracht werd.
Bewoners zijn nog weinig betrokken
In de transitie wordt veel van burgers verwacht, maar de afwachtende houding die heerst staat participatie in de weg. Dit is niet verwonderlijk, aangezien er nog weinig concrete plannen zijn om woningen van het aardgas af te halen. Als er wel al een keuze voor de wijk gemaakt is, blijken bewoners hier niet altijd van op de hoogte. Bewoners willen graag in een vroeg stadium hun vragen kwijt kunnen, maar zolang er geen plannen bij ze bekend zijn is dat lastig.
Zorgen over betaalbaarheid en meer
Bewoners uitten zorgen over de betaalbaarheid van de transitie, maar dit hangt samen met andere onzekerheden zoals de effectiviteit van alternatieven voor aardgas. Ook gaven de groepen aan dat het belangrijk is om kosten rechtvaardig te verdelen, maar over hoe dat eruitziet was geen eensgezindheid. Objectgebonden financiering kon op draagvlak rekenen, mits de woonlasten per saldo niet omhoog gaan.
Collectief is goed, maar wel zelf beslissen
Een collectieve aanpak valt in de smaak. Kennis, kunde en kosten delen klinkt aantrekkelijk. Tegelijkertijd willen bewoners wel zelf over hun situatie kunnen beslissen. Daarnaast zien mensen zien een belangrijke rol bij de overheid om de transitie goed te laten verlopen.
Aanbevelingen voor bewonerscommunicatie
1. Differentieer naar schaalniveau
Deelnemers aan het onderzoek gaven aan voornamelijk communicatie van de gemeente te verwachten. Een lokale boodschap – over de timing van de transitie op wijkniveau bijvoorbeeld - kan afwijken van de landelijke kernboodschap. Houd daar rekening mee.
2. Benoem onzekerheden
Burgers willen weten waar ze rekening mee moeten houden. Houd ze op de hoogte, ook als de boodschap is dat het nog even duurt totdat de concrete gemeenteplannen er zijn.
3. Communiceer tijdig over de termijn van verplichtingen
Er is bij bewoners nog weinig bekend over in hoeverre gemeenten woningeigenaren kunnen verplichten om van het gas af te gaan. Een verbod op gas ziet men als acceptabel, maar het moet wel duidelijk van tevoren aangekondigd worden. Tien jaar wordt als een goede termijn gezien.
4. Communiceer helder over ‘no-regret’ maatregelen
Het is belangrijk om bewoners die al actiebereidheid hebben, te informeren over maatregelen waar ze geen spijt van krijgen, ook al is er nu nog een hoop onzeker.
5. Organiseer lokaal goede, laagdrempelige en actieve communicatie
Bewoners willen laagdrempelig geïnformeerd worden. Dit kan bijvoorbeeld een combinatie zijn van mondelinge communicatie via energieloketten, en de gemeente als afzender van folders en wijkbijeenkomsten. Begin hier tijdig mee, want woningeigenaren delen hun vragen en zorgen het liefst al in een vroeg stadium.
6. Differentieer naar informatiebehoefte
Vanzelfsprekend handelen koplopers, volgers en achterblijvers niet in hetzelfde tempo. Dit betekent ook dat de boodschap die hen aanspreekt verschilt. Door hier goed mee om te gaan voorkom je dat bewoners niet de informatie kunnen vinden die ze nodig hebben en aanwezig enthousiasme verloren gaat.
7. Benut de kennis bij koplopers voor lokale kennisdeling
Sommige burgers hebben al behoorlijk wat kennis in huis, en het is handig om deze in te zetten. Kennis van bewoners wordt namelijk door wijkgenoten heel anders beoordeeld dan bijvoorbeeld informatie op een flyer. Zeker als de gemeente bewonersinitiatief belangrijk vindt, kan dit een rol spelen.
8. Zoek de verbinding met onderliggende woonwaarden
Sommige bewoners zijn beter te motiveren voor isolatie met de belofte van meer comfort dan de belofte van een investering met goed rendement. Speel daar ook op in en gebruik daarbij instrumenten zoals ‘warmtefoto’s’ die laten zien waar een woning warmte lekt.
9. Benoem de voor- en nadelen van een collectieve aanpak voor individuele woningeigenaren
Het lijkt soms of koplopers altijd gaan voor individuele oplossingen, maar ook onder hen leeft het idee dat de energietransitie een collectieve aanpak vereist. Benoem als overheid de voor- en nadelen hiervan duidelijk, en informeer woningeigenaren ook over hoe ze zich kunnen organiseren in collectieven.
- Bekijk het volledige rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau: Onder de pannen zonder gas?