Alles over isoleren en vleermuizen

Slapende vleermuizen

Isolatie is een belangrijk onderdeel van het verduurzamen van alle woningen in Nederland. Maar in de spouwen, onder de dakrand en rondom kozijnen kunnen vleermuizen, gierzwaluwen en huismussen leven. Deze zijn volgens de wet beschermd. Met name de vleermuis is lastig op te sporen.

In de afgelopen twee jaar is veel gebeurd om isolatie, met name spouwmuurisolatie, toch mogelijk te maken. Want gemeenten hebben de opgave gekregen om sterk in te zetten op na-isolatie. Hoe kunnen gemeenten hier mee omgaan en welke situatie is werkbaar voor isolatiebedrijven? In dit artikel geven we een overzicht van de stand van zaken. 

Landelijke isolatie-opgave

Na-isolatie is een belangrijke prioriteit van het overheidsbeleid. Het Nationaal Isolatieprogramma van 2022 heeft als ambitie dat alle 2,5 miljoen woningen met D-label of slechter uiterlijk in 2030 worden voorzien van vloer-, dak- en spouwmuurisolatie en van HR++-glas. 

Hiervoor zijn er extra subsidies beschikbaar gesteld en afspraken met woningcorporaties gemaakt. Samen met het vervangen van oude isolatie, is de schatting dat meer dan een miljoen woningen nog moet worden voorzien van spouwmuurisolatie voor 2030. 

Het behalen van deze doelstelling en het uitvoeren van isolatiemaatregelen wordt bemoeilijkt door de mogelijke aanwezigheid van soorten, zoals de vleermuis, in de woning. Zowel vanuit het Rijk als vanuit de isolatiebranche wordt gezocht naar manieren om de isolatie-opgave te versnellen. We hebben alle relevante ontwikkelingen op dit onderwerp op chronologisch volgorde overzichtelijk in kaart gebracht.

Tijdlijn

Uitspraak Raad van State

Op 2 augustus 2023 oordeelde de Raad van State dat de provincie Utrecht een isolatiebedrijf terecht een dwangsom had opgelegd, omdat dit bedrijf zich niets aantrok van de zorgplicht uit de Wet Natuurbescherming. Deze wet bestaat al sinds de invoering van de Europese Habitatrichtlijn uit 1992, de Flora-en faunawet in 2002 en de daaropvolgende Wet natuurbescherming uit 2017. Dankzij het optreden van de provincie Utrecht en deze uitspraak moest er echt iets gebeuren aan de praktijk dat vogels en vleermuizen op grote schaal hun woongelegenheid kwijtraken.

Voorstel: aanpak natuurvriendelijk isoleren

De Provincie Utrecht heeft de aanpak natuurvriendelijk isoleren opgezet en uitgewerkt. Belangrijke elementen daarvan zijn een ontheffing op basis van een soortenmanagementplan (SMP), een natuurkalender die aangeeft wanneer geïsoleerd kan worden, en standaardmaatregelen om een spouw vleermuisvrij te maken.

Op 5 oktober 2023 organiseerde HIER een webinar over dit onderwerp. Wendy van Poppel van de provincie Utrecht uit wat het probleem is en hoe de aanpak werkt.

 

Bekijk hier de presentatie gegeven tijdens het webinar: HIER presentatie SMP preSMP 05102024.pdf. Op deze pagina is daarnaast meer te lezen over de methode.

Deze reeds bestaande aanpak sprak de rijksoverheid aan. In een brief aan de Tweede Kamer van 4 oktober 2023 bevestigde minister deze aanpak en sprak daarbij de hoop uit dat spouwmuurisolatie voortvarend en natuurvriendelijk kon worden gerealiseerd.

Kamerbrief aanpak natuurinclusief isoleren | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl

Lees hier het opiniestuk op Energiepodium.

Aanpak natuurvriendelijk isoleren in de praktijk

De voorgestelde aanpak natuurvriendelijk isoleren is in de praktijk lastig te realiseren. Minder dan 20% van de gemeenten in Nederland beschikt over een soortenmanagementplan. Met name door het veldonderzoek dat ter plekke moet worden gedaan, is het opstellen van zo'n plan een tijdrovende klus. Daarnaast is er een tekort aan ecologen die een soortenmanagementplan kunnen opstellen.

Dit heeft zijn weerslag op zowel de landelijke doelstellingen vanuit het Nationaal Isolatieprogramma als op de isolatiebranche. Uit onderzoek van W/E Adviseurs, uitgevoerd in opdracht van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE), blijkt dat de landelijke doelstellingen niet gehaald worden. Wanneer er natuurvriendelijk geïsoleerd wordt, is maximaal een vijfde van de doelstellingen haalbaar. Volgens VENIN, de brancheorganisatie van na-isolatiebedrijven, daalde de vraag naar spouwmuurisolatie in 2024 met ongeveer 70% ten opzichte van het jaar daarvoor en zijn de bedrijven ongeveer 40% van de monteurs kwijtgeraakt. 

Werken met eDNA

Onderzoek naar de aanwezigheid van soorten kan door veldwerk gedaan worden. Internationaal inspectie-, verificatie-, test- en certificeringsbedrijf SGS kwam met een alternatief: de e-DNA methode. 

Deze methode stelt via een kort onderzoek vast of er sporen van vleermuizen in de spouw aanwezig zijn. Met deze nieuwe methode wordt het mogelijk dat alleen in die gevallen dat er daadwerkelijk sporen zijn van vleermuizen, natuurvriendelijk geïsoleerd moet worden (met de bijbehorende natuurkalender). In alle overige gevallen kan gewoon worden geïsoleerd. 

Op 16 mei 2024 organiseerde HIER een webinar over deze methode. Hans de Jonge van SGS licht de methode toe. Henk ten Harmsel van Pluimers gaat in op de ontwikkelingen in de markt. 

 

Bekijk hier de gegeven presentaties: Pluimers Spouwmuurisolatie met e-DNA methode.pdf en SGS - E-DNA - Vleermuizen.pdf

Lees hier het opiniestuk op Energiepodium.

Validatie eDNA methode

In het najaar van 2024 heeft de rijksoverheid opdracht gegeven om de eDNA methode nader te onderzoeken. 

Onderzoeks- en consultancybureau Arcadis heeft drie eDNA methodes getest. Zij hebben via eDNA de aanwezigheid van -en daarmee het gebruik door- vleermuizen in woningen gedetecteerd. Aanvullend onderzoek van Datura Environmental Solutions heeft deze drie e-DNA methodes vergeleken met de huidige protocollen. 

Met de e-DNA methode worden veel meer vleermuizen worden gevonden dan met veldwerk. Arcadis stelt zelfs dat naar schatting 4% van de verblijfplaatsen door de relatief nieuwe eDNA-bemonstering wordt gemist, terwijl dat bij het gangbare en geaccepteerde protocolonderzoek 80% is.

Het DNA van vleermuizen blijkt minimaal 1 jaar na gebruik van een verblijfplaats nog detecteerbaar. Ook kon voor de meeste zeldzame vleermuissoorten worden bepaald dat ze met de eDNA-methode goed konden worden vastgesteld.

De onderzoeken:

Arcadis eDNA validatie houdbaarheid_200241118.pdf

Arcadis-eDNA validatie bijzondere_soorten_20241118.pdf

Arcadis-eDNA-als-methode-voor-het-detecteren-van-vleermuisverblijven_20-_20Publicatie.pdf

Datura Eindrapportage_20validatie_20sporenonderzoek_206_20dec_202024.pdf

Volgende stappen in toepassen eDNA methode

In een Kamerbrief van 2 oktober 2024 kondigt minister Keijzer aan dat zij gaat onderzoeken of de eDNA methode als zogenoemde “erkende maatregel” in de Omgevingsregeling opgenomen kan worden. Hiermee krijgen isolatiebedrijven zekerheid dat ze bij gebruik van deze methode kunnen voldoen aan de specifieke zorgplicht uit de Omgevingswet. 

VNG heeft hier in een brief op gereageerd, waarin ze aangeeft dat ze de wens deelt dat eDNA zo snel mogelijk kan worden toegepast, maar dat ze wel vindt dat het eDNA onderzoek moet worden uitgevoerd door onafhankelijke ecologen. Volgens de VENIN en betrokken certificerende instanties is dit duur, in de praktijk lastig uitvoerbaar en niet nodig. Er is inmiddels een beoordelingsrichtlijn (BRL) “Uitgebreid sporenonderzoek middels eDNA” opgesteld, die de kwaliteit en zorgvuldigheid van eDNA-bemonstering door bedrijven en/of personen zonder ecologische deskundigheid borgt. De BRL-kwaliteitssystematiek wordt binnen de wereld van certificatie aangemerkt als één van de meest zorgvuldige kwaliteitssystemen die in Nederland wordt gehanteerd.

HIER ziet eDNA als een praktische oplossing om te zorgen dat Nederland verder kan met spouwmuurisolatie terwijl diersoorten goed beschermd worden. Vooral als isolatiebedrijven zelf monsters voor het onderzoek nemen en daarmee voorkomen dat de maatregel financieel onaantrekkelijk wordt. We hopen dan ook dat het voornemen van minister Keijzer om de eDNA methode wettelijk te accepteren snel werkelijkheid wordt.

eDNA methode geaccepteerd

Op 7 maart 2025 heeft de De Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, mede namens de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening bekend gemaakt dat de Beoordelingsrichtlijn omgevingsDNA-methode mag worden toegepast om te bewijzen dat bij spouwmuurisolatie wordt voldaan aan de zorgplicht voor flora en fauna-activiteit in de Omgevingswet.

Lees hier het officiële bericht

Op de hoogte blijven?

Ontvang tips, artikelen, nieuws en meer! Geef hieronder aan welk thema je voorkeur heeft.

Lijsten