Nieuwe energiewetten: wat moet je er écht over weten?

lezing HIER opgewekt

Er is veel belangrijke wetgeving op het gebied van energie in de maak of net aangenomen. Wat uit die wetten is nou echt relevant als je onderdeel bent van een energiegemeenschap, coöperatie of buurtinitiatief? 

Om de energietransitie in de komende jaren tot uitvoering te brengen, zijn nieuwe regels en wetten voor een veranderend speelveld nodig. In Nederland wordt er al jaren gesproken over drie wetten. De verwachting is dat die alle drie per 1 januari 2026 in werking treden (let op: voor de WCW is dit nog niet geheel zeker).

Inhoud

De Energiewet

De bedoeling van de nieuwe Energiewet is ervoor te zorgen dat de energietransitie versnelt. Daarnaast krijgen bewoners en organisaties meer mogelijkheden om initiatieven op het gebied van energie te ontplooien. Met de wet kan ook het volle stroomnet worden aangepakt. 

Meer mogelijkheden op het gebied van duurzame energie

Universitair Docent (specialisatie: energierecht) en tevens Gronings gemeenteraadslid Ceciel Nieuwenhout is enthousiast over de vernieuwing van de wet: “Dit is eigenlijk de eerste wet in Nederland waarin energiegemeenschappen officieel worden erkend. De nieuwe Energiewet vervangt de oude Gaswet en de Elektriciteitswet. De nieuwe regels passen beter bij de huidige situatie én bij de toekomst, onder andere omdat er steeds meer mogelijkheden komen om duurzame energie te produceren, onderling te delen en op te slaan.” 

Verder geeft Nieuwenhout aan dat de regels voor consumentenbescherming zijn verbeterd. Omdat energie een essentiële levensbehoefte is, is deze bescherming heel belangrijk. “Het heeft grote gevolgen als je opeens wordt afgesloten van elektriciteit of gas, dus we kunnen niet spreken van een volledig vrije markt. We hebben het over een gereguleerde sector: er is daarom zowel toezicht vanuit het Rijk op bepaalde taken en rollen als vanuit de Autoriteit Consument & Markt.”

Energiegemeenschappen en energie-initiatieven

In de Energiewet wordt de term energiegemeenschap geïntroduceerd. Wat betekent dit in de praktijk voor de bestaande energie-initiatieven? Nieuwenhout: “Een energiegemeenschap, een coöperatie of een buurtinitiatief zijn eigenlijk verschillende categorieën. Een coöperatie is een bepaalde rechtsvorm. Een energiegemeenschap kan dan weer verschillende rechtsvormen hebben, maar wordt vooral bepaald door de activiteiten en de leden. Een bestaand buurtinitiatief kan ook een energiegemeenschap worden, maar dat hoeft niet!”

Verschillende partijen in de energiegemeenschap

De energie-initiatieven die we kennen bestaan vooral uit bewoners, Maar in een energiegemeenschap kunnen verschillende partijen deelnemen. Nieuwenhout licht toe: “Ook het MKB tot 50 werknemers, lokale overheden, gemeenschappelijke regelingen en waterschappen kunnen deelnemen in een energiegemeenschap. Denk bijvoorbeeld aan mensen die geïnteresseerd zijn in opwek- en vraagprofielen: als al die verschillende entiteiten samenwerken in één gemeenschap, kunnen ze bijvoorbeeld inspelen op het feit dat een kantoorlocatie om vijf uur stopt met werken en een huishouden dan juist weer het fornuis aanzet of online gaat. Een gemaal van een waterschap heeft wéér een heel ander profiel.”

Mogelijke activiteiten van de energiegemeenschap

Energiegemeenschappen kunnen zich bezighouden met verschillende activiteiten, zoals:

  • Het leveren van elektriciteit of warmte door eigen productie
  • Het onderling verdelen van eigen opgewekte energie via een eigen netwerk
  • Het opslaan van opgewekte energie in een buurtbatterij
  • Het organiseren van eigen laadpalen voor auto’s (je kunt ook als energiegemeenschap zelf deelauto's organiseren, die bijvoorbeeld opladen van een gemeenschappelijk zonnedak)
  • Naast elektriciteit kunnen energiegemeenschappen ook gericht zijn op andere vormen van energie, zoals bijvoorbeeld warmte (daarover verderop meer)

Kortom, de mogelijkheden voor energiegemeenschappen in de nieuwe energiewet zijn eindeloos en dat is goed nieuws voor alle gebruikers van energie én voor de energietransitie. 

De warmtewet: de Wet Collectieve Warmtevoorziening

Het is belangrijk voor het slagen van de energietransitie om de ontwikkeling van warmtenetten te vergemakkelijken. Met de Wet Collectieve Warmtevoorziening (WCW) worden er regels opgesteld die de warmtevoorziening betaalbaar en betrouwbaar houden en tegelijkertijd duurzaamheid waarborgen.

Regie voor gemeenten

Een belangrijk aspect van deze wet is dat de regie op de warmtevoorziening naar de gemeenten gaat. Die gemeenten kunnen straks ‘warmtekavels’ gaan aanwijzen, waarin warmtebedrijven dan exclusieve bevoegdheden krijgen om aan het warmtenet in zo’n kavel warmte te leveren.

Belangrijk is dat zo’n warmtenet in ieder geval gedeeltelijk in publiek eigendom zal zijn. Veel huidige warmtenetten zijn privaat bezit, bijvoorbeeld van een energiebedrijf. De bedoeling is dat na invoering van deze wet gemeenten en andere publieke partijen die rol gaan pakken. Bij grote warmtenetten zullen professionele partijen beheren, maar een coöperatie kan bijvoorbeeld wel voor 100% eigenaar worden van een kleiner warmtenet (met maximaal 1500 aangeslotenen). Voor een klein warmtenet gelden er soepelere regels dan voor een groot warmtenet. Er zijn ook nog mini-warmtenetten: tot tien aangeslotenen heb je bijvoorbeeld geen ACM-toezicht.

Een ander belangrijk onderdeel van de WCW zijn de nieuwe tariefregels.  Op dit moment worden de tarieven nog gebaseerd op de gasrekening van een gemiddeld huishouden (dit wordt de gasreferentie, of het principe ‘niet meer dan anders’ genoemd). De nieuwe tariefregels zijn gebaseerd op werkelijk gemaakte efficiënte kosten. Dat zorgt voor meer transparantie, redelijke prijzen voor de warmtelevering en redelijke inkomsten voor warmtebedrijven.

 

De Wet Gemeentelijke Instrumenten Warmtetransitie

De Wet Gemeentelijke Instrumenten Warmtetransitie (WGIW) geeft gemeenten de nodige bevoegdheden om de daadwerkelijke regie op de warmtevoorziening te krijgen. In deze wet wordt vastgelegd hóe gemeenten dat moeten doen. 

Aanwijsbevoegdheid voor de gemeenten

Het belangrijkste instrument voor gemeenten volgens de WGIW is de aanwijsbevoegdheid: ze kunnen gebieden aanwijzen die vóór een bepaalde datum overgaan op een duurzaam alternatief voor aardgas. In het Omgevingsprogramma Warmte moeten alle gemeenten hun plannen op dit gebied uit de doeken doen, en in het Omgevingsplan moet worden opgenomen welke gebieden echt van het gas worden afgesloten. Daarmee wordt het juridisch bindend.

Nieuwenhout geeft bij de gemeentelijke aanwijsbevoegdheid wel een nuance. “Let wel: de gemeente legt slechts een voorkeursoptie neer en dwingt je niet om je aan te sluiten bij een warmtenet. Voorkeursopties kunnen bijvoorbeeld een warmtenet zijn, of om all electric te gaan. De aanwijsbevoegdheid kan niet zomaar worden ingezet: de voorkeursoptie moet een ‘redelijk alternatief’ zijn (dus ook betaalbaar voor de inwoners), er moet voldoende tijd zijn voor de overgang, in de praktijk wordt 8 jaar gebruikt, en er moet participatie van de inwoners hebben plaatsgevonden. Hier zouden lokale energie-initiatieven een rol in kunnen spelen.”

Europese regelgeving 

In het voorjaar van 2024 is er in de Europese Unie (EU) een nieuwe richtlijn vastgesteld om energiebesparing in de gebouwde omgeving te stimuleren. Hiermee wil de EU bereiken dat er in 2030 11,7% minder energie verbruikt wordt. Het is aan de lidstaten van de EU om zelf een plan te maken om dit besparingsdoel te behalen. Nederland moet de richtlijn voor mei 2026 hebben omgezet in nationale wetgeving en beleid.

Nieuwenhout: “Voor energiegemeenschappen is deze Richtlijn Energieprestatie Gebouwen interessant. Hiermee streeft de EU namelijk naar een volledig emissievrij gebouwenbestand in 2050. Dat betekent dat je van BENG (Bijna Energieneutraal Gebouw) naar ZEB gaat: de Zero Emission Building. Nieuwe overheidsgebouwen moeten al vanaf 2028 ZEB zijn en alle nieuwbouw vanaf 2030.” Voor de verduurzaming van bestaande gebouwen wordt langer de tijd genomen, maar dat moet ook allemaal voor 2050 gebeuren.

Probleem energiearmoede erkend

In de richtlijn worden ook andere relevante onderwerpen voor energiegemeenschappen meegenomen, zoals regels voor energieopslag bij het huis en regels over laadpalen. Ook energiearmoede wordt voor het eerst erkend. Mensen die dat nodig hebben, kunnen hiermee (onder andere financieel) geholpen worden om hun woning te verduurzamen.

De maatschappij verandert en daarmee ook de wet

Tot slot zet Nieuwenhout de veranderde wet- en regelgeving in perspectief: “Wetten zijn instrumenten om de maatschappij te organiseren. Ze zijn per definitie eigenlijk niet perfect. Want de maatschappij (en de energiemarkt) verandert snel. Wetten lopen achter die veranderingen aan. Om te voorkomen dat ze daardoor de transitie ook een beetje tegenhouden, is het belangrijk dat we met elkaar in gesprek blijven en elkaar helpen tijdens de boeiende ontdekkingsreis die de energietransitie is.”

Meer weten?

  • Lees hier meer over de energiegemeenschap
  • Bekijk hier meer meer voorbeelden van warmtenetten met een bewonerscoöperatie

Dit artikel werd geschreven op basis van de sessie 'Nieuwe wetten over energie: relevante punten op een rijtje' tijdens HIER opgewekt op 11 maart 2025.

Op de hoogte blijven?

Ontvang tips, artikelen, nieuws en meer! Geef hieronder aan welk thema je voorkeur heeft.

Lijsten