Nederlandse Bank pleit voor gebiedsgerichte aanpak van huiseigenaren die verduurzaming niet kunnen betalen
Eén op de vijf huiseigenaren kan de verduurzaming van de eigen woning niet betalen. Dat concludeert de Nederlandse Bank (DNB) in een analyse van de financiering van de verduurzaming van de woningvoorraad. Van deze groep huiseigenaren) woont zo’n 87% woont in woningen met een C-label of lager. Deze groep huiseigenaren staat dus voor een substantiële verduurzamingsopgave, maar kan de investeringen niet financieren. Voor de meeste huiseigenaren met onvoldoende financiering lossen de bestaande regelingen het probleem niet op. De bestaande regelingen helpen vooral de midden- en hogere inkomens.
Kosten hoger dan wat eigenaren willen investeren
DNB schat de kosten voor de verduurzaming van een gemiddelde koopwoning op gemiddeld €24.000. Huiseigenaren worden op dit moment volgens DNB financieel onvoldoende geprikkeld om te verduurzamen, zolang de verduurzamingsmaatregelen niet woonlastenneutraal of rendabel zijn. De recente gasprijsstijgingen hebben dit beeld waarschijnlijk veranderd, maar het is de vraag in hoeverre deze gasprijzen ook op de lange termijn aanhouden.
Een ander probleem waar de studie op wijst is dat minder dan 20% van de huiseigenaren bereid is om meer dan €12.500 te investeren. Met andere woorden, veel huiseigenaren zijn niet bereid om de benodigde investering te doen.
Specifiek en regionaal faciliteren in plaats van algemene subsidies
Het verder verruimen van leennormen is volgens DNB onwenselijk. De huiseigenaren zonder financieringstekort zijn hier immers niet mee geholpen. En voor de huiseigenaren die wel een financieringstekort hebben, is een beter toegankelijke lening onverstandig met het oog op hun financieel welzijn, aangezien zij vaker tot de lagere inkomensgroepen behoren.
DNB wijst er op dat de vormgeving van de benodigde ondersteuning vanuit de overheid van de huiseigenaren die de verduurzaming niet kunnen betalen ingewikkeld is. De groep laat zich niet precies afbakenen op een wijze die praktisch is voor de uitkeer van subsidie. Ondersteuning kan ook tot overstimulering leiden van huiseigenaren die het wel kunnen betalen. Het is daarom van belang om deze groep zo specifiek mogelijk te faciliteren. DNB noemt als mogelijkheid om gebruik te maken van de regionale concentratie van de groep. In verschillende beleidsinstrumenten doet de Rijksoverheid dat al, zoals met de expliciete aandacht voor verduurzaming van woningen in het volkshuisvestingsfonds en in het Nationaal Programma Groningen. Tegelijkertijd biedt de regionale concentratie van deze groepen aanleiding om over de hele breedte van het beleid te kijken of er meer kansen zijn om rechtstreeks te investeren in de verduurzaming van de woningvoorraad in krimp- en anticipeerregio’s en stedelijke vernieuwingsgebieden.